Van pro-Israël naar anti-Israël, en weer terug?
Door Renske Lankman -
19 juni 2025
Iedereen weet dat Iran de grote aartsvijand van Israël is. Minder mensen weten dat dit niet altijd zo geweest is. Vóór 1979 hadden beide landen verrassend goede relaties.
In 1941 beklimt Mohammed Reza Pahlavi de Iraanse troon. Hij ontvangt hiermee de titel ‘sjah’. Tot aan zijn gedwongen aftreding in 1979 voert hij een heel pro-westers beleid. Dit houdt onder andere in dat Iran nauwe, maar informele, relaties met Israël aanhaalt. In 1950 erkent Iran Israël al, hoewel dit onofficieel gebeurt.
In de jaren hierna exporteert Iran olie naar Israël, voert El Al (een Israëlische vliegtuigmaatschappij) rechtstreekse vluchten uit tussen Teheran en Tel Aviv, en is Israël diplomatiek vertegenwoordigd in Teheran. Daarnaast wonen er honderden Israëlische families in Iran, voornamelijk families van diplomaten en zakenmannen. Dit alles verandert plotseling in 1979.
Het regime van Pahlavi komt in dit jaar ten val. De sjah is namelijk geen geliefde leider in eigen land, voornamelijk vanwege zijn autocratische manier van regeren. Terwijl hij baadt in luxe en weelde, leeft een groot deel van de bevolking in armoede. Daarnaast vervreemdt hij met zijn seculiere en pro-westerse beleid en levensstijl vooral de religieuze bevolking op het platteland.
In de jaren voorafgaand aan de Iraanse Revolutie van 1979 werkt ene Ruhollah Khomeini hard aan het omverwerpen van het sjah-regime. Dit doet hij vanuit het buitenland, want hij is door Pahlavi in ballingschap gestuurd, omdat hij een te grote bedreiging vormt. Uiteindelijk is de positie van de sjah niet langer houdbaar door aanhoudende protesten en stakingen en moet hij Iran ontvluchten.
Khomeini wordt met gejuich onthaald door vele Iraniërs. Dat blijkt echter van korte duur. Tegenstanders van het nieuwe regime, waaronder veel linkse partijen die eerst nog hadden meegewerkt aan het afzetten van de sjah, worden vervolgd, vermoord of gevangengezet.
De streng-religieuze Khomeini maakt zichzelf tot de opperste leider van de Islamitische Republiek Iran. Hij richt onder andere de Islamitische Revolutionaire Garde op die het gedachtegoed van de Islamitische Republiek moet beschermen en verspreiden. Israël en de Verenigde Staten worden door Khomeini bestempeld tot respectievelijk de ‘kleine satan’ en de ‘grote satan’. In plaats van de Israëlische vertegenwoordiging in Teheran komt er nu een ambassade van Palestina in de Iraanse hoofdstad.
Decennialang houden Khomeini en zijn opvolger Khamenei de Iraanse bevolking in een streng-islamitische houtgreep. Niets weet het regime omver te werpen - zelfs de verschillende Iraanse protesten niet. Totdat Israël Iran aanvalt: het regime begint te wankelen.
Dat laatste heeft de zoon van Pahlavi, Reza Pahlavi, ook goed in de gaten. Sinds vrijdag spreekt hij zich nadrukkelijk uit in het nieuws. Zo vertelt hij deze week dat er een plan klaarligt voor een transitieperiode van honderd dagen voor wanneer het Iraanse regime valt.
Net zoals zijn vader is ook Pahlavi junior Israël goedgezind. Zo bracht hij twee jaar terug een bezoek aan Israël, een historische gebeurtenis.
Dé grote en spannende vraag blijft daarom: Wordt Iran na bijna vijftig jaar opnieuw Israëlgezind? Van pro-Israël naar anti-Israël, en weer terug?
Meer weten over de geschiedenis van Iran en de relatie tussen Iran en Israël? Bekijk dan deze uitzending waarin Andrew Tucker in gesprek gaat met prof. dr. Afshin Ellian, die ooit Iran ontvluchtte en nu hoogleraar is aan de Universiteit van Leiden.
