Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Onze kinderen of leerlingen?

Door Yoel Schukkmann - 

6 augustus 2021

Joodse kinderen

Een Joods kind ter illustratie (niet het kind van Yoel)

In mijn laatste artikel schreef ik over mijn geplande reis naar de Verenigde Staten voor de bruiloft van één van mijn leerlingen. Een reis waar iedereen erg naar uitkeek. Zowel ik, de families van het koppel, de bruidegom zelf en de rabbijnen die deze jongen ook begeleiden; op dit moment kan hij namelijk alle mogelijke mentale en geestelijke hulp goed gebruiken.

Lees hier het vorige artikel!

Touwtjes in G-ds handen

Daarom hebben ze er lang aan gewerkt om dit alles mogelijk te maken. Men heeft speciale mensen laten overvliegen, financiële hulp geregeld voor visums, vliegtickets en verblijfsplaatsen, enzovoort. En ik, samen met andere mensen, hebben de bruidegom telefonisch proberen te begeleiden en voor te bereiden voor zijn grote dag. Maar uiteindelijk weten wij dat G-d Degene is Die de touwtjes in handen heeft. En soms trekt Hij deze touwtjes net iets in de andere richting dan waar wij eigenlijk naar toe willen gaan. Zo heb ik op de dag van mijn vertrek mijn vlucht helaas noodgedwongen moeten verschuiven. Maar een paar dagen later bleek het te zijn dat het ‘medisch geval’ in onze familie toch niet zo simpel was, en heb ik mijn reis uiteindelijk moeten annuleren.

De Psalmist zegt (Ps. 92:10) “Want zie Uw vijanden, Hasjem; want zie, uw vijanden zullen vergaan…” De Baal Sjem Tov (1698-1760) leerde dat dit vers ook als volgt gelezen kan worden: “Want zie uw vijanden zijn Hasjem, want zie uw vijanden verdwijnen!” Wanneer iemand zich realiseert dat alles in deze wereld - zelfs zijn vijanden en obstakels- boodschappers van G-d en manifestaties van Zijn licht zijn: "zie uw vijanden [zullen] verdwijnen" – dan ze zijn niet langer onze vijanden.

Hasjem leidt deze wereld. Wij geloven dat wat Hij ook doet, goed is voor ons. Waarom ik werd weerhouden om naar Amerika te reizen zullen we misschien wel nooit weten. Maar we weten wel, met het volste vertrouwen, dat dit de wil van G-d was, en dat is iets wat wij met liefde accepteren.

Soms trekt G-d deze touwtjes net iets in de andere richting dan waar wij eigenlijk naar toe willen gaan.

Dit is echter natuurlijk makkelijker voor mijzelf dan voor de bruidegom. En toch weerklonk deze acceptatie en geloof in G-ds goedheid volop door in zijn beklaag aan mij. Ik voelde zijn pijn om zijn eenzaamheid op de vrolijkste en belangrijkste dag van zijn leven. Tegelijkertijd zag ik ook hoeveel deze jongen was gegroeid in zijn Avodat Hasjem (dienst van G-d/geloofsleven).

G-ds persoonlijke boodschappers

De Thora spreekt over het onderwijzen van onze kinderen: “U zult ze [de geboden] aan uw kinderen en aan de kinderen van uw kinderen bekendmaken; de dag dat u voor de Heer, uw G-d, stond op [de berg] Horeb” (Deut. 4:9-10). De Talmoed vermeldt in naam van Rabbi Jehosjoe’a ben Levi dat ‘wanneer je je kinderen Thora onderwijst, is het alsof ze het van de berg Sinaï hebben ontvangen’. Rabbijn Reuven Grozovsky (1886-1958) zei hierover dat we hiervan leren dat wanneer we onze kinderen Thora onderwijzen, wij G-ds persoonlijke boodschappers zijn. Het is alsof wij de Thora van G-d hebben ontvangen en deze vervolgens doorgeven aan de toekomstige generaties van het Joodse volk. Het Thora-onderwijs, en de indrukken die wij op onze kinderen -of leerlingen- maken, zal de Thora zijn die generaties lang door hen zal worden doorgegeven. En daarom moeten we zeer voorzichtig zijn hoe en wat wij doorgeven. Het is niet voor niets dat de de Talmoed ons vertelt dat een Thora-leraar moet zijn als een ‘engel van de allerhoogste G-d’. Als hij dat niet is zou je geen Thora van hem moeten leren. Wanneer wij met onze kinderen leren, zouden we de zwaarte van deze historische momenten moeten voelen. We zijn namelijk een schakel in de keten naar de berg Sinaï.

Het is alsof wij de Thora van G-d hebben ontvangen en deze vervolgens doorgeven aan de toekomstige generaties van het Joodse volk.

Maar het vers gaat verder (Deut. 4:11), “de berg brandt met een vuur dat het ‘hart van de hemel’ bereikt”. Geef les met een ‘vuur’ voor de Thora. Wij behoren een berg in vuur en vlam te zijn wiens vlammen zo groot moeten zijn dat ze de ‘harten’ van onze kinderen zullen verlichten met G-dvrezendheid.

Na de annulering van mijn ticket sprak ik met ‘onze bruidegom’, en had ik het aan de ene kant best wel met hem te doen zoals ik dat, als het ware, zou doen voor mijn eigen kind, maar aan de andere kant was ik erg trots op hem als een leerling. Op het feit dat het ‘vuur’ zijn hart zo overduidelijk had verlicht.

Relatie leraar-leerling

En met dit besef begreep ik ook beter de woorden die wij elke dag zeggen in het Sjema-gebed, “VeSjinantam Livanecha" - je zult je zonen onderwijzen (Deut. 6:7). De Thora-comentator Rasji (1040-1105) zegt dat het woordje ‘livanecha’ (zonen) eigenlijk ‘leerlingen’ betekent. Maar als dat zo is, waarom schrijft de Thora dan niet gewoon simpelweg ‘leerlingen’?

Rabbijn Yechezkel Sarna (1890-1969) gaf een antwoord op dit interessante taalgebruik. Hij zei dat we hieraan zien dat, als we onze leerlingen niet als onze eigen kinderen behandelen, ze [door de Thora] niet eens als onze leerlingen worden beschouwd. Om iemand als een leerling te beschouwen, moet je hem behandelen als je eigen zoon.

Rabbijn Yaakov Yitzchak Ruderman (1901-1987) voegt hieraan toe dat we hier ook van leren dat je een leerling met hetzelfde respect moet behandelen als een zoon. Net zoals een zoon altijd je zoon blijft, zelfs als hij ouder wordt en niet langer onze liefdevolle zorg nodig heeft, ook een leerling altijd een leerling blijft. Zelfs nadat hij de jesjiewa (school) verlaten heeft en getrouwd is, mogen wij onze ‘verbinding’ met hem nooit verliezen.

Daarom is het dan ook dat, ook al kan ik er niet fysiek bij aanwezig zijn, mijn gedachten en gebeden zeer zeker wel met de bruid en bruidegom zullen zijn tijdens de bruiloft. En ook al zullen ze deze woorden niet lezen, wens ik hen alsnog toe dat G-d hen zal helpen om een bajiet ne’eman beJisrael’ (een gelovig huis binnen het volk Israël) zullen bouwen, G-dvrezende en rechtvaardige kinderen zullen hebben, en een gelukkig, gezegend en gezond leven samen zullen hebben. Dat het koppel, en wij allemaal, de ultieme vreugde mee zullen maken: de komst van de rechtvaardige Messias. Spoedig en in onze dagen. Amen!

Boeken en bijbel-

studiematerialen

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda