Bijbelstudie: God in gesprek met Israël (3)
Door Tjerko van der Wouden -
14 oktober 2025
In dit derde deel van deze bijbelstudieserie over Maleachi richten we ons op het tweede gesprek tussen God en Israël (Maleachi 1:6-2:9). In dit gedeelte richt de profeet scherpe woorden tot zowel het volk als de priesters.
Want wat is het probleem? De offers die gebracht worden, zijn niet zoals God het heeft bedoeld. In plaats van gave, mannelijke dieren zonder enig gebrek zoals het beschreven staat in Leviticus 22:17–25, worden blinde, kreupele en zieke dieren geofferd (Maleachi 1:7–8). Daarmee laten de priesters en het volk een houding van minachting zien tegen God, die zichzelf bekendmaakt als een “groot Koning” en zegt dat Zijn Naam onder de volken ontzagwekkend is (Maleachi 1:14). We zien dat niet alleen de offers gebrekkig zijn, maar dat het volk ook de heiligheid van God niet meer serieus neemt.
Het gaat dus niet alleen om verkeerde offers, maar om een verkeerde houding. De eerbied voor God is verdwenen. Wat bedoeld was als teken van liefde en toewijding, is verworden tot gewoonte en plicht. God noemt dat niet een klein vergrijp, maar een belediging van Zijn heiligheid. “Een zoon eert zijn vader, en een knecht zijn heer. Als Ik dan Vader ben, waar is Mijn eer?” (Maleachi 1:6). Hier spreekt de pijn van een Vader die merkt dat Zijn kinderen Hem niet meer serieus nemen.
Het oordeel van Maleachi richt zich vervolgens op de priesters, de geestelijke leiders van het volk. Zij zijn in de ogen van God geen voorbeeld in trouw en zuiverheid, maar hebben het verbond met Levi ontheiligd (Maleachi 2:4–8). Dat verbond staat symbool voor leven en vrede (Maleachi 2:5), wat God aan Levi gegeven heeft. Levi werd geroepen om betrouwbaar onderwijs te geven uit de wet, om vrede te bewaren en velen van ongerechtigheid te bekeren (Maleachi 2:6). Hij moest de wet bewaren op zijn lippen en de waarheid in zijn mond dragen, omdat hij “een gezant van de HEERE van de legermachten” is (Maleachi 2:7).
“
Wat Maleachi hier beschrijft, raakt aan een kernvraag van het geloof: hoe gaan wij om met de heiligheid van God?
Maar de priesters uit de tijd van Maleachi luisterden niet naar de wet van God en gaven niet het goede onderwijs. Hun onderwijs deed velen struikelen (Maleachi 2:8), zij maakten onderscheid naar personen, verdraaiden het recht, en ontheiligden het altaar door hun dubbele moraal (Maleachi 2:9). In plaats van een zegen zijn zij tot een struikelblok geworden.
Wat Maleachi hier beschrijft, raakt aan een kernvraag van het geloof: hoe gaan wij om met de heiligheid van God? Wanneer eerbied plaatsmaakt voor gemakzucht, en toewijding voor traditie, verdwijnt het hart uit de eredienst. Dan brengen we God misschien nog wel offers (onze tijd, onze woorden, ons zingen) maar niet meer met een zuiver hart. God verlangt niet naar uiterlijke vormen, maar naar mensen die Hem eren met heel hun bestaan.
Wat kunnen we hiervan leren?
Ook vandaag spreekt die boodschap van Maleachi ons nog aan. In een wereld waarin geloof vaak één van de vele dingen is die onze aandacht vraagt, dreigt dezelfde verschuiving: God krijgt niet het eerste, maar het laatste. We zijn soms zo gewend geraakt aan genade dat we de heiligheid van God vergeten. Maleachi roept ons op om opnieuw stil te staan bij wie God werkelijk is: de grote Koning, die het waard is om met eerbied en toewijding gediend te worden.
Daarnaast herinnert dit gedeelte ons eraan dat het oordeel in eerste instantie begint bij degenen die leidinggeven in het geloof. Priesters, voorgangers, ambtsdragers, leraren. Zij die een geestelijke verantwoordelijkheid dragen, worden opgeroepen om zuiver, trouw en oprecht te leven. Niet om boven het volk te staan, maar om het voor te gaan in eerbied en rechtvaardigheid.
“
Zijn verbond blijft staan, ook als mensen tekortschieten. Israël wordt niet afgeschreven, maar geroepen tot herstel.
Tegelijk spreekt Maleachi tot het volk als geheel, tot Israël en dat maakt zijn boodschap ook in onze tijd actueel. Israël blijft in dit gedeelte niet enkel voorbeeld van falen, maar van Gods blijvende betrokkenheid. Want juist het feit dat God spreekt, dat Hij Zijn volk aanspreekt en zelfs straft, laat zien dat Hij het niet loslaat. Zijn verbond blijft staan, ook als mensen tekortschieten. Israël wordt niet afgeschreven, maar geroepen tot herstel. En die roep klinkt nog steeds door de geschiedenis heen: de God die heilig is, blijft trouw aan Zijn volk.
Daarom is Maleachi 1:6–2:9 ook een oproep aan ons om met ontzag te spreken over Israël. Niet als een afgesloten hoofdstuk, maar als een volk dat nog steeds in relatie staat tot de God van het verbond. De heiligheid van God en Zijn trouw aan Israël horen bij elkaar: wie God eert, zal ook Zijn weg met dit volk moeten erkennen. Voor ons is dat ook helder beschreven. Wij aanbidden Jezus, de Messias. Toen hij stierf aan het kruis stond er boven het kruis een bord met de tekst: “Dit is de koning van de Joden” (Lucas 23:38). Hij is de koning van Israël.
Om over na te denken
- Hoe herken jij in je eigen leven de neiging om God minder te geven dan Hij waard is?
- Wat betekent het voor onze houding tegenover Israël dat God ook in Maleachi laat zien dat Hij Zijn volk niet loslaat zelfs als zij ontrouw zijn? En wat betekent dat voor zijn genade aan ons?
- Wat betekent het voor jouw geloof dat Jezus de “de koning van de Joden” is?
Meer in deze Bijbelstudiereeks
.png?width=0&format=jpeg&signature=a3453d549dfc7becd3609ea6673f4b2ee39dfcac)
Bijbel
Bijbelstudie: God in gesprek met Israël
14 oktober 2025
Bijbelstudie: God in gesprek met Israël (3)
In dit derde deel van deze bijbelstudieserie over Maleachi richten ...
Aanbevolen artikelen

Bijbel
10 oktober 2025
In de kerk bidden voor Israël
In veel kerken en gemeenten wordt ‘s zondags gebeden voor Israël, i...

Bijbel
Bijbelstudie: God is Trouw
9 oktober 2025
Bijbelstudie: God is Trouw (19)
We slaan het eerste boek open dat genoemd is naar de profeet en ric...