Het rapport, dat zich baseerde op Iraakse bronnen met kennis van de situatie, verscheen slechts enkele dagen nadat Hebreeuwse media Israëlische veiligheidsfunctionarissen hadden geciteerd die zeiden dat Jeruzalem zijn voorbereidingen versnelde op een mogelijke nieuwe door Iran gesteunde dreiging die uit Irak zou kunnen komen.

Bronnen binnen het Noordelijk Commando van het Israëlische leger vertelden vrijdag aan Walla dat wordt aangenomen dat Iraakse milities bezig zijn met voorbereidingen voor een gecombineerde aanval vanuit de lucht en over land.

Esmail Ghaani, hoofd van de Quds-brigade van de Iraanse Revolutionaire Garde, heeft onlangs Irak bezocht en daar overleg gevoerd met hoge militie­leiders.

Volgens Iraakse functionarissen die door Kan Reshet Bet werden geciteerd, vrezen sjiitische milities weliswaar voor Amerikaanse en Israëlische aanvallen, maar volgen zij in de praktijk vooral de bevelen van de Quds-brigade — en veel minder die van de Iraakse premier Mohammed Shia al-Sudani, die probeert te voorkomen dat Bagdad wordt meegesleurd in het regionale conflict.

Vier maanden geleden maakte Al-Sudani bekend dat zijn regering tientallen aanvallen van aan Iran gelieerde milities op Israëlische en Amerikaanse doelwitten had weten te voorkomen tijdens de twaalfdaagse oorlog van juni tussen Israël en de Islamitische Republiek.

In een interview met de Associated Press erkende Al-Sudani dat het een delicate evenwichtsoefening is om de nauwe maar complexe relaties van Bagdad met zowel Washington als Teheran te beheren.

Reactie van Khamenei

Ondertussen herdacht Iran op dinsdag met protesten de 46e verjaardag van de gijzeling in de Amerikaanse ambassade op 4 november 1979, waarbij 52 Amerikaanse diplomaten en burgers in Teheran 444 dagen lang werden vastgehouden.

In een verklaring, geciteerd door de Iraanse staatszender IRIB, zei de Revolutionaire Garde dat de daden van de Verenigde Staten “na 46 jaar vijandigheid, en parallel aan de twaalfdaagse opgelegde oorlog [in juni], hebben aangetoond dat het patroon van inmenging, druk, misleiding en dreigementen een blijvende benadering blijft tegenover de Islamitische Republiek Iran.”

De Iraanse opperste leider ayatollah Ali Khamenei zei maandag tijdens een bijeenkomst met studenten in Teheran ter gelegenheid van de herdenking van de gijzeling dat “de arrogante aard van de Verenigde Staten niets anders accepteert dan onderwerping.”

“De Amerikanen zeggen soms dat ze met Iran willen samenwerken. Samenwerking met Iran is echter onmogelijk zolang de VS het vervloekte zionistische regime blijft steunen, militaire bases handhaaft en zich blijft bemoeien met de regio,” zei Khamenei, volgens staatsmedia.

“Als zij volledig stoppen met hun steun aan het zionistische regime, hun militaire bases uit deze regio terugtrekken en ophouden zich ermee te bemoeien, dan kan samenwerking worden overwogen,” voegde Khamenei daaraan toe.

De regering-Trump bemiddelde bij een staakt-het-vuren tussen Iran en Israël dat een einde maakte aan de oorlog van 13 tot 25 juni, die was ontstaan door Teherans versnelling van zijn nucleaire programma.

Trump, die samen met het Israëlische leger de nucleaire installaties van de Islamitische Republiek had aangevallen, waarschuwde Iran op 28 juli voor nieuwe vijandelijkheden.

Reactie van Trump

Tijdens een persconferentie in Schotland, samen met de Britse premier Keir Starmer, zei Trump dat Iran “zeer slechte signalen, zeer vervelende signalen uitzendt”, en voegde eraan toe: “En dat zouden ze niet moeten doen.”

“We hebben hun nucleaire mogelijkheden weggevaagd. Ze kunnen opnieuw beginnen. Als ze dat doen, zullen we het sneller wegvagen dan je met je vinger kunt knippen. Dat zullen we graag, openlijk en met plezier doen”, zei hij.

In reactie daarop zei de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araghchi dat Teheran “nooit zal reageren op dreigementen en intimidatie”, en voegde eraan toe dat het “niet zal aarzelen om op een meer daadkrachtige manier te reageren” in een toekomstige oorlog.