Sluiten

Zoeken.

75 jaar Israël: verlossing in de onvoltooid toekomstige tijd

Door Wim Kortenoeven - 

19 september 2023

Jeruzalemdag 75 jaar israel

Duizenden Joden kwamen samen bij de Westelijke Muur op Jeruzalemdag, 18 mei 2023. Foto: Yonatan Sindel/Flash90

Op 26 april vierde Israël dat 75 jaar geleden de Joodse staat werd herboren: als een vooralsnog onvoltooid zionistisch project, maar met een weergaloze profetische toekomstverwachting.

Let op: dit is een lang artikel, afkomstig uit ons kwartaalblad Profetisch Perspectief. De schrijver, Wim Kortenoeven, neemt u mee door de bewogen geschiedenis van Israël, het opkomend zionisme en het ontstaan van de moderne Joodse staat.

Voorlopig compromis

Het ‘ontluikend begin van onze verlossing’ kwam paradoxaal genoeg tot stand in de periferie van het Land van Israël, zónder de Bijbelse bakermat van de Joodse beschaving (Judea en Samaria) en zónder de kern van alle zaken: Zion.

Het herboren Israël begon als een voorlopig compromis, óók met betrekking tot het religieuze karakter van de Joodse staat. Er is sindsdien gelukkig veel veranderd, in territoriaal opzicht en anderszins, maar nog steeds is Israël in veel opzichten onvoltooid en is ook de Joodse ballingschap maar ten dele geëindigd.

Het wonderlijke herstel van de Joodse onafhankelijkheid in het Land van Israël was het resultaat van een koppig en constant verlangen dat net zo oud is als het volk van Israël zelf, dat ruim 34 honderd jaar geleden aan het eind van de Egyptische ballingschap zijn nationale lotsbestemming kreeg toebedeeld. Het verhaal van de Uittocht uit Egypte en de daaropvolgende veertig jaar durende woestijntocht naar het Beloofde Land vormen de kern van de Israëlitische (later de ‘Joodse’) etnische én religieuze identiteit, hetgeen nog steeds in de dagelijkse gebeden wordt beleden.

Lotsbestemming en raison d’être van Israël

Tijdens de uittocht uit Egypte werden de twaalf stammen van Israël een ‘nationale’ eenheid en in die hoedanigheid ontvingen zij bij de berg Sinaï de Tora, teneinde op hun eindbestemming “een koninkrijk van priesters” te worden “en een heilig volk” (Ex. 19:6). Dát en niets anders is de lotsbestemming en raison d’être van Israël, tot op de Laatste Dag.

Als ‘richtinggevend beginsel’ gaat het ‘proto-zionisme’ eigenlijk nog zo’n 500 jaar verder terug dan de Uittocht uit Egypte: tot de dagen van Abra[ha]m, de aartsvader van het volk van Israël. Men zou Abraham, die op basis van een goddelijke opdracht vanuit Mesopotamië via (het thans in Turkije gelegen) Haran naar de landstreek Kanaän trok, wel ‘de eerste zionist’ kunnen noemen. Zonder zijn eindbestemming te kennen volgde hij, inmiddels op hoge leeftijd, vol vertrouwen de goddelijke opdracht om te gaan “naar het land dat Ik je zal wijzen” (Gen. 12:1).

HaMakom

De lotsbestemming van het volk van Israël leidde het -- door de millennia heen en met vele omwegen, tijdelijke vestigingsplaatsen, verdrijvingen, ballingschappen, en vaak onder onvoorstelbaar lijden -- steeds weer naar het onvermijdelijke eindpunt in Zion. Dat is wat in het Hebreeuws ‘HaMakom’ wordt genoemd: De Plek, het centrum van de wereld, waar drie continenten door een smalle landbrug met elkaar verbonden zijn. Daar bevindt zich ook de bergtop Moriah waar Abraham gehoorzaamde aan de goddelijke opdracht zijn zoon Izaäk als een offer aan te bieden; op de locatie die God Zelf had uitgekozen en waar een huis voor Hem moest worden gebouwd, als centrum van de Joodse offerdienst ten behoeve van Israël en de volken.

Vanuit HaMakom zal uiteindelijk ook de Verlossing ontspruiten, niet alleen die van Israël, maar van de hele wereld, “want uit Zion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem” (Jes. 2:3). Daar, op die heiligste plaats ter wereld, stonden de door respectievelijk de Babyloniërs en de Romeinen verwoeste Eerste en Tweede Tempels, en bevinden zich nu inmiddels dertienhonderd jaar de Aksa-moskee en de Rotskoepel, als schier onverzettelijke maar uiteindelijk futiele islamitische blokkades van de Verlossing.

Ballingschap, verlangen en terugkeer

Het centrale verhaal van het priestervolk Israël draait om lots- en doelbestemming, afvalligheid, verdrijving, ballingschap en terugkeer. Dat deze dramatische cyclus zich zou voltrekken werd al voorzegd voordat het volk überhaupt in het Beloofde Land was gearriveerd (Deut. 18:15-63 en 30:1-10). Men heeft die profetieën door de hele Joodse geschiedenis heen met zich meegedragen.

De zeventig jaar durende Babylonische ballingschap, die volgde op de verwoesting van de door Salomo gebouwde Eerste Tempel, vormt het decor van emotionele gedichten en liederen over het Joodse verlangen om uiteindelijk terug te kunnen keren naar Zion, zoals: “Aan Babels stromen, daar zaten wij, ook weenden wij als wij Zion gedachten. […]  Als ik u vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn rechterhand zichzelf vergeten; mijn tong kleve aan mijn verhemelte als ik u niet gedenk, al ik Jeruzalem niet verhef boven mijn hoogste vreugde” (Psalm 137).

Deze dichtregels migreerden later met Israël mee in de grote en nog steeds niet geheel voltooide ballingschap die volgde op de verwoesting van de Tweede Tempel door Rome. Zion werd daarbij een metafoor voor het gehele Land van Israël. Een smeekbede voor de terugkeer van de naar de vier windstreken verspreide ballingen werd (en is nog steeds) een vast onderdeel van de dagelijkse Joodse gebeden. En Pesach en Jom Kippoer worden traditioneel afgesloten met de hoopvolle woorden “le-shanah ha-ba'ah bi-Yerushalayim” (“Volgend jaar in Jeruzalem”).

Er is geen ander volk dat een bijna totale en zeer langdurige verdrijving uit het eigen land als coherente etnische en culturele eenheid heeft overleefd. Er is geen ander volk dat ondanks een bijna wereldwijde verspreiding de herinnering bleef koesteren, de hoop op terugkeer levend wist te houden, en uiteindelijk op letterlijk wonderlijke wijze een nationale wedergeboorte in het thuisland heeft weten te realiseren.

Overigens zijn er door de eeuwen heen altijd Joden in het Land van Israël blijven wonen en durfden met regelmaat individuen en kleine groepen vanuit Europa de hachelijke reis er naartoe te ondernemen. Het ging daarbij altijd om een religieus gemotiveerd zionisme, niet centraal georganiseerd en zonder de politieke ambitie om uiteindelijk een Joodse staat te vestigen. Het enige doel van deze migranten was het dienen van de God van Abraham, Izaäk en Jakob.

Dat minimalistische perspectief veranderde in de negentiende eeuw, onder invloed van ideeën en ideologieën die in het Europa van na de Verlichting ontstonden, waaronder het christenzionisme, het romantische gedachtegoed, socialisme, communisme en nationalisme.

Algemeen zionisme

Er moet op deze plaats eerst een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds het ‘politiek’ zionisme, dat zich richt op het realiseren van Joodse territoriale soevereiniteit, en anderzijds het daaraan voorafgaande ‘algemeen’ zionisme. Dat is veelal religieus geïnspireerd en beoogt de georganiseerde terugkeer van het Joodse volk te bevorderen en zijn rendez-vous met de Joodse lotsbestemming te bewerkstellingen -- niet met het doel om in Zion vervolgens een politieke Joodse entiteit te stichten. Deze beweging had in Europa aanhangers onder zowel Joden als christenen. Het Europese christenzionisme predateerde zelfs het Joodse zionisme en het speelde uiteindelijk een cruciale rol bij het politiek aanvaardbaar en zelfs aantrekkelijk maken van het zionisme als zodanig.

Een van de bekendste vroeger christenzionisten was de Britse staatsman Lord Shaftesbury (1801-1885). In 1840 publiceerde hij in het dagblad The Times een oproep voor de “terugkeer van de Joden naar hun oorspronkelijke land”. Ook Shaftesbury had daarmee niet bedoeling dat zij daar vervolgens een eigen staat zouden stichten, maar dan zij zich er “op eigen kosten en op eigen risico” zouden vestigen en zich aan de plaatselijke regering onderwerpen. Destijds viel het Land van Israël onder het bewind van de in Egypte zetelende gouverneur Mohammed Ali, die in 1831 tegen de Turks-Ottomaanse sultan in opstand was gekomen.

Shaftesbury werd primair gedreven door de gedachte dat de Joodse terugkeer naar Zion de wederkomst van Christus zou bespoedigen. Maar hij zag een Joodse renaissance ook als de voor Groot-Brittannië goedkoopste en efficiëntste manier om de Levant te koloniseren. De voordelen daarvan, waaronder de ondermijning en opdeling van het Turks-Ottomaanse rijk, zouden volgens Shaftesbury “de gehele beschaafde wereld ten goede komen”.

Deze religieuze en geopolitieke overwegingen sloten goed aan op die van het Britse politieke establishment van die tijd. En ze legden de basis voor de latere politieke Britse steun voor het zionisme en het publiceren van de Balfourverklaring waarin het Joodse volk een nationaal tehuis in de landstreek Palestina werd beloofd.

Politiek zionisme

Naast het ‘algemeen’ zionisme onderkent men het uiteindelijk veel daadkrachtiger en effectievere politiek zionisme. Dat kwam pas aan het eind van de negentiende eeuw op stoom en beoogde uitsluitend een veilige haven te creëren voor de door het snel escalerende antisemitisme en gewelddadige pogroms bedreigde Europese Joden, vooral die in Rusland.

Het politiek zionisme werd geweven rond de persoon van de Weense journalist Theodor Herzl (1860-1904), die in 1896 een pamflet had gepubliceerd met de veelbelovende titel Der Judenstaat - Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage (‘De Joodse Staat – Voorstel voor een moderne oplossing van het Joodse vraagstuk’).

Herzl, een volledig geassimileerde seculiere Jood, had een jaar eerder in Parijs het geruchtmakende antisemitische proces tegen de valselijk van landverraad beschuldigde Frans-Joodse legerofficier Alfred Dreyfus bijgewoond. Daarbij was hij tot de conclusie gekomen dat niet assimilatie, maar alleen het stichten van een Joodse staat een eind aan het antisemitisme zou kunnen maken.

Herzl werd in ideologisch opzicht sterk beïnvloed door de Britse predikant en christenzionist William Hechler (1845-1931). Deze werkte van 1885 tot 1910 als geestelijk verzorger op de Britse ambassade in Wenen. Hechler wees Herzl op de voorzeggingen van de Joodse profeten over de terugkeer van het Joodse volk naar het Land van Israël. Hij voorzag dat die terugkeer Europa “enorm veel zegen” zou brengen en een eind zou maken aan “de antisemitische geest van haat, die zo vreselijk schadelijk is voor het welzijn van al onze naties”. De invloedrijke predikant opende ook belangrijke diplomatieke deuren voor Herzl. Toch hield die in Der Judenstaat nog de mogelijkheid open om de Joodse staat eventueel in Argentinië te vestigen, verder weg van Zion gelegen dan wat dan ook. En religieus is hij nooit geworden.

Zionisme als seculiere nationalistische ideologie

In augustus 1897 kwam in het Zwitserse Basel onder Herzls voorzitterschap het eerste zionistische congres bijeen, met afgevaardigden uit zowel West- als Oost-Europese landen. Eregasten waren de christenzionisten Henry Dunant (stichter van het Rode Kruis) en eerdergenoemde William Hechler. Het politiek zionisme, als internationale en tegelijkertijd nationalistische Joodse beweging, bekrachtigde in Basel haar doelstelling om een Joodse natiestaat te stichten in het gebied waar het Joodse volk in de Oudheid een soeverein bestaan had geleid.

Het congres was in alle opzichten een succes en na afloop sprak Herzl de profetische woorden: “In Basel heb ik de Joodse staat gesticht. Als ik dit vandaag hardop zou zeggen zou dat alom worden weggelachen. Maar misschien over vijf jaar, en zeker over vijftig jaar, zal iedereen het zien”.

Het politiek zionisme van Herzl c.s. was tegelijkertijd exclusief en pluriform: gericht op mensen met gedeelde, als ‘Joods’ te typeren, etnische en culturele eigenschappen en plaats biedend aan alle politieke gezindten en aan zowel religieuze als seculiere Joden. In de praktijk was het echter een seculiere en naderhand ook nog eens overwegend socialistisch-georiënteerde ideologie die in handen was van een dito beweging die de macht stevig in handen had en tientallen jaren (tot 1977) zou houden. Dat stond en staat natuurlijk op gespannen voet met het religieuze uitgangspunt dat de Joden op hun eindbestemming “een koninkrijk van priesters” “en een heilig volk” moesten worden, en dat een herboren Joodse staat daartoe evident de voorwaarden zou moeten bieden.

Neturei Karta

Het seculiere nationalistische karakter van het politiek zionisme was echter niet de enige reden voor onenigheid met de religieuze Joodse organisaties, die vanzelfsprekend ook bij de stichting van de Joodse staat betrokken moesten worden. Een belangrijk deel van de zogenaamde ultraorthodoxe groeperingen zagen het politiek zionisme als een ongeoorloofde interventie in goddelijke zaken. De meest radicale en (gelukkig marginale) ultraorthodoxe sekte, de volgelingen van rabbijn Joël Teitelbaum (de ‘Satmar Rebbe’) wezen en wijzen zelfs iedere samenwerking met de zionisten af. Deze leden van de Neturei Karta (‘Wachters van de Stad’) redeneren dat de massale terugkeer van het Joodse volk naar Zion alleen onder leiding van de Messias zou mogen plaatsvinden en dat het unilateraal uitroepen van een Joodse staat al helemaal uit den boze was en is. Volgens Teitelbaum c.s. blokkeert het bestaan van de ‘onrechtmatige’ staat Israël juist de komst van de Messias. Als zodanig pleiten zij openlijk voor de ontmanteling ervan.

De Status Quo-overeenkomst van 1947

Het overgrote merendeel van de religieuze groeperingen en partijen koos echter voor een pragmatische benadering. Zij zagen in dat hun eigen belangen, en die van de Joden in het Land van Israël in het algemeen, met een compromis gediend waren. Tegelijkertijd realiseerden de seculiere zionisten zich dat het onmogelijk zou zijn om zonder medewerking van de religieuze sector een goed functionerende staat te stichten. Dit leidde in al 1947 tot een formele ‘status-quo-overeenkomst’. Daarin werd onder andere het volgende vastgelegd:

  1. Erkenning van de Sjabbat als rustdag voor de Joodse bevolking en het naleven ervan door de overheid.
  2. Handhaving van de Joodse voedselwetten (kasjroet) in openbare- en overheidsinstellingen en het leger.
  3. Huwelijken, echtscheidingen en begrafenissen vallen onder rabbinale verantwoordelijkheid en vinden plaats in overeenstemming met de halacha (Joodse wet).
  4. Erkenning van een religieuze stroming binnen het openbaar onderwijs, alsmede van een onafhankelijk ultraorthodox onderwijssysteem dat niet onder de controle van de staat valt.
  5. Publieke financiering van religieuze erediensten en religieuze instellingen van de diverse gemeenschappen.

Grondwet

De seculier-religieuze tegenstellingen maakten het opstellen van een grondwet voor de Joodse staat problematisch. Volgens de religieuze partijen had Israël met de Tora al een grondwet. De seculiere zionisten van Ben Goerion op hun beurt waren bang dat een grondwet hun tot dan toe bijna absolute machtspositie zou kunnen aantasten. Een ander argument was dat het grootste deel van het Joodse volk net voor en tijdens de stichting van Israël nog in de ‘galoet’ (ballingschap) verbleef, maar wel het recht had zich in Israël te vestigen. Het werd ongepast gevonden om ook voor hen een grondwet op te stellen zonder hen daarbij te kunnen betrekken.

Uiteindelijk werd daarom maar gekozen voor een inherent fragiel stelsel van ‘basiswetten’ over de bevoegdheden en de instellingen van de staat (waaronder ook het Hooggerechtshof) en de rechtspositie van de burger. Op termijn, zo dacht men toen, zouden deze basiswetten, die met een eenvoudige parlementaire meerderheid kunnen worden ingesteld of geamendeerd, mogelijk in een formele grondwet kunnen worden gebundeld.

Knagen aan het Joodse karakter van Israël

Zoals eerder gezegd is Israël nog steeds een onvoltooid zionistisch project, vooral omdat er geen overeenstemming is over het invullen van de Joodse lotsbestemming. Is het een Joodse staat of een staat waarin ook Joden wonen? Moet Israël een staat zijn zoals alle andere staten of heeft het een bijzondere missie? Moet Israël een theocratie worden of een staat van Hebreeuws sprekende heidenen?

Door de seculiere zionisten wordt voortdurend geprobeerd de status-quo overeenkomst te ondermijnen, bijvoorbeeld door het op Sjabbat willen laten rijden van het openbaar vervoer, en door het frustreren van de kasjroetregels, bijvoorbeeld door tijdens Pesach in ziekenhuizen broodmaaltijden te laten serveren.

Het seculiere zionistische establishment beheerst nog steeds alle belangrijke zionistische instellingen. Dat geldt ook voor het Joods Agentschap dat belast is met de inzameling van de Joodse ballingen.

Met de nieuwe regering Netanyahu, Israëls meest religieuze coalitie tot nu toe, is 75 jaar na de stichting van Israël, echter een tegenbeweging op gang gekomen die orde op zaken wil stellen en die niet onder stoelen of banken wenst te steken dat Israël een Joodse staat is, met een Joodse missie en een Joodse lotsbestemming.

Word abonnee van

Profetisch Perspectief

wimkortenoeven-150x150

De auteur

Wim Kortenoeven

Wim Kortenoeven is Midden-Oostenspecialist en freelance publicist. Hij schrijft regelmatig voor onze krant Israël Aktueel en onze website.

Doneren
Abonneren
Agenda