Sluiten

Zoeken.

Tijdens Kristallnacht in het slachthuis van Leer

Door Klaas de Jong - 

8 november 2021

Leer synagoge

De synagoge van Leer (links) die tijdens de Kristallnacht in vlammen opging.

In de nacht van 9 op 10 november 1938 werd in de Oostfriese stad Leer de synagoge in brand gestoken waarna ongeveer 250 Joodse burgers opgesloten werden op de veemarkt. Het was een voorbode voor de tijd waarin wekelijks overvolle veewagons vanuit Westerbork via Leer naar de vernietigingskampen werden gebracht.

Tot in 1941 was de veemarkt van Leer de grootste van Duitsland. Er waren zoveel Joodse veehandelaren dat men op Israëlietische feestdagen geen markt hield. Dat trok in 1926 enkele studenten aan die met een hakenkruis liepen en schreeuwden: “Weg met de Joden” Een tiental Joodse veehandelaren reageerde met het gooien van mest waarna er klappen vielen. De rechtbank in Emden veroordeelde zes veehandelaren. Jakob de Leeuw en Adolf de Vries kregen maar liefst een halfjaar gevangenisstraf.

'Kauft nicht bei Juden'

Na de machtsgreep van Hitler in 1933 werd Anton Bleeker de SA-commandant in Oostfriesland. Hij bezette op 31 maart 1933 met gewapende SA-mannen de synagoge om alle rituele slachtmessen in beslag te nemen en te verbranden. Een verbod op ritueel slachten was de eerste nieuwe wet van de regering Hitler. Voor de Joodse slagers een ramp. In het kader van ‘Kauft nicht bei Juden’ werden de Joodse veehandelaren op de veemarkt van de rest gescheiden. Ze zouden geleidelijk uit Leer verdwijnen. Sommigen vertrokken naar winschoten en anderen zelfs naar Argentinië.

Drukke nacht voor de burgemeester

Om twee uur ’s nachts op 10 november 1938 reed burgemeester Erich Drescher naar het raadhuis van Leer voor overleg met de SA en de brandweer. De synagoge moest in brand worden gestoken, evenals de woning van de chazan Joseph Wolff. De brandweer mocht niet blussen. “De Wolf moet uitgerookt worden,” grapte de burgemeester. De SA-troepen kregen opdracht om de etalageruiten van alle Joodse winkels in te slaan en de Joodse burgers af te voeren naar de veemarkt.

De vrouw van Wolff zag hoe de burgemeester zelf met een fakkel de kast in brand stak waarin de Torarollen bewaard werden. De gepensioneerde leraar Terborg zag dat de brandweer de synagoge niet bluste en riep toen: “Ook dat is Gods huis. Ze hebben zich aan Gods huis vergrepen.”

Slachthuis

In de loop van de dag worden bezittingen van Joden in beslag genomen maar de Joodse vrouwen en kinderen worden vrijgelaten uit het slachthuis op de veemarkt. De mannen worden de volgende dag afgevoerd naar Kamp Sachsenhausen.

Drescher bleef tot het eind trouw aan Hitler. Zijn laatste wekelijkse column op 20 april 1945 in de Ostfriesische Tageszeitung had als titel Mit dem Führer durch Nacht zum Licht! Maar op 28 april kwamen de geallieerden in Leer en interneerden de burgemeester. De Führer maakte op 30 april een eind aan zijn leven.

Wir haben es nicht gewußt

De Kristallnacht van 1938, de Reichspogrom, was de voorbode van de Holocaust. Na 1945 kwam een deel van de Duitsers met de uitvlucht: “Wir haben es nicht gewußt.” Het verbijsterende van die uitspraak is dat die letterlijk in de Luther Bibel staat in Spreuken 24:11-12:

Errette, die man zum Tode schleppt, und entzieh dich nicht denen, die zur Schlachtbank wanken.

Sprichst du: Siehe, wir haben’s nicht gewusst!, fürwahr, der die Her-zen prüft, merkt es, und der auf deine Seele achthat, weiß es und vergilt dem Menschen nach seinem Tun.

Luther gebruikte het woord slachtbank. Dat past precies bij wat er gebeurde in het  calvinistische Leer tijdens de Kristallnacht. Men sloot de Joodse burgers op in een slachthuis!

De juryrechtbank in Aurich verklaarde in 1951 dat Drescher wegens in de Eerste Wereldoorlog opgelopen hersenletsel maar in beperkte mate verantwoordelijk was voor zijn gedrag tijdens de Kristallnacht. Hij werd vrijgelaten omdat zijn internering door de geallieerden genoeg straf was geweest. Hoe hij ondanks zijn hersenletsel wel jarenlang burgemeester kon zijn, werd door de rechtbank niet toegelicht.

Herdenking bij gedenkteken

In 2002 werd op de hoek van de Ubbo-Emmius-Straße/Heisfelderstraße  een gedenkteken opgericht voor de in de Holocaust vermoorde Joodse burgers van Leer en de verwoeste synagoge. Hier herdacht men op 9 november jaarlijks de Kristallnacht maar vorig jaar werden de kransen door onbekenden vernield.

Dit jaar worden in november in de Grote Kerk van Leer drie avonden gehouden over de verhouding tussen de Evangelisch Reformierte Kirche en het jodendom. Evenals Emden werd Leer tijdens de reformatie gereformeerd. In beide plaatsen was vanaf 1611 tot 1744 een garnizoen van het Staatse Leger. Alvorens rector te worden in Groningen was Ubbo Emmius rector in Leer.

Op het terrein van de voormalige synagoge zijn plannen voor nieuwbouw waarbij men ruimte voor een gedenkplaats van de synagoge wil inruimen.

Klaas de Jong

De auteur

Klaas de Jong

Klaas de Jong is auteur en uitgever bij Uitgeverij Toetssteen.

Doneren
Abonneren
Agenda