Waarom Israël in de top tien van duurste landen ter wereld staat
Door Yochanan Visser -
14 juni 2023
Is Israëls gecompliceerde veiligheidssituatie het onderwerp dat de Israëli’s het meeste bezighoudt? Men zou denken van wel, gezien de vele terreuraanslagen en de verwachting dat Israël binnenkort een meervoudige frontenoorlog tegemoet kan zien.
Echter, het zijn de hoge kosten van levensonderhoud die de meeste Israëli’s zorgen baren. Volgens de Numbeo index stond Israël op de zevende plaats van de lijst van duurste landen ter wereld in 2022. De enige landen die duurder zijn in de kosten van levensonderhoud zijn Zwitserland, Noorwegen, IJsland, Barbados en de Bermuda-eilanden. Jersey, een autonoom gebied in het Verenigd Koninkrijk is ook duurder dan Israël. Het verschil tussen deze landen en Israël is echter het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft of moet rondkomen van het minimumloon.
In 2019 kreeg een derde van de werkende bevolking het minimumloon van 5.300 NIS (ruwweg 1.350 euro). Het minimumloon is nu verhoogd tot 5.571 NIS, maar dat compenseert niet voor de sterk toenemende inflatie die nu 5.1% bedraagt in Israël. Dat is echter een lager inflatiecijfer dan in de meeste OECD-landen. Dit komt doordat Israël niet te maken had met exploderende energiekosten, zoals bijvoorbeeld in Nederland de afgelopen periode het geval was. Ter vergelijking, in Nederland bedraagt het minimumloon nu 1.995 euro per 1 juli, terwijl men op Cyprus moet rond zien te komen met 940 euro per maand. Het wekt dan ook geen verbazing dat op Cyprus vele arbeiders twee banen hebben, en vaak zeven dagen per week werken.
Woonkosten
Vooral de kosten voor behuizing in Israël zijn een groot probleem en hetzelfde geldt voor de prijzen van levensmiddelen. De hoge kosten voor behuizing hebben regelrecht te maken met een tekort aan nieuwe woningen. In 2022 was er een tekort van 100.000 nieuwe woningen, terwijl het aantal huishoudens dat ieder jaar de huizenmarkt binnentreedt ongeveer 55.000 is. Een bijkomend probleem is de omhooggeschoten hypotheekrente die nu gemiddeld vier procent bedraagt. Voor de coronacrisis was dit bijna drie procent minder. Gekoppeld aan de sterk gestegen prijzen voor huizen betekent dit dat de meeste jonge gezinnen geen hypotheek meer kunnen betalen. Wanneer we de hypotheekrente in Israël vergelijken met Nederland en Cyprus, een westers buurland van Israël, dan zien we dat die ongeveer één procent hoger is geworden over het laatste jaar (Nederland 2.73% en Cyprus 3.03% volgens Numbeo). In Nederland en Cyprus zijn de prijzen van woningen echter aanzienlijk lager, wanneer we uitgaan van de prijsindex in de periferie, niet die van de grote steden in deze landen.
Een driekamer villa in Paphos van 100 vierkante meter met zwembad op het eiland Cyprus kunt u al voor 350.000 euro kopen. In Israël zou een dergelijke woning met zwembad bijna het drievoudige van dit bedrag kosten in een vergelijkbaar gebied. Paphos is te vergelijken met Galilea, waar de prijzen van huizen de afgelopen drie jaar ook over de kop gingen.
Wanneer de regering in Jeruzalem werkelijk de hoge levenskosten voor de Israëlische burgers naar beneden wil brengen, zou men moeten besluiten tot drastische hervormingen.
Hoge kosten van levensmiddelen
Iedere regering in Israël belooft de hoge kosten van levensmiddelen naar beneden te brengen. Yair Lapid, de vorige premier van Israël, kondigde aan het begin van de vorige herfst aan dat per 1 januari deze kosten aanzienlijk zouden gaan dalen. Hij baseerde dit op het overnemen van Europese reguleringen en de komst van twee grote buitenlandse levensmiddelenconcerns.
Eén van die twee concerns is het Franse megabedrijf Carrefour. Dat is nu actief geworden in Israël na de opening van tientallen filialen in april. De prijzen bij Carrefour - dat een contract sloot met de supermarktketen Mega in Israël - zijn echter niet lager dan bij de andere supermarkten in Israël. Hetzelfde zal gaan gelden voor de van oorsprong Nederlandse supermarktketen Spar, dat in Nederland tot de duurste levensmiddelenbedrijven behoort. Spar heeft een contract afgesloten met Shufersal, één van de grootste supermarktketens in Israël, en zal tientallen supermarkten openen in diverse Israëlische steden. Echter de komst van Spar zal ook niet het hoge prijsniveau van levensmiddelen in Israël omlaag gaan brengen. Dat hoge prijsniveau, ongeveer vijftig procent hoger dan Cyprus en Nederland gemiddeld, heeft ruwweg drie oorzaken: dure importen, kartelvorming en de supervisie van rabbijnen bij de handhaving van het zogenaamde kasjroet, de Joodse spijswetten.
Kartelvorming
De huidige regering van Benjamin Netanyahu heeft ook aangekondigd dat de prijzen van levensmiddelen nu spoedig omlaag zullen gaan. Het valt echter nog maar te bezien of dit werkelijk zal gaan gebeuren. De opeenvolgende regeringen in Israël durfden de kartelvorming in de levensmiddelenmarkt nooit echt aan te pakken. De gang van zaken rond de opening van Carrefour en Spar laat zien dat deze kartels niet vrijwillig hun greep op de levensmiddelenmarkt zullen opgeven.
De huidige minister van Financiën, Bezalel Smotrich, is een voorstander van het vrijemarktsysteem en hetzelfde geldt voor Netanyahu. De premier heeft eerder in zijn rol van minister van Financiën laten zien dat hij in staat is om hervormingen door te voeren in de Israëlische economie. Netanyahu lijkt echter meer gepreoccupeerd met veiligheidszaken en met de hervormingen in het justitiële apparaat in Israël. De enige die tot nu toe echt actie heeft ondernomen, tegen de supermarktketens die hun prijzen dit jaar opnieuw sterk verhoogden, is Nir Barkat. Hij is de huidige minister van Economische Zaken en stuurde recentelijk een brief aan deze levensmiddelenconcerns. Daarin gaf hij hen drie weken de tijd om via de boekhouding aan te tonen dat de prijsverhogingen gerechtvaardigd waren. Het is niet duidelijk welke middelen Barkat heeft om deze bedrijven te dwingen om de recente prijsverhogingen te annuleren.
Autokosten en openbaar vervoer
Tot slot, een andere reden waarom Israël tot de zeven duurste landen ter wereld behoort zijn de autokosten. Hoewel Cyprus goedkoper is met de prijzen van autobrandstof, is de prijs voor de aanschaf van een auto in Israël absurd hoog. Een Citroën C3 Shine 2023 benzine uitvoering kost in Israël 28.350 euro. Terwijl in Cyprus de auto kan worden aangeschaft voor 19.800 euro (Nederland 23.750 euro). Israël kent echter geen wegenbelasting zoals in Nederland. De eigenaar van deze Citroën betaalt 400 euro per jaar aan het Israëlische ministerie van Transport voor het vernieuwen van het kentekenbewijs. In Cyprus kent men wel wegenbelasting en die is voor deze Citroën C3 slechts 190 euro per jaar.
De mensen met een laag inkomen in Israël hebben dan ook meestal geen auto. Zij zijn aangewezen op het openbaar vervoer. Dat is in Israël goedkoop, omdat het gesubsidieerd wordt door de regering. Een treinkaartje van de noordelijke stad Carmiël naar de zuidelijke stad Ashqelon (220 kilometer) kost iets minder dan 14 euro. Ter vergelijking: een treinkaartje Alkmaar - Amsterdam (bijna 60 kilometer) kost 8,80 euro. Een rit binnen de bebouwde kom in Amsterdam met de tram kost ongeveer 1,80 euro. In de Israëlische stad Tiberias kost dit 1 euro. Op Cyprus is de bus net zo goedkoop als in Israël.
Gemeentelijke belastingen en vakantie
Andere factoren die meespelen in het feit dat Israël tot de duurste landen ter wereld behoort, zijn de hoge gemeentelijke belastingen (de zogenaamde Arnona) en de prijs van de binnenlandse vakantie. De prijs van een hotelkamer of vakantiewoning in Israël is het dubbele van wat men in Cyprus betaalt. Hierom gaan vele Israëli’s naar Cyprus om vakantie te vieren. Samen met prijs voor een vliegticket voor de 45 minuten durende vlucht vanaf Tel Aviv, is het nog altijd een goedkopere vakantie dan in Israël, vooral in het hoogseizoen. Het aantal vluchten van Tel Aviv naar de twee vliegvelden op Cyprus bedraagt nu 82 per week en loopt deze zomer op naar meer dan honderd. Daarnaast zijn vele Israëli’s nu geïnteresseerd in een permanent verblijf op Cyprus en kopen daar een huis. Sommigen van hen werken vanaf hun huis daar voor Israëlische bedrijven.
Wat te doen?
Wanneer de regering in Jeruzalem werkelijk de hoge levenskosten voor de Israëlische burgers naar beneden wil brengen, zou men moeten besluiten tot drastische hervormingen. Dat dit mogelijk is, bewees Netanyahu lang voordat hij voor de tweede keer premier van Israël werd, tijdens zijn termijn als minister van Financiën. Deze hervormingen in de economie maakten Israël tot een economische supermacht in het Midden-Oosten. De inkomsten van het aardgas uit de Middellandse Zee zouden een nieuwe drastische hervorming in de Israëlische economie en samenleving mogelijk moeten maken. Het invoeren van een ander systeem op import zou een goed begin kunnen zijn. Daarnaast zou men de kartelvorming moeten aanpakken en de economie werkelijk moeten omvormen tot een vrijemarkteconomie.