Sluiten

Zoeken.

De schepping zucht

Door Kees de Vreugd - 

28 januari 2022

Negev Timna Park - Pixabay

Er is een samenhang, een verwevenheid van het lot van de natuur met het lot van de mens. Eigenlijk is het Bijbelser om te zeggen: de bestemming van heel de schepping en de bestemming van de mens zijn met elkaar verweven. En als we Romeinen 8 lezen, dan draait het om het openbaar worden van Gods kinderen. Daardoor komt heel de schepping tot haar bestemming. In dit artikel trek ik enkele lijnen vanuit Romeinen 8.

Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.

— Romeinen 8:22 (HSV)

Mee-zuchten

De schepping zucht. De hele schepping zucht. En dat niet zomaar. De schepping zucht ‘gezamenlijk’ (HSV). Eigenlijk staat er: de schepping zucht mee en is mede in barensnood. ‘Mee’ is: samen met iemand of iets anders. Met wie zucht de schepping dan mee?

Het voorzetsel ‘mee’ komt eerder in het hoofdstuk voor. In vers 17 schrijft Paulus: “En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; omdat wij met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.

Meelijden dus met Christus, om ook samen met Hem verheerlijkt te worden. Dat gaat over de kinderen Gods die ‘wij’ mogen zijn. Wie zijn dat? We zijn gauw geneigd om aan onszelf te denken. Maar Paulus wisselt in dit hoofdstuk, zoals ook elders, steeds tussen ‘wij’ en ‘jullie’. Laten wij ons eerst maar even bescheiden opstellen door er vanuit te gaan dat hij met ‘wij’ zijn eigen volk Israël bedoelt, waar hij zichzelf uiteraard bij insluit. Zo is het zo vaak in zijn brieven. ‘Wij’, de apostelen in verbondenheid met heel Israël, zijn geroepen tot deze bediening ten behoeve van ‘jullie’, de volken van de wereld. En laten we ons dan als christenen uit de volken aangesproken voelen door zijn ‘jullie’.

Tot kinderen aangenomen

‘Israël en de volken’ is eigenlijk het doorlopende thema van de brief aan de Romeinen. De bekende hoofdstukken 9 t/m 11 waarin het expliciet over Israël gaat, staan niet op zichzelf, maar zijn verweven met de hele brief. Ook in Romeinen 8 lopen lijnen die we kunnen doortrekken vanuit de voorgaande hoofdstukken naar de volgende. In de verzen die we onderhanden hebben leren we dus dat het bij de ‘zonen Gods’ (zoals er in vers 19 in het Grieks staat) om Israël gaat. Immers, van Israël is de aanneming tot zonen? (Romeinen 9:4)

Maar ‘jullie’ hebben ook de Geest van aanneming tot zonen ontvangen. (Romeinen 8:15) Die Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen (hier staat in het Grieks inderdaad ‘kinderen’) van God zijn. Daar komen de heidengelovigen dus op één lijn met Israël. Maar Israël is en blijft de eerste. En heidengelovigen zijn mede-erfgenamen (Efeze 3:6) van Israël. Alleen zo zijn ze ook mede-erfgenamen van Christus. (Romeinen 8:17)

Mee-lijden

Als mede-erfgenamen van Christus delen wij ook in Zijn lijden. Ook na Christus’ volbrachte werk aan het kruis is er dus lijden. En als wij dan meelijden met Christus om met Hem verheerlijkt te worden, impliceert dat dus ook dat Christus zelf nog lijdt. Zoals een lied zegt: “Altijd zal Jezus weer in doodsstrijd wezen…” (gezang 180:5, Liedboek voor de Kerken 1973). Dat is een moeilijke gedachte. Wat is er dan volbracht aan het kruis? En waarvoor is er dan nog lijden nodig?

Aan het kruis is eens en voorgoed de verzoening tot stand gebracht. Daarmee is ook het fundament van de nieuwe schepping gelegd.

— Kees de Vreugd

Maar de nieuwe schepping moet ook nog haar beslag krijgen. Dat gaat gepaard met pijn. Het is als een geboorte. “De schepping zucht mee als in barensweeën”, schrijft Paulus. Maar uit barensweeën komt nieuw leven voort. Het is dus wel een onbeschrijflijke pijn, maar niet zonder hoop. Het is een pijn in verwachting.

Het lijden van de Gezalfde zet zich voort in de ballingschap van Israël. Dat is dus ook een lijden om het doorbreken van de nieuwe schepping. Het lijden dat de gemeente doormaakt om Christus’ wil is evenzeer een deelnemen aan het lijden van Christus. In verschillende brieven van Paulus ontdekken we de lijdende gestalte van Christus in Israël omwille van de heidenen, en de gestalte van de opgestane Christus in de heidenen die tot geloof zijn gekomen:

Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt.” (2 Korinthe 4:10 en context)

Ik ben verheugd dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog ontbreekt aan het lijden omwille van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk.” (Kolossenzen 1:24 NBV21)

Maar in Romeinen 8 is het anders. Christus lijdt. Israël lijdt. De gelovigen lijden. Heel de schepping lijdt. Toch is het een lijden in reikhalzend verlangen. Met reikhalzend verlangen ziet de schepping uit naar het openbaar worden van de zonen van God (19). De Zoon is openbaar geworden. De zonen worden openbaar.

Zinloosheid

Maar waar komt dit lijden van de schepping vandaan? “De schepping is aan de ijdelheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar onderworpen heeft.” Het is opmerkelijk, dat de NBV21 ‘hem’ hier met een hoofdletter schrijft, terwijl de HSV een kleine letter heeft! Wie heeft de schepping aan de ijdelheid onderworpen? Is het de mens, die door zijn val het verderf niet alleen in de wereld heeft gebracht, maar het ook actief bewerkt? Is het God, die om de zonde van de mens de aardbodem vervloekt heeft? Maar in Genesis 9 wordt de vloek opgeheven! Niettemin is er het verderf. En dat hangt op een of andere manier samen met de gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid van de mens. De schepping – of het schepsel, dat is ook nog een vertaalkwestie – is onderworpen aan de slavernij van het verderf. Zo ernstig is het.

Moeten we denken aan de klimaatcrisis? In het Bijbelse besef is er een onmiddellijk verband tussen Israëls gehoorzaamheid aan de Thora en regen en droogte, waarmee samenhangt of de oogst al dan niet slaagt (vgl. bijv. Deuteronomium 28:12 e.v.). In de tijd van Elia was er drieënhalf jaar droogte vanwege de afgoderij van het volk. Maar de remedie was niet afvalscheiding of vermindering van de CO2-uitstoot, hoe nuttig en nodig op zichzelf ook. De remedie was terugkeer naar de levende God.

De schepping is volgens Paulus aan de zinloosheid onderworpen – ijdelheid is het woord dat hij gebruikt. Het is hetzelfde woord als bij de Prediker, de vluchtigheid van het bestaan. Alle menselijke streven is vluchtig als het niet gepaard gaat met de omkeer tot de levende God (vgl. het slot van Prediker). Het schepsel, de hele schepping, is zinloos, vluchtig, als de mens haar alleen maar aanwendt voor eigen nut en niet verheft door de aarde te bebouwen en te bewaren en zo Gods opdracht te vervullen. (Genesis 3:23)

Als we vanuit kruis en opstanding van Christus naar de schepping en het schepsel kijken, krijgt het nog een andere klank. De schepping is oud geworden en wacht op het verlossende woord: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” Want het nieuwe is geopenbaard in het lege graf en de opgestane Christus. En nu moet dat doorwerken. Zo zucht de schepping. En zo zuchten wij mee.

Word lid van

Profetisch Perspectief

De Geest

Ook wijzelf, in de verwachting van de aanneming tot zonen, wij zuchten ook in onszelf.” Hoezo? Omdat wij de geest als onderpand, als “aanbetaling” hebben gekregen. Waar is de Geest een onderpand, een aanbetaling van? Van de vernieuwde schepping, van een nieuwe aarde onder een nieuwe hemel. De Geest bidt, zucht met ons. Door de gave van de Geest proeven we al iets van de nieuwe schepping. Maar tegelijk ervaren we dat het nu nog niet zover is. Het is pas zover als ons sterfelijke lichaam verlost is van de vergankelijkheid. En de hele schepping wacht daarop. Het heilswerk van Christus is niet compleet als niet de hele schepping, inclusief ons lichaam, verlost wordt. We worden dus niet verlost van ons lichaam, maar ons lichaam wordt verlost van het verderf, de vergankelijkheid.

Daarmee krijgt het wel een totaal andere kwaliteit. Paulus spreekt in 1 Korinthe 15 van een verheerlijkt lichaam. Het is het opstandingslichaam dat met hemelse glans bekleed is. Zoals Christus’ lichaam verheerlijkt is. Maar met dat lichaam is ook het aardse gegeven, al is het niet meer beperkt tot de drie dimensies van de ruimte. De lichamelijke opstanding van Christus legt ook het fundament voor de hoop op het herstel en de vernieuwing van heel de schepping.

We zijn als mens niet alleen ziel of geest, maar ziel, geest en lichaam. Het Hebreeuws gebruikt zelfs twee woorden die allebei met ‘ziel’ vertaald worden: nèfèsj en nesjamáh. De nèfèsj is het animale, het bezielende, de levensdrift die mens en dier beide hebben. Daarmee wordt een lichaam bezield. De nesjamáh is de Goddelijke levensadem in de mens (Genesis 2:17) die de nèfèsj en het lichaam tot leven wekt en waardoor de mens een verbinding met God heeft. Het geestelijke heeft het lichamelijke ook nodig, terwijl zonder geest en ziel het lichaam dood zou zijn.

Daarom is er ook geen nieuwe hemel zonder een nieuwe aarde. De schepping wordt hersteld. En daarom is ook het herstel van Israël zo cruciaal. Want het is in dat verband dat de Heere de belofte geeft van een nieuwe hemel en een aarde (Jesaja 65). Jezus bevestigt die belofte. Zijn komst in het vlees in Israël, Zijn kruis en opstanding, Zijn bevestiging en onderpand van ook die belofte.

In onze tijd voert angst voor ziekte en angst voor klimaatverandering de boventoon, aangewakkerd door alarmisten en idealisten. De vraag rijst welke macht deze angst gaat aangrijpen om zich te vestigen, ten goede, of zoals velen vrezen, ten kwade.

Wij mogen zien en getuigen dat de schepping zucht onder de zinloosheid van het verderf, en hunkert naar het openbaar worden van de kinderen van God. Laat het ons tot verootmoediging brengen om ons eigen aandeel in de oorzaak van dat zuchten. Laat het ons brengen tot een mee-zuchten in de verwachting dat de Zoon van God zich zal openbaren. Het beginnende herstel van Israël is daarvan taal en teken.

kees-de-vreugd-web-150x150

De auteur

Kees de Vreugd

Kees de Vreugd is theoloog en werkt bij Christenen voor Israël waar hij onder meer hoofdredacteur is van het blad Israël en de Kerk.

Doneren
Abonneren
Agenda