Sluiten

Zoeken.

Journalistieke basisvoorwaarde ontbreekt bij christelijke dagbladen, in berichtgeving over Israëlische spreker

Door Redactie cvi.nl - 

11 maart 2024

Hananya Naftali

De Israëlische influencer Hananya Naftali.

Naar aanleiding van de ophef die afgelopen week ontstond rond de komst van Hananya Naftali, publiceerden de christelijke kranten Nederlands Dagblad (ND) en Reformatorisch Dagblad (RD) een artikel over de Israëlische spreker.

Hoewel beide kranten uitgebreid aandacht besteden aan Naftali, komt de hoofdpersoon zelf niet aan het woord. In zowel het artikel in het ND als het RD is Naftali de grote afwezige.

Nederlands Dagblad

Het ND steekt het artikel in met een vraag: 'Waarom is de Israëlische spreker Hananya Naftali zo omstreden?'. Het antwoord op die vraag is ook meteen te lezen in de titel boven het artikel: 'Hij is zeer radicaal'. Die conclusie is niet afkomstig van de ND-journalist zelf, maar van Omar Dweik. Hij wordt in het artikel opgevoerd als 'onderzoeker op het gebied van Palestijnse en Israëlische jongerenactivisten namens de Universiteit van Tilburg'. Dat is hij inderdaad, maar een niet onbelangrijke achtergrond die onbenoemd blijft, is dat Dweik zelf van Palestijnse afkomst is. In dat licht is Dweiks conclusie begrijpelijk. Zijn belangrijkste wapenfeit om Naftali als radicaal te framen is dat "hij bijvoorbeeld zegt dat de Westelijke Jordaanoever bij Israël hoort". Het ND geeft Dweik een vrijbrief om zijn mening te ventileren als de waarheid, want van enige tegenspraak of wederhoor is in het artikel geen sprake.

Reformatorisch Dagblad

Een stukjesschrijver van het RD schrijft een portret (‘Wie is Hananya Naftali?’) zonder met Hananya Naftali zelf in gesprek te gaan. Hij neemt zelfs niet eens de moeite om een externe onderzoeker in te schakelen, maar komt op basis van eigen onderzoek op internet tot een soortgelijke conclusie als het ND. Volgens het RD is het duidelijk dat Naftali "nog weleens over de schreef gaat". Zo zou er op internet een verwijderde tweet van hem rondgaan, waarbij Naftali een foto van een aantal dode baby’s zou hebben voorzien van het bijschrift: ‘De wereld zou ons moeten bedanken voor het vernietigen van deze kleine tijdbommen'.

Dat Naftali met een dergelijk fotobijschrift "over de schreef" zou gaan is een understatement. Navraag bij Naftali zelf leert echter dat de bewuste Tweet, die te vinden is op obscure Arabische websites, nooit is geplaatst door de Israëli. Het blijkt te gaan om een gefotoshopte afbeelding, bedoeld om Naftali in een kwaad daglicht te stellen. Dat het RD zo makkelijk in deze misleiding meegaat en dat vervolgens met zijn lezers deelt is ronduit schokkend. Christenen voor Israël heeft afgelopen zaterdag om een rectificatie gevraagd bij het RD, maar in de editie van maandag 11 maart hebben wij deze niet kunnen vinden.

Het RD-artikel staat verder bol van de verdachtmakingen en suggesties. Zo zou Naftali "een financieel slaatje slaan" uit zijn missie om Israël te verdedigen, door regelmatig om donaties te vragen zodat hij zijn werk kan blijven voortzetten, of zodat zijn volgers toegang krijgen tot exclusieve content. Juist een journalistiek medium als het RD zou moeten weten dat aan het maken van kwalitatieve content een prijskaartje hangt. Saillant detail is dat het RD-artikel over Naftali zelf achter een betaalmuur staat en de toegang tot deze content dus alleen mogelijk is na betaling.

Waarheidsvinding is een basisvoorwaarde voor objectieve journalistiek. Dat lijkt in deze artikelen echter ver te zoeken. Wie, in tegenstelling tot deze journalisten, de moeite wil nemen om te luisteren naar Hananya Naftali zelf, is van harte uitgenodigd om in april naar één van zijn lezingen in Nederland te komen. Klik hier voor meer info en aanmelden.

Favicon CVI

De auteur

Redactie cvi.nl

Doneren
Abonneren
Agenda