Bijbelstudie: God is Trouw (5)

We volgen de weg van God met Israël in de Bijbel en verlaten de geschiedenis van Abraham en Sarah om stil te staan bij een van hun achterkleinkinderen: Jozef.

De geschiedenis van Jozef is een prachtig en dramatisch verhaal over een van de zonen van Jakob. Vaak wordt hij bewonderd als iemand die ondanks alles wat hij meemaakt in zijn leven, zijn geloof in God niet opgeeft. Een voorbeeld voor ons allemaal.

De Heere heeft hem beloofd in een tweetal dromen dat hij over zijn andere broers koning zal zijn, maar het duurt niet lang of zijn broers zien kans van hem af te komen en hem als slaaf te verkopen. Hij komt in Egypte terecht en daar zal hij na een onverkwikkelijke geschiedenis zijn dag slijten in een gevangenis. En toch houdt hij vast aan God. Jozef als toonbeeld van vroomheid en oprecht geloof. Maar er is meer over Jozef te vertellen: Jozef lijkt op Jezus!

De profetie van Jozef

Er zijn allerlei overeenkomst aan te wijzen tussen het verhaal van Jozef en het evangelie van Jezus. Zo zijn de broers van Jezus: Juda(s), Jozef, Simeon en Jakob(us) (Matth. 13:55). Dat zijn namen uit de geschiedenis van Jozef en niet de minste: Jozef zelf, zijn vader Jakob, Juda die hem verkoopt en Simeon, die een tijd lang gevangen gezet wordt als Jozef onderkoning geworden is. Opmerkelijk is het trouwens ook dat de vader van Jozef, de vermeende vader van Jezus, ook Jakob heet.

Jozef wordt evenals Jezus genoemd als een geliefde van zijn Vader.

Zijn broers geloven niets van zijn dromen en kunnen geen woord van shalom meer met hem spreken. Ze verkopen hem zelfs uit jaloezie, uit nijd. Later zal Pilatus oordelen dat de overpriesters Jezus uit nijd overleveren (Marc. 15:10).

Zo geloven ook de zonen van Maria aanvankelijk niet in Jezus (Joh. 7), hoewel dat na Pasen veranderen zal. Jakobus en Judas schrijven zelfs een brief die in de Bijbel gekomen is.

Eenmaal veroordeeld wordt Jozef bij misdadigers in de gevangenis gezet, de schenker en de bakker. De een wordt verhoogd en de ander vernederd. Zo gaat het ook met de twee moordenaars naast Jezus aan het kruis.

Door de ellende heen wordt Jozef verhoogd, een groot wonder dat behoeft geen betoog. De heerser van Egypte geeft hem alles in handen en Jozef bewaart het land in een diepe hongersnood. Heel de wereld komt zelfs naar hem toe om gered te worden. En uiteindelijk ook zijn eigen broeders. In een heilig moment, als Jozef de Egyptenaren bevolen heeft voor even uit de weg te gaan, maakt hij zich aan zijn broers bekend. En dan komt nog de grote ontmoeting met Jakob.

Met andere woorden, de geschiedenis van Jozef, 1700 jaar voor onze jaartelling, is een profetie van Jezus, naar men meende de zoon van Jozef, de man van Maria.

De trouw van God

Ik wil uit deze lange geschiedenis dit keer drie dingen wat meer belichten.

1. Gods belofte vervaagt niet met de tijd

Allereerst dat dit gedeelte van de Bijbel (Gen.37-50) wijst op wat zal gebeuren zoveel eeuwen laten in het leven van de Zoon van God. Voor mij laat dat weer zien hoe de Heere de tijden in Zijn Hand heeft een hoe betrouwbaar Zijn Woord is. Er valt niets weg, niets wordt weggesleten door de tijd, niets wat God profeteert blijft onvervuld. En zo mogen we zien dat er dingen die lang geleden beloofd zijn in onze dagen vervuld worden.

Bij voorbeeld dat het Evangelie verkondigd wordt en is onder alle volken. Dat zei Jezus tweeduizend jaar geleden en het is gebeurd! En dat dus ook de tijd dat Jeruzalem door de heidenen vertreden wordt, op raakt. Wat we ook zien gebeuren en dat is zo nog nooit vertoond, dat God de kinderen van Israël thuis brengt uit alle landen waarheen zij verstrooid zijn.

2. Geen verwijt maar omhelzing

Als tweede de ontmoeting van Jozef en zijn broers, de keer dat hij vertelt wie hij werkelijk is. De Egyptenaren zijn weg. Hij is alleen met zijn familie en Juda is daar ook bij. Ze zijn verbijsterd en kunnen niets uit brengen. En dan weent Jozef en al huilend omhelst hij hen, stuk voor stuk, zonder hen iets te verwijten.

Hij zegt alleen maar dat God hem vooruit gezonden heeft om een groot volk te redden. En dan pas zijn de broers in staat iets te zeggen. Ik denk dat het zal gaan, als Jezus verschijnt. Wat een liefde en trouw van God. En als Jezus zo reageert, wat hebben wij dan op onze woorden te passen als christenen jegens Joden.

3. Jezus is de redder van de wereld

En als derde en laatste: Jezus de redder van de wereld, is uit het geslacht van Jakob. Hij is de Koning van Israël en Hij redt de wereld van de ondergang. Zoals Jozef de wereld redde van de hongersnood. Maar ook dit: Als Jakob gestorven is, komen de broers Jozef bezoeken. Ze zijn bang dat hij nu zijn ware gezicht laat zien en zich op hen zal wreken nu hun vader er niet meer bij is. Ze liggen angst voor hem op zijn knieën.

En dan opnieuw weent Jozef, dit keer omdat ze zo over hem denken. En dan troost hij hen en zegt dat God hen kwade dat zij hem hebben aangedaan ten goede gekeerd heeft en hij zegt; ‘Vreest niet, want ben ik in Gods plaats?’.

Je zou er niets achter zoeken, maar deze zin komt nog een keer in de Bijbel voor, nog een keer zelfs en dat is in Genesis 30. Lea de oudste zuster van Rachel heeft al vier kinderen gekregen en Rachel is nog niet eens zwanger geweest. Vol verdriet gaat ze naar Jakob toe en schreeuwt hem in zijn gezicht: Geef me kinderen, anders sterf ik nog veel liever!

En dan stamelt Jakob: ‘Ben ik in de plaats van God? ‘ (vers 3). Nu aan het einde, in Genesis 50 knielen de zonen van Lea voor de zoon van Rachel. Je zou zeggen: ‘Het kan raar lopen’. Maar je moet zeggen: ‘Hoe wondervol is de leiding van God!’. Dwars door alle onmogelijkheden heen is Gods belofte aan Jozef vervuld en nu heerst hij inderdaad over zijn broeders. Hij is de uitverkorene (Gen.49:46).

Jezus zal later zeggen: ‘Moest de Messias dit niet lijden om in zijn heerlijkheid in te gaan?’

God is trouw, soms op een manier die je niet verwacht. Maar dat laatste moet je juist wel doen, als Jozef en als Jezus.