Sluiten

Zoeken.

Wat doen we met alle ontheemden?

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

14 maart 2022

F220313ZEL38 (1)

Israëlische artsen geven medische hulp aan een Joods Oekraïense vrouw die Oekraïne ontvluchtte. (foto: Yossi Zeliger / Flash90)

We zijn inmiddels midden in de derde oorlogsweek. De oorlog lijkt nog lang niet over. In West-Europa worden we met steeds meer vluchtelingen geconfronteerd.

Af en toe allemaal een beetje vluchteling

Met Poeriem (het Joodse Lotenfeest, 2500 jaar geleden gebeurd) konden de Joden nergens heen. Alle Joden zaten vast in het rijk van Ahasveros en Haman, dat zich uitstrekte van Indië tot Ethiopië, 127 provincies groot (Esther 1:1). Haman had in het Bijbelboek Esther verordonneerd dat alle Joden gedood moesten worden. Uiteindelijk werden ze uit Hamans klauwen gered en trokken de Joden – na de Babylonische ballingschap – terug naar Israël, waar ze toestemming kregen om de tweede Tempel te bouwen van koning Cyrus.

Maar 3334 jaar geleden vertrokken we uit Egypte. Farao was na 10 plagen niet blij met ons. Wij werden Egypte uitgejaagd. Jaarlijks herdenken wij ons vertrek door een aantal essentiële elementen van de historische gebeurtenis weer opnieuw aan den lijve te ondervinden. Bij de Sederavond (viering van de uittocht) eten we matzes (platte broden) ter herinnering aan de slavernij en onderdrukking, maar ook ter herinnering aan de bevrijding. De bevrijding ging zo abrupt, dat de Joden geen tijd hadden hun deeg te laten rijzen: “Het is het tranenbrood dat u – zolang u leeft – zal herinneren aan de dag dat u uit Egypte vertrok, aan dat overhaaste vertrek” (Deuteronomium 16:3). We eten maror of bitterkruid omdat alles zo triest en bitter was. Maar we drinken op Sederavond ook vier bekers wijn omdat we dankbaar zijn voor onze vrijheid om joods te leven. Kennelijk is het belangrijk af en toe te herinneren dat wij allemaal een beetje vluchteling zijn. En dan zien we de negatieve punten maar vergeten niet dat er ook lichtpuntjes zijn.

Actueel

De actuele vluchtelingenproblematiek in Europa leidde tot veel compassie maar er ontstond ook angst. Alle landen in West-Europa stelden hun grenzen open en beloofden echte hulp, anders dan voor onze grootouders tijdens de Sjoa. Heeft West-Europa eindelijk iets geleerd uit de geschiedenis en uit de Tora?

Hoe gaan wij als Joden hiermee om? Eén richtlijn staat als een paal boven water. De Tora is daar heel duidelijk over: "Een vreemdeling zult u niet onderdrukken, noch hem benauwen want u bent vreemdelingen geweest in het land Egypte" (Exodus 22:21). We mogen vluchtelingen niet benauwen. We mogen ze niet aan hun eigen lot overlaten. We moeten ze helpen en opvangen.

Maar de Tora is ook heel gevoelig voor het psychische welzijn van de vluchteling. In de Talmoed wordt ‘onderdrukken’ ook uitgelegd als ‘krenken met woorden’. Krenken, beledigen en wegzetten als verkapte criminelen is uit den boze. Wij mogen vluchtelingen niet beledigen. En dat gebeurt helaas maar al te veel. Onbekend maakt onbemind. De vluchtelingencrisis is een moment van humane waarheid in de Europese geschiedenis. Het is een enorme morele uitdaging.

Uiteindelijk gaat het om onze compassie en opofferingsgezindheid. Het kleine Israël heeft altijd heel veel vluchtelingen opgenomen. Men vreesde voor economische teruggang. Maar – wonder boven wonder - de Israëlische economie groeit nog steeds.

Maar mogen we vluchtelingen onderzoeken op hun terroristische of andere vervelende bedoelingen? Ja zeker! Zodra de eerste nood van de vluchtelingen opgelost is, heeft ieder land het recht en de plicht voor zijn eigen veiligheid te waken.

Achtergrondenonderzoek is zeker niet verkeerd: "Als iemand je eten vraagt, geef hem dan direct eten. Misschien lijdt hij echt honger. Daarna mag (en moet je soms) zeker onderzoeken of we hier niet bedrogen worden” (Talmoed).

Morele eisen

Mogen we eisen stellen aan vluchtelingen? Jazeker, en ook morele. Toen de Joden vijf eeuwen voor de burgerlijke jaartelling in ballingschap weggevoerd werden naar Babylonië, kregen zij van de profeet Jeremia in naam van G’d een welgemeende opdracht mee: “Bevorder de welvaart van de stad van jullie ballingschap” (Jeremia 29:7). Dit betekent: wees welkom, doe mee, integreer met behoud van je eigen unieke identiteit. Deel je gevoelens, maar verkondig geen opruiende taal tegen het gastland. Word onderdeel van de maatschappij, verrijk je nieuwe thuisland met de mooie cultuuraspecten die je meeneemt en werk mee aan de opbouw van je nieuwe omgeving.

Het Bijbelse principe van omslag van de armenzorg over alle draagkrachtige burgers betekent nu een evenredige verdeling van de vluchtelingen over West-Europa. Nu West-Europa een eenheid vormt, is evenredige verdeling een morele plicht. De vluchtelingenproblematiek is uiteindelijk de vraag naar onze gastvrijheid en offervaardigheid.

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda