Ja'acov Nof is al ruim 50 jaar een bekende Nederlands-sprekende reisgids in Israël. Hij werkt als een zelfstandige gids die een officiële erkenning heeft van het Israëlische Ministerie van Toerisme. Ja'acov begeleidt zowel families als groepen en hij heeft vele mogelijkheden, zoals bijbelse rondreizen, archeologische- of natuurreizen en nog veel meer. Maar na 7 oktober leidt hij alleen nog hulpreizen, schrijft boeken en doet vrijwilligerswerk in Israël. Hoe ervaart hij dat?
“Hoewel de toeristische belangstelling er tijdelijk niet is, komen er wel solidariteitsgroepen naar Israël. Deze mensen zijn betrokken en willen graag helpen nu er te weinig arbeidskrachten zijn. Ze nemen bijvoorbeeld deel aan hulpreizen zoals 'Handen uit de mouwen' van Christenen voor Israël of een hulpreis van het JNF. Daarnaast komen er groepen uit de VS met datzelfde doel. Ze helpen met de oogst, pakken hulppakketten in of doen andere werkzaamheden” .
Jij was met Pesach bij je familie in Zwitserland uitgenodigd, hoe was dat?
“Pesach is een feest dat je met de hele familie samen viert, en hoewel het goed was om daar in deze spannende situatie even naartoe te kunnen gaan, was het wel met de gedachte dat er nog zo'n 133 Israëlische gijzelaars in Gaza zijn, waarvoor wij aan de Seidertafel een extra lege plaats hadden vrij gehouden”.
Heeft jouw familie de Holocaust nog meegemaakt?
“Helaas wel. Over de verschrikkelijke ervaringen van mijn ouders in de Holocaust zou je dikke boeken kunnen schrijven. Mijn ouders waren apart van elkaar lange tijd ondergedoken, en mijn moeders familie is bijna geheel omgekomen. Ook mijn vader verloor zijn broer en zus.
Ik ben dus tweede generatie Holocaust-overlevende. Op 6 mei, onafhankelijkheidsdag (Jom Ha'atsmaoet) ben ik in Tel Aviv met een paar anderen gevraagd om te vertellen hoe de impact van de Holocaust nog een rol speelt in ons leven. Ook de grootvader van de in Gaza gegijzelde Ofir deed daar zijn verhaal”.
Hoe heb jij 7 oktober ervaren?
“Ik zou op die dag de jaarlijkse eer krijgen voor belangrijke diensten in onze synagoge, maar toen ik hoorde van de vreselijke terroristische aanslagen van Hamas, sloeg blijdschap ineens om in verdriet en angst. Voor de televisie zag ik de verschrikkingen in de kibboetsim waar ik persoonlijk veel mensen kende die vermoord waren. Hoe kon dat in vredesnaam, vroeg ik mij verbijsterd af ?”
Wat vind je van de reactie in Nederland en in de wereld op 7 oktober en daarna?
“Een paar dagen leefden Nederland en de wereld met Israël mee, maar toen onze reactie, via een invasie, daarop kwam om in de eerste plaats de gegijzelden te bevrijden, was de hele media tegen Israël. Eerst was ik stomverbaasd en daarna woedend, toen ik de eenzijdige en onjuiste informatie daarover hoorde. Alleen het leed in Gaza wordt genoemd, waarvan een groot deel zelfs heeft meegedaan met de terreur, maar je hoort niets meer over het trauma in Israël en de gijzelaars en hun families. En dan nog de (bijna) dagelijkse raketbeschietingen op Israël van alle kanten met de slachtoffers en de ruim honderdduizend gevluchten en evacuees. Je hoort niets daarover, alleen Israël wordt onterecht veroordeeld”.
Denk jij dat vrede nog mogelijk is?
“Ja, vrede kan alleen als alle extremisten begrijpen dat ze niets zullen bereiken zonder meer slachtoffers te maken. Bovendien als er een erkenning komt van onze vijanden dat er plaats moet zijn voor de Joden in hun eigen land Israël, met wie ze heel goed kunnen samenwerken”.
Je brengt nu zelf warme maaltijden naar de soldaten aan het front. Waarom doe je dat, en hoe is de reactie?
“Ter ondersteuning van de IDF ga ik als vrijwilliger met mijn Volkswagenbusje elke week naar gebieden bij de Gazastrook, de Negev, of naar de Libanese grens. Via een organisatie die met giften voedsel en andere hulpgoederen koopt, breng ik met andere vrijwilligers dat naar de soldaten aan het front. Het is zeer dankbaar werk: blijde gezichten en enthousiasme is onze vergoeding!”