Sluiten

Zoeken.

Zo spoorde Israël de zes ontsnapte Palestijnse gevangenen op

21 september 2021

Gilboa gevangenis

De zwaarbewaakte Gilboa gevangenis in het noorden van Israël. Foto: Flash90

Afgelopen maandag arresteerden Israëlische veiligheidstroepen eindelijk de twee overgebleven Palestijnse terroristen die uit de Gilboa gevangenis waren ontsnapt, twee weken geleden.

De twee terroristen, Ayham Kamamji en Munadel Enfayat, gaven zich over aan speciale eenheden van de Israëlische politie, de interne inlichtingen- en veiligheidsdienst Shin Beth en een speciale eenheid van het Israëlische leger zonder dat er ook maar één kogel werd afgevuurd.

Kamamji en Enfayat, twee leden van de Palestijnse terreurorganisatie Islamitische Jihad, hielden zich schuil in een gebouw in het oostelijke deel van de Palestijnse stad Jenin, en niet zoals verwacht in het grote vluchtelingenkamp nabij de stad.

Het huis behoort toe aan Abdel Rahman Abu Ja'afar, een kledinghandelaar. Zijn broer Ehab was één van de commandanten van de al-Aqsa-brigades van Fatah in Jenin tijdens de zogenaamde Tweede Intifada (ook wel de Oslo-oorlog genoemd in Israël), die in september 2000 begon.

De andere lokale commandant van de al-Aqsa Brigades tijdens de Oslo Oorlog was Zakaria Zubeidi, die één van de andere zes andere Palestijnse gevangen was die twee weken geleden ontsnapten. Op één na zaten deze terroristen levenslange gevangenisstraffen uit in de Gilboa gevangenis. Zubeidi en drie andere terroristen werden in de nacht van 11 september aangehouden door de politie. Zij hielden zich schuil in Nazareth en een Arabisch dorp nabij de stad.

Afleidingsmanoeuvre

Nadat de Israëlische veiligheidstroepen de bevestiging hadden gekregen dat Kamamji en Enfayat zich inderdaad in het huis van Ja'afar schuil hielden, voerden ze een afleidende operatie uit in andere delen van Jenin. Dit werd gedaan om lokale Palestijnse terroristen in verwarring te brengen. Die hadden gezworen de ontsnapte gevangenen te beschermen en om elke Israëlische strijdmacht die het waagde Jenin binnen te komen, het hoofd te bieden.

Honderden Israëlische soldaten bonden tijdens de operatie om Kamamji en Enfayat te arresteren de strijd aan met leden van de verschillende Palestijnse terreurgroepen in Jenin.

Ondertussen omsingelden elitetroepen snel het huis van Ja'afar aan de andere kant van Jenin en eisten dat de terroristen zich zouden overgeven zonder hun wapens.

Kamamji en Enfayat kwamen daarop uit het gebouw en identificeerden zich door hun identificatienummer aan de Israëlische strijdkrachten te geven. Ze werden samen met Ja’afar gearresteerd en uit Jenin gehaald, terwijl Palestijnse terroristen op motorfietsen op het konvooi schoten. Daarbij raakte niemand gewond, omdat de speciale eenheden gebruik maakten van gepantserde voertuigen.

Collaborateurs?

Na de spectaculaire Israëlische operatie gaven de Palestijnse Arabieren in Jenin toe dat de arrestatie van de twee terroristen de niet geringe inlichtingen capaciteiten van Israël aantoonde. Dezelfde ooggetuigen zeiden dat ze er ook zeker van waren dat collaborateurs in de stad de Israëli's hadden bijgestaan, net zoals dat gebeurde tijdens de Eerste- en Tweede Intifada.

Sommige van deze collaborateurs werden vervolgens vermoord door aan Fatah gelieerde gewapende groepen en later tijdens de Tweede Intifada ook door Hamas.

Inwoners van Jenin hadden ook scherpe kritiek op de "centrale oorlogscontrolekamer" die was opgezet door de verschillende terreurgroepen in Jenin om een “Israëlische invasie” te voorkomen. De commandanten van deze controlekamer hadden gewaarschuwd dat Israël "een hoge prijs zou betalen" wanneer de Israëlische veiligheidstroepen de stad zouden binnengaan.

Eén van de bewoners zei dat die dreigementen ijdel waren gebleken en beschuldigde de Palestijnse Autoriteit van collaboratie met Israël bij de pogingen om de twee PIJ terroristen op te sporen.

Ontsnapte gevangenen maken grote fout

De waarheid is echter dat de twee een grote fout maakten door hun mobiele telefoon te gebruiken om contact op te nemen met familieleden terwijl ze in hun schuilplaats verbleven.

De Shin Beth beschikt over de technologie om mensen op te sporen die hun mobiele telefoon gebruiken, zoals bleek tijdens de eerste golven van de COVID-19-crisis. Toen kreeg de Shin Beth inlichtingendienst tijdelijk toestemming om deze technologie te gebruiken om te controleren of mensen die waren besmet met het virus wel in quarantaine bleven.

Speciale troepen en technologie

Er is echter meer. De Vliegende Kameel eenheid van de Israëlische strijdkrachten (IDF) en eenheid 9900 van het Israëlische leger hielpen bij het zoeken naar de voortvluchtige terroristen.

In een verklaring die werd uitgegeven na de operatie in Jenin, zei de IDF dat de Vliegende Kameel en de 9900 eenheid zo'n 9.900 missies hebben gevlogen sinds de ontsnapping aan de vooravond van het Joodse Nieuwjaar (Rosh HaShana).

De Israëlische veiligheidstroepen gebruikten ook twee Beech 200 vliegtuigen die waren uitgerust met geavanceerde sensoren tijdens de nachtelijke operatie in het oosten van Jenin. Deze vliegtuigen waren uiterst belangrijk bij de succesvolle hernieuwde arrestatie van Kamamji en Enfayat.

Politie-inspecteur-generaal Kobi Shabtai onthulde verder dat hij en anderen, zoals de stafchef van de IDF, luitenant-generaal Aviv Kohavi, “vele troepen” hadden gemobiliseerd en “duizenden agenten van de politie en grenspolitie alsmede vrijwilligers” hadden ingezet om de operatie uit te voeren en tijdens de jacht op de ontsnapte gevangenen.

“Het hele veiligheidscorps zal resoluut en agressief blijven optreden ten behoeve van de veiligheid van de burgers van Israël”, verklaarde Shabtai.

De hernieuwde aanhouding van de zes Palestijnse terroristen wordt gezien als een enorme klap voor de PIJ en ook voor Hamas dat in de dagen na de ontsnapping van de terroristen een derde Intifada probeerde uit te lokken.

Succes overschaduwd

Het succes van de operatie wordt echter overschaduwd door de talloze fouten en mislukkingen binnen de Israëlische Gevangenisdienst (IPS) die leidden tot de ontsnapping van de vijf PIJ terroristen en al-Aqsa commandant Zubeidi.

Er zijn nu oproepen tot een door de staat geleid onderzoek naar het functioneren van de IPS. Minister van Openbare Veiligheid Omer Bar Lev heeft inmiddels beloofd om een dergelijke commissie op te richten. Deze commissie zal zich echter uitsluitend richten op de Gilboa gevangenis.

Anderen zeggen dat een dergelijk onderzoek moet worden uitgebreid tot andere zaken die verband houden met Palestijnse Arabieren die illegaal in Israël verblijven.

Kamamji en Enfayat waren blijkbaar in staat om Jenin binnen te komen nadat ze door één van de vele gaten in het veiligheidshek waren geklommen. Dit veiligheidshek werd door Israël tijdens en na de Oslo Oorlog gebouwd maar daarna niet goed onderhouden. Palestijnse Arabieren die illegaal in Israël werken gebruiken deze gaten dagelijks en posten zelfs foto’s op Facebook waar op te zien is hoe zij via de gaten Israël binnenkomen.

Doneren
Abonneren
Agenda