Sluiten

Zoeken.

Sjavoe'ot: het ontvangen van de Thora en liefdadigheid

Door Yoel Schukkmann - 

3 juni 2022

berg Sinai

Op de berg de Sinaï ontving het Joodse volk de Thora

Deze zaterdagavond, met afsluiting van Sjabbat, markeert het begin van de Joodse feestdag Sjavoe’ot; de dag waarop onze voorouders de Thora van G-d Zelf hebben ontvangen bij de berg Sinaï. Ook vieren we op deze dag de voltooiing van de zeven weken van de Omer-periode, die we met Pesach zijn begonnen.

In de Oudheid werden op Sjavoe’ot twee tarwebroden geofferd in de Heilige Tempel. Verder was het ook een van de drie pelgrimsfeesten, waarvoor Joden van over de hele wereld naar de Tempel in Jeruzalem zouden komen. En het was ook in deze tijd dat boeren bikoeriem-offers, hun eerste en beste vruchten, begonnen te brengen om G-d te danken voor de overvloed van het land.

Trouwdag

Ook al ontvingen we de Thora meer dan 3.300 jaar geleden, hernieuwen wij onze acceptatie van G-ds geschenk elk jaar opnieuw. Op Sjavoe’ot geven wij het ‘ja-woord’, en ‘hergeeft’ G-d ons de Thora, net zoals bij de berg Sinaï. Het geven van de Thora was - en is nog steeds - een geestelijke gebeurtenis, die de essentie van het Joodse volk voor altijd raakte. De Talmoed vergelijkt het daarom dan ook met een bruiloft.

In de Asjkenazische traditie lezen we bij de ochtenddienst van Sjavoe’ot de pijoet (gebedsgedicht) Akdamot Millin. Dit is een gedicht in het Aramees dat in de 11e eeuw door rabbi Meir bar Jitschak Nehorai is opgesteld als inleiding naar de Joodse huwelijksceremonie. Het geven van de Thora bij Sinaï was namelijk als het geven van de Ketoeba (huwelijkscontract) bij een bruiloft.

De Thora zelf wordt beschouwd als het ‘huwelijkscontract’ tussen G-d en het Joodse volk. Daarom lezen wij dan ook dit gedicht als een voorbereiding op de Thora-lezing van de ochtenddienst; wanneer wij lezen over het geven van de Thora aan onze voorouders. Sjavoe’ot betekent ook "eden", want op deze dag zwoer G-d Zijn eeuwige toewijding aan ons, en wij op onze beurt beloofden eeuwige trouw aan Hem. De Thora vertelt ons: "Jullie zijn zonen van Hasjem, jullie G-d" (Deuteronomium 14:1). Als G-d onze Vader is maakt dat ons allen ‘familie’. En dit betekent dan dat wij met onze belofte van trouw aan Hem, ook de verantwoordelijkheid op ons hebben genomen om voor elkaar te zorgen.

Les van liefdadigheid

In Exodus 19:2 staat dat toen de tijd kwam voor het geven van de Thora, de Israëlieten hun kamp opzette tegenover de berg Sinai. In het Hebreeuws lijkt het alsof de Thora in dit vers een duidelijke grammaticale fout maakt. Het Hebreeuwse woord voor ‘opzetten van het kamp' staat hier namelijk geschreven in enkelvoud; en niet in de verwachte meervoudsvorm, verwijzend naar het hele Volk Israël.

Maar natuurlijk staat alles in de Thora geschreven om een reden. De Thora-commentator Rasji (1040-1105) zegt dat dit ons laat zien dat het Volk verenigd was, "als één man, met één hart". Het volgende vers zegt: "En Mozes steeg op naar G-d, en Hasjem riep hem vanaf de berg” om hem voor te bereiden voor het ontvangen van de Thora. Rabbijn Ovadja Sforno (1475-1550) schreef hierover: "Dit leert ons dat [het volk van] Israël zichzelf tot taak had gesteld om het kamp voor te bereiden, en Mozes beklom [de berg] om zich voor te bereiden op zijn naderende profetie."

Maar als we kijken naar wat zowel Mozes als het volk hier doet, kunnen we ons afvragen hoe deze twee überhaupt te vergelijkbaar zijn? Hoe is het mogelijk om de handelingen van Mozes en de gewone Israëlieten in één adem te beschrijven? Mozes bereidde zich hier voor op de grootste openbaring in de geschiedenis, terwijl het Volk tentharingen in de grond sloegen en ‘toiletten’ aan het graven waren. Dat is amper hetzelfde...

Rabbijn Chaim Shmuelevitz (1902-1979) beantwoordt deze vraag door te zeggen dat toen ze hun kamp opsloegen, elke Jood zich geen zorgen maakte om zijn eigen plaats, maar daarentegen juist dacht aan zijn naaste; ‘was zijn tent in orde, had hij hulp nodig? Enzovoorts.’ Doordat ze chesed (daden van liefdadigheid) met elkaar deden, lieten ze zien dat het Joodse volk inderdaad een gepast volk was om de Thora te ontvangen.

Een soortgelijk idee zien we in een van de Joodse overleveringen, die impliceert dat het meest verontrustende aspect van de slavernij in Egypte was, dat het Joodse volk door het harde werk niet genoeg fysieke, en emotionele, kracht hadden om chesed -daden van liefdadigheid- met elkaar te doen. En dat is de reden waarom, zodra ze daartoe in de gelegenheid waren, het volk meteen weer chesed begonnen te doen. Ieder zorgde ervoor dat zijn buurman een goede plek had, en dat hij in al zijn behoeften werd voorzien. De daden van het ‘opzetten van het kamp’ van het gewone volk stelde Mozes dus in staat om de berg Sinai te beklimmen om de Heilige Thora te ontvangen.

Mogen we altijd chesed doen en elke dag de Thora weer opnieuw kunnen ontvangen.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda