Saul is gesneuveld in de strijd tegen de Filistijnen en David is nu eindelijk koning geworden. De eerste hoofdstukken van 2 Samuël beschrijven zijn weg naar de absolute macht.
David is als eerste koning geworden over zijn eigen stam. Zeven jaar heeft hij geregeerd in Hebron, waar ook de graven van de aartsvaders en aartsmoeders zijn en dan vragen ook de andere stammen of hij hen wil regeren. Veertig jaar zal hij als een herder de kudde van Israël weiden. Verteld wordt dat hij Jeruzalem verovert en maakt tot de hoofdstad van zijn rijk. Na een grote overwinning op de Filistijnen kent dit rijk vrede, voorspoed en rust.
Een huis voor God
En dan bedenkt de koning in zijn paleis dat hij in een prachtig gebouw woont, maar dat de ark van God nog steeds in een tent staat. Hij beseft dat hij iets voor God moet doen. Hij zal een gebouw, een nieuwe en mooie tempel voor de Heere bouwen. David bespreekt het met de profeet Nathan en die geeft Gods zegen aan het plan. Alleen in dezelfde nacht, na het gesprek over de tempel, verschijnt de Heere aan Nathan en zegt dat Hij het anders wil. Niet David zal voor Hem een huis bouwen, maar Hij zal voor David een huis bouwen.
Daarmee bedoelt de Heere dat Hij voor David een dynastie, een koningshuis zal bouwen. Hij spreekt over Salomo, de zoon van David. God zal hem tot een Vader zijn en hij zal voor Hem een zoon zijn. Zo zal het verder gaan. De troon van David zal voor altijd vast staan. En niet alleen dat: God belooft ook dat het volk Israël voor altijd een vaste plaats zal hebben om te wonen. Die woorden brengt Nathan over aan de koning.
Wat kan ik voor u doen?
Natuurlijk is dat geen vreemde vraag. Daar gaat het toch om in ons leven? Om steeds meer en steeds inniger God te dienen en Zijn Naam te heiligen. Om de Heere te aanbidden en te loven, om Hem te eren in de samenkomsten. In ons geloof draait het niet om ons zelf, zelfs niet om ons behoud maar om God. Alleen de kern van het evangelie is dat de Heere voor ons zorgt. Daar begint ook ons dienen van Hem mee.
We geven Hem wat wij ontvangen hebben en onze woorden tot Hem zijn antwoorden, naspreken wat Hij ons verteld heeft. Ons geloof kunnen we alleen maar volhouden door de kracht van de Heilige Geest. Je zou zeggen: Ja, dat weten we allemaal wel, maar het is ook goed om dat regelmatig tegen jezelf te zeggen. Het houdt ons nederig en het bewaart ons ervoor met ons geloof iets te worden.
“
Het ‘voor altijd’ moeten we als christenen ook in onze oren knopen. Gods weg met Israël is niet voorbij.
Voor altijd
De belofte die de Heere aan David en Israël geeft, geldt voor altijd. En daarmee valt het licht uiteindelijk op de Messias, op Jezus, de Koning uit het huis van David. De engel Gabriël zal Maria zeggen dat haar Kind groot zal zijn voor God, dat Hij Zoon van de Allerhoogste genoemd zal worden en dat Hij Koning zal zijn over Israël tot in eeuwigheid. En dat blijft zo. Ook als Salomo zal zondigen. De Heere zal hem dan straffen en louteren, maar nooit zal de goedertierenheid van God van hem wijken (2 Samuël 7:15). Psalm 89 bezingt de belofte van het eeuwige koningshuis van David. Daar wordt de belofte zelfs breder: als Israël zal zondigen, ook dan zal de Heere Zijn belofte niet verbreken. De dichter Ethan gebruikt de belofte van God zelfs als een pleitgrond voor de bevrijding van Israël in zijn dagen.
Het ‘voor altijd’ moeten we als christenen ook in onze oren knopen. Gods weg met Israël is niet voorbij en dat Jezus de Koning op de troon van David is, daar moeten we niet wat anders van maken. Die troon staat toch echt in Jeruzalem.
Wie ben ik en wat is mijn huis?
David hoort de woorden van de profeet en daarop gaat hij zijn paleis, zijn binnenkamer in en hij begint de Heere te danken. Dan vallen mij twee dingen op. En ze raken me: de diepe ootmoed, de diepe nederigheid voor God. David zegt: Wie ben ik, waar heb ik het aan verdient dat U mij dit belooft, en dan nog wel tot in de verre toekomst. Wat kan ik nog tegen U zeggen? Omdat U dit belooft, heb ik het gewaagd om dit gebed voor U uit te spreken. David zegt tegen God: Omdat U dit zult doen, zal Uw Naam groot zijn voor altijd. Niet mijn naam, niet de naam van David, maar Uw Naam!
En ook dit: de prachtige woorden over Israël: “En wie is gelijk uw volk, gelijk Israël, het enige volk op aarde, dat God Zich tot een volk ging vrijkopen, om Zich een Naam te maken, en voor hen grote en vreselijke daden te doen” (2 Samuël 7:23). “Gij hebt U uw volk Israël voor altijd bevestigd tot uw volk” (2 Samuël 7:25). Dus niet alleen het huis van David en de naam van David zal eeuwig zijn, maar ook Israël. Die twee zullen nooit van elkaar los te maken zijn. Wat er ook gebeurt. Dat is de trouw van God.
Meer in deze Bijbelstudiereeks
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
20 november 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (22)
Saul is gesneuveld in de strijd tegen de Filistijnen en David is nu...
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
6 november 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (21)
David is door Samuël gezalfd als de nieuwe koning van Gods volk, ma...
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
23 oktober 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (20)
Saul is nog koning maar zijn tijd gaat voorbij. De Heere heeft een ...
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
9 oktober 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (19)
We slaan het eerste boek open dat genoemd is naar de profeet en ric...
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
25 september 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (18)
Het verhaal van Ruth is overbekend. Ook in Israël. Het kleine en mo...
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
11 september 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (17)
Als de Heere God ingrijpt en Zijn volk helpt, gebruikt Hij soms bij...
Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
28 augustus 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (16)
We gaan naar het boek Richteren. Een gedeelte van de Bijbel dat ver...
Aanbevolen artikelen
Bijbel
Overdenking
13 november 2025
‘Niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël’
"Niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël" – het is een c...
Bijbel
Israël Aktueel
12 november 2025
Israël, teken van hoop
Terwijl het westen afglijdt in de duisternis, blijft Israël een tek...