Zwijgen over Israël voorkomt gedoe – is dat zo?
Door Marijke Terlouw -
22 oktober 2025
Met bijna de regelmaat van de klok horen we over antisemitische incidenten in Nederland. De cijfers laten het zien: antisemitisme stijgt. Er zal vast geen definitie voor zijn, maar het label ‘salonfähig’ zou je er weer op kunnen plakken.
Ik wil het hebben over iets dat in het verlengde hiervan plaatsvindt. Stilletjes, minder zichtbaar, alom gebezigd. In de gesprekken die ik heb, hoor ik keer op keer dat mensen door wat er in de samenleving plaatsvindt, nadenken over wat verstandig is in het uiten van hun steun aan Israël of het uitdragen van hun identiteit. Zal ik die menora wel in de vensterbank plaatsen? Is het wel verstandig die Israëlische vlag uit te hangen? Die stropdas met davidsterren draag ik toch maar niet meer. Ik mijd het gesprek over Israël. Geen zaaltje te huur voor een lezing die over Israël gaat. De lijst is nog eindeloos veel langer. U heeft waarschijnlijk uw eigen voorbeelden.
Begrijp me niet verkeert, ik snap de ontwikkeling heel goed. Ik doe er zelf aan mee. Ik vertel ook niet overal gedetailleerd wat mijn werk is. Ik mijd ook het gesprek over Israël op een verjaardagsfeestje – je wilt het tenslotte een feestje houden. Ik ben meer bewust van wat ik wel of niet doe dan voorheen. Dat is verstandig. Je hoeft tenslotte niets onnodig uit te lokken, het debat nog verder op scherp te stellen – je eigen veiligheid doet er ook toe. Allemaal legitieme redenen. En reageren op elk voorval? Dan heb je een dagtaak erbij.
Ook in kerken zie ik deze tendens. We mijden het onderwerp Israël – want ja, dat is lastig, ‘is politiek’ zeggen sommigen, ‘de Palestijnen’ roepen anderen, ‘we kiezen geen partij’ hoor je ook. Zaaltje verhuren aan Christenen voor Israël? Tja, we willen geen gedoe, dus toch maar niet. Met als gevolg: we doen als kerk dan maar niets met ‘Israël’. Geen collecte, geen gesprek, geen gebed.
En toch, wat is het gevolg hiervan? Wat nu als we ons stilaan aanpassen aan wat er in de samenleving gebeurt? Laten we de grens dan opschuiven? Stellen we onze normen en waarden dan toch steeds een beetje bij? Waar trekken we de grens dan wél?
Wegkijken lost niets op, negeren ook niet, zwijgen eveneens. Of is het sterker nog: wie zwijgt, stemt toe?
De vraag stellen is makkelijker dan hem beantwoorden. Eén ding kwam me wel in gedachten: wat leert de geschiedenis ons, en kunnen we daar iets mee voor het heden? De vergelijking met de jaren dertig dringt zich natuurlijk op. Het was een tijd waarin de Joodse bevolking geleidelijk steeds meer werd gestigmatiseerd en uitgesloten. Ik heb die tijd niet meegemaakt, maar ik kan me best voorstellen dat bij de zoveelste maatregel – bijvoorbeeld ‘u mag niet meer op de bankjes in het park zitten’ – Joodse burgers dachten: we kunnen niet overal tegen ageren, soms maar accepteren en je richten op belangrijkere zaken. En die winkelier die het bordje ophing ‘voor Joden verboden’? Misschien wilde hij zijn Joodse klanten helemaal niet kwijt, maar was hij bang om zijn andere klanten te verliezen als hij niet meedeed, en hij had ook een gezin te onderhouden. Zo gaat het sluipenderwijs steeds verder – tot je niet meer terug kan.
Trek de vraag nog iets verder door: is het ‘zwijgen over Israël voorkomt gedoe’ wel waar? Verdwijnt dat wat er gaande is in de samenleving spontaan weer een keer? In het verleden behaalde resultaten bieden op dit vlak allesbehalve hoop voor de toekomst. Wegkijken lost niets op, negeren ook niet, zwijgen eveneens. Of is het sterker nog: wie zwijgt, stemt toe? Zorgen we – onbedoeld – dat het probleem van antisemitisme door de overheid wordt onderschat doordat we uit voorzorg bijvoorbeeld geen davidster dragen? Geven we ruimte aan antisemitisme door na te laten, nadat voor de zoveelste keer ‘Free Palestine’ wordt geroepen, uit te leggen dat het een oproep is die het einde van de staat Israël inhoudt? En de kerk: wat spreek je uit door Israël te negeren in de samenkomsten? Hebben we dat niet eeuwenlang gedaan en weten we niet meer wat het pijnlijke resultaat daarvan was?
Ik realiseer me dat mensen uit de beste bedoelingen er het zwijgen toe kunnen doen. Soms is dat ook verstandig. Maar we moeten ervoor waken dat we op het punt komen dat er geen weg terug meer is. Ergens is er een tot-hier-toe-en-niet-verder-moment. Aan u en mij de vraag – en denk daar de komende weken nu écht eens over na: wat kan ik doen om te voorkomen dat dát moment aanbreekt?
Deze opinie verscheen eerder in onze maandkrant Israël Aktueel. Klik hier om gratis abonnee te worden!