Heb je een paar uur? Die vraag schiet vaak door mijn hoofd wanneer mensen uit Nederland me appen of bellen met de vraag: Hoe is het met je? Hoe gaat het in Israël? Hoe is het daar waar jij woont?
Het eerlijke antwoord is niet in een paar zinnen samen te vatten. En dus zeg ik meestal maar: “Heb je een paar uur?”
Met mij? Het gaat…goed. En het gaat ook niet goed. Ik werk, ik schrijf, ik functioneer. Maar ik merk dat de oorlog, en de ellende nog lang niet voorbij zijn en sporen achterlaten. Kleine dingen verraden dat er iets veranderd is.
Ik schrik sneller. Elk onverwacht geluid zet me op scherp. Zelfs stilte voelt onheilspellend. Als straaljagers overkomen, span ik me automatisch aan. Voorheen stond mijn voordeur altijd open. Nu zit hij voortdurend op slot. Niet per se vanwege een concrete dreiging, maar uit een gevoel van angst. Alsof iemand elk moment zomaar naar binnen zou kunnen stormen.
Terwijl ik dit schrijf, hoor ik in de verte explosies. Bombardementen in Libanon. Ik ben gelijk alert.
Hoe het met Israël gaat? Ik maak me ernstig zorgen over Israël. Maar ik geloof en bid dat het goedkomt. Ik weet niet precies hoe, maar het kan niet anders. We hebben maar één Joods land. En ik ben trots op dat geweldige, fantastische land. Maar ik ben er ook heel erg boos op. Het is zo ongelofelijk ingewikkeld. En zijn er steeds meer onschuldige slachtoffers, aan alle kanten. Wat er precies gaande is, blijft voor velen van ons onduidelijk, zelfs als je er middenin zit.
Ik bezoek Arabische dorpen in de buurt. Waarom? Omdat ik eraan herinnerd wil worden dat de wereld ook mooi is.