Sluiten

Zoeken.

Het najagen van gerechtigheid [tsedek]

Door Petra van der Zande - 

11 maart 2021

gimel en dalet - gever en ontvanger

Op deze afbeelding worden de letter gimel en dalet uitgebeeld. In het Hebreeuwse alfabet staan de gimel en de dalet naast elkaar. Het lijkt of de gimel ‘geeft’ aan het rechterdeel van de dalet, de ontvanger.

“Gerechtigheid [tsedek], gerechtigheid [tsedek] moet u najagen, opdat u leeft en het land dat de HEERE, uw God, u geeft, in bezit neemt.” Deuteronomium 16:20 HSV

Een ethische plicht

Tsedaka, dat een daad van gerechtigheid en/of liefdadigheid betekent, is afgeleid van tsedek – rechtvaardigheid of gerechtigheid. De Septuagint vertaalt het met het geven van aalmoezen. In de Joodse traditie is materiele hulp voor mensen in nood niet een zaak van liefdadigheid, maar een ethische plicht. Goed doen is een heel belangrijk onderdeel van het geestelijk leven, zelfs voor mensen met een klein inkomen. Oud Testamentische profeten herinnerden de Israëlieten aan het feit dat de Heere God zich speciaal bekommerde om de armen en dat zij niet verwaarloosd of uitgebuit mochten worden. Bijbelse wetten, zoals een deel van de oogst bewaren voor de armen, vormden de basis voor een uitgebreid maatschappelijk systeem gebaseerd op individueel initiatief en gedeelde verantwoordelijkheid.

Met hart en hand

Tsedaka geld behoort altijd God toe; Hij vertrouwt het jou toe opdat je het op de juiste manier kunt besteden.” Talmoed.

Tsedaka moet met hand en hart gegeven worden. De mitswa is om in de nood van de hulpbehoeftige te voorzien, niet om hem rijk te maken. Speciale tsedaka wordt verricht op Joodse bruiloften, tijdens Pesach (vreemdelingen welkom heten en hen laten mee-eten); tijdens Poerim en Jom Kippoer.

Doneer voor €15,-

een voedselpakket in Oekraïne

Klaar om te ontvangen?

Tsedaka is net zo belangrijk als alle andere mitswot tezamen,” leert de Talmoed.

Omdat “Natan”, het Hebreeuwse woord voor ‘geven’, ook achterstevoren gelezen kan worden staat het begrip ‘geven’ gelijk aan het begrip ‘ontvangen’. Tsedaka kan niet AAN iemand worden gegeven maar MET iemand. Het Joodse concept van geven is: “Ben jij klaar om te ontvangen wat ik je ga geven?” De gever heeft een vat (kaf-hand) nodig om te ontvangen. In het Hebreeuwse alfabet staan de gimel en de dalet naast elkaar. Het lijkt of de gimel ‘geeft’ aan het rechterdeel van de dalet, de ontvanger. Alsof het een open hand is. Je zou bijna zeggen dat de gimel (gever) achter de dalet (ontvanger) aan rent. De dalet is de deur naar een beter leven, maar alleen in relatie tot de gimel, die op zijn beurt naast de letter hee staat, welke de Heere God representeert.

De hoogste vorm van liefdadigheid

Gasten uitnodigen voor een maaltijd is het equivalent van het brengen van een offer tijdens de Tempel periode.

Kant en klare maaltijden verstrekken wordt daarom beschouwd als de hoogste vorm van liefdadigheid omdat de hongerige persoon meteen bevredigd wordt.

Tsedaka staat bovenaan het concept van tikoen olam (verbetering/herstel van de wereld) door middel van liefdadigheid aan onze medemens.

“De vrucht van de gerechtigheid [hatsedaka] zal vrede zijn, en de uitwerking van de gerechtigheid [hatsedaka]: rust en veiligheid tot in eeuwigheid.” Jesaja 32:17 HSV

Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda