VN-lidstaten leren niet van de geschiedenis
Door Yoel Schukkmann -
9 december 2021
Ik blijf het maar zeggen: “De geschiedenis leert ons dat mensen niet leren van de geschiedenis”. Afgelopen week stemde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over ‘de resolutie van Jeruzalem’. Hierin was een gedeelte dat sprak over de Tempelberg. De uitslag van deze stemming was 129 voor, 11 tegen en 31 onthoudingen – waaronder Nederland.
Een resultaat dat we zeker kunnen zien als een soort herhaling van de Griekse stap die de hele achtergrond van de Chanoekagebeurtenissen inluidde. Of een herhaling van de Romeinse zet in het jaar 135 om Jeruzalem te hernoemen naar 'Aelia Capitolina' en Judea naar ‘Palestina', vernoemd naar de oude aartsvijanden van het Joodse volk: de Filistijnen.
De VN-resolutie verwijst namelijk nergens naar de Joodse term 'Tempelberg' noch naar de Joodse geschiedenis van deze plek. Het verwijst alleen naar de Islamitische ‘Haram al Sharif’. De vorige term die in eerdere vormen van de resolutie werd gebruikt, was 'Haram al Sharif/Tempelberg'.
Herziene Bijbeldruk
We zien hier weer hoe de VN probeert de verbinding van de heiligste plaats in het Jodendom met het Joodse volk te verbreken. Maar wat als de "Resolutie van Jeruzalem" ook zou hebben gestemd over bijvoorbeeld het herdrukken van de christelijke Bijbel? Zouden de lidstaten van de Verenigde Naties die hier ‘voor’ hebben gestemd, dezelfde maatstaven hebben toegepast op dit soort herdruk? Deze nieuwe resolutie zou dan als volgt luiden: “In deze druk zal er geen verwijzing naar de Tempel zijn. Alle verwijzingen zijn alleen naar de Haram al-Sharif.”
Met andere woorden, alle verwijzingen naar de heilige plaats in Jeruzalem zouden alleen verwijzen door hoe de moslims ernaar verwijzen. In dit geval zou de christelijke Bijbel de volgende soort verzen hebben: “Na drie dagen nu vonden zij Hem in de Haram al Sharif, waar Hij te midden van de leraren zat, naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde” (Lukas 2:46).
Na drie dagen nu vonden zij Hem in de Haram al Sharif, waar Hij te midden van de leraren zat, naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Zou zo'n Bijbel niet een grote belediging zijn voor het geloof van 2,3 miljard christenen wereldwijd? Wat is het verschil tussen het toepassen van het criterium voor ‘de resolutie van Jeruzalem’ en het toepassen op een herdruk van de christelijke Bijbel?
Heilig vanaf het begin
De VN-lidstaten moeten weten dat de Tempelberg sinds het begin van de geschiedenis heilig is voor het Joodse volk. De Joodse traditie leert dat deze plek is waar ‘het binden van Izak’ had plaatsgevonden. En dat ‘de berg Moria’ Jeruzalem is; de plaats die G-d heeft uitgekozen (Deut. 12:5). De Joodse wetgeleerde Maimonides (1138-1204) schreef: "De heiligheid van het [gebied van het] Heilige, en van Jeruzalem, komt voort van de G-ddelijke Aanwezigheid dat daar voor eeuwig aanwezig is. Deze aanwezigheid kan nooit teniet worden gedaan."
Open wonderen
Gedurende de hele Joodse geschiedenis zijn er zoveel wonderen geweest. Zelfs in de geschiedenis van de relatief jonge staat Israël is dit het geval. Alleen in de dagen van 5 tot 10 Juni 1967, tijdens de Zesdaagse oorlog, was dit al haast onmogelijk om niet te zien. Israël had rond de 200 vliegtuigen, terwijl de Arabieren drie volledige luchtmachten hadden. Er waren 2,5 miljoen Joden tegenover de legers van vier hele landen. Van ultraorthodoxe tot zelfs de meest seculiere Joden, realiseerde iedereen zich dat dit openlijke wonderen waren. De Jordaniërs wisten dat Israëlische vliegtuigen de Egyptische vliegvelden zouden bombardeerden. Dus stuurden ze hen waarschuwing. Maar de Egyptenaren hadden precies de dag ervoor de codes veranderd, wat communicatieproblemen veroorzaakte en hen verhinderde om deze waarschuwingen te ontvangen. Dit was duidelijk de hand van G-d.
In het lied van Mozes bij de Rietzee (Exodus 15:1–18) lezen we de reactie van de volkeren in de nasleep van de uittocht uit Egypte: “Toen schrokken de oversten van Edom [en] wat de machtige mannen van Moab betreft, zij werden bevend gegrepen.” Rabbijn Chaim Shmuelevitz (1902-1979) merkte op dat dit vers een groot inzicht lijkt te onthullen. Maar is het niet logisch dat mensen schrikken en beven als ze worden geconfronteerd met openlijke wonderen? Vooral als deze gedaan worden voor hun vijand.
Het zit in de aard van mensen om niet te veranderen, zelfs niet na het zien van openlijke wonderen.
Rabbijn Shmuelevitz antwoordt dat dit in werkelijkheid niet zo duidelijk is. Het zit namelijk in de aard van mensen om niet te veranderen. Zelfs niet na het zien van openlijke wonderen. "Dit verklaart waarom de volken om ons heen nu niet veranderen na het zien van de openlijke wonderen van de Zesdaagse Oorlog", voegde hij eraan toe. De rabbijn zei dit tijdens een toespraak in juni 1967 in de Mir jesjiwa in Jeruzalem, kort nadat deze jesjiwa zelf een open wonder meemaakte toen -tijdens de oorlog- een bom die door het plafond viel niet explodeerde.
Heiligste plek ter wereld
De Tempelberg is de heiligste plaats op aarde waar G-d’s Aanwezigheid het meest geconcentreerd was en is. Het is een plaats van enorme heiligheid, hoop en van de belofte van onze uiteindelijke toekomstige verlossing. Maar tegelijkertijd roept de vernietiging van de Tempel ook nog steeds diepe gevoelens van verdriet en pijn bij ons op. De Kotel is de laatst overgebleven muur die de Tempelberg omringt. Het wordt de ‘Klaagmuur’ genoemd omdat Joden er eeuwenlang voor hebben gestaan om zich te beklagen over het verlies van de Tempel.
Toen ik de Kotel voor het eerst bezocht, kreeg ik - in overeenstemming met de Joodse wet - de instructies van mijn rabbijn om mijn jas, dicht bij het hart te scheuren in rouw. Ook was het beter dat ik die dag geen vlees zou eten en geen wijn zou drinken 'op de dag dat iemand Jeruzalem voor het eerst ziet in haar staat van verval'.
We zien dus dat deze heilige plek nog steeds relevant is, en zeer gevoelig ligt, bij het Joodse volk en iedereen die waarde hecht aan G-ds Woord. Daarom was de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN beslist een belediging voor zowel Joden als christenen. Maar laten we niet ontmoedigd zijn. We hebben net Chanoeka gevierd. Het feest van de herinwijding van de Heilige Tempel en ‘het wonder van de olie’. Laten we hopen en bidden dat de verdiensten van onze eigen Chanoekalichtjes zullen helpen bij de wederopbouw van de Heilige Tempel, spoedig en in onze dagen.