Sluiten

Zoeken.

Poerim: wat zouden wij doen?

Door Yoel Schukkmann - 

21 maart 2022

Poerim wat zouden wij doen

Het straatbeeld in Jeruzalem tijdens Poerim. Foto: Yonatan Sindel/Flash90

Afgelopen week was het Poerim. De feestdag waarop we herdenken hoe G-d ons volk redde van de slechte Haman. Poerim is een van de meeste geliefde Joodse feestdagen omdat het zo’n vrolijke dag is. Maar hebben we ooit echt nagedacht over wat er in die tijd is gebeurd? Wat zou er gebeuren als het in onze dagen had plaatsgevonden? Hoe zou de wereld hebben gereageerd? Wat zou onze reactie zijn geweest? En hoe zouden wij ons hebben gedragen?

Poerim in onze dagen

Stel je eens voor dat Ahasveros onze koning is. De koning van een enorm koninkrijk die op het punt staat een geweldig feest te houden dat vele weken zou duren. En vooral, in tegenstelling tot zijn voorgangers, nodigt hij zijn Joodse onderdanen openlijk uit voor dit feest. Niet alleen dat, maar hij zorgt er zelfs voor dat al het eten en drinken voor zijn Joodse gasten, van het beste beschikbare koosjere toezicht is. De Joodse overlevering leert ons dat het voedsel dat aan de Joden van Susan werd geserveerd van de strengst koosjere standaard was.

Wat zou de reactie van het huidige wereldjodendom zijn? Hoogstwaarschijnlijk zouden het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, het Joods Agentschap, alle Europese en Amerikaanse Joodse organisaties en vele anderen het feest van de koning volledig te steunen. De voorzitter van de ‘Joodse Federatie’ zou verklaren dat het vanuit een politiek oogpunt van het grootste belang zou zijn om deel te nemen aan dit feest. Het zou het Joodse volk helpen enige macht te verwerven om onze belangen te beschermen. Men zou verklaren dat het belangrijk is dat de Joodse en niet-Joodse gemeenschappen samenkomen, om hun culturele verschillen te vieren.

In de hele Joodse wereld zouden alle seculiere en meer liberaal-religieuze leiders hun waardering uitspreken voor Ahasveros, omdat hij zo ‘open-minded’ zou zijn. Maar dan… komt er vanuit het niets een groep oude mannen met zwarte hoeden, gekleed in ouderwetse kleding. De leidende rabbijnen van de Litouwse sector van het Jodendom, de Chassidische Rebbes en de Thora-raad van Sefardische Thorageleerden, die opeens aankondigen dat ze volledig tegen het koninklijke feest zijn en het zelfs verbieden om er naar toe te gaan. Wat zou de reactie zijn van de wereld? De kans is groot dat de meesten binnen de niet-religieuze gemeenschap - en zelfs sommigen binnen de Joods-religieuze gemeenschappen - hun oppositie zouden afkeuren, erom zouden lachen, of hen ervan te beschuldigen ‘extreemrechtse’ en religieuze fanatici te zijn, die de gevoelige politieke situatie waarin het Joodse volk zich bevindt niet begrijpen.

In de hele Joodse wereld zouden alle leiders hun waardering uitspreken voor Ahasveros, omdat hij zo ‘open-minded’ zou zijn.

Vanaf dit moment springen we zeven jaar in de toekomst: Ahasveros heeft een nieuwe premier genaamd Haman. Hij maakt een nieuwe wet dat waar hij ook gaat, iedereen voor hem moeten buigen. De Joodse leiders geven allemaal toe en laten hun gemeenschappen weten dat ze de nieuwe wet moeten volgen. Het is tenslotte ook toegestaan volgens de Joodse wet: men mag buigen om respect te betuigen aan de regeringsleiders, vooral als deze dreigen met massamoord. In dit geval gaat het namelijk om leven en dood. Maar nu komt dezelfde groep oude mannen als voorheen weer opdagen en weigeren nu te buigen voor Haman. Wat zou de reactie van de wereld deze keer zijn? Men zou waarschijnlijk buitenzinnig verontwaardigd zijn. “Wie denken deze extremisten wel dat ze zijn?”, zouden ze roepen. “Zien ze niet dat ze ons naar de ondergang leiden?”

Welke kant kiezen wij?

Dit was precies de situatie waarin het Joodse volk zich bevond in de tijd van Poerim. Ze hadden een keuze: ze konden hun politieke leiders en hun eigen meningen volgen, of ze konden die van Mordechai volgen- de leidinggevende rabbijn van hun generatie.

Het verhaal van Poerim zit vol met soortgelijke scenario's. Stel je voor dat de regering zou bevelen dat op een bepaalde datum, alle Joden zullen worden vermoord. Naftali Bennet, Benny Gantz, Yair Lapid en Avigdor Lieberman zouden dan aankondigen dat vanaf nu tot die datum alle Joden zich moeten melden bij hun Joods Cultureel Centrums voor paramilitaire training. Maar tegelijkertijd zeggen de leidinggevende rabbijnen van onze generatie, om drie dagen lang te vasten, en om tesjoeva te doen (terugkeren naar G-d). Welke kant zouden wij kiezen?

Rationele of irrationele benadering?

Er is geen twijfel dat dit voor de meesten van ons een zeer moeilijke beslissing zou zijn. Aan de ene kant hebben we een zeer duidelijk en dreigend gevaar voor ons leven en het zou niet meer dan normaal zijn om ons op die strijd voor te bereiden. Maar aan de andere kant hebben we de geestelijk-leiders van onze generatie, die ons vertellen om de voorbereiding op deze strijd achter ons te laten. En in plaats daarvan naar G-d terug te keren en te vertrouwen op onze Generaal in de hemel. Volgens hen zou alleen dit ons redden.

Slechts weinig mensen beseffen zich dat dit de situatie was waarin het Joodse volk zich in de tijd van Poerim bevond. Voor een normaal logisch denkend mens is het heel erg moeilijk om een leider in de 'strijd' te volgen, zonder zijn plan volledig te begrijpen. En toch was dit precies het geval van het Joodse volk in de dagen van Haman. Vanaf de eerste dag- zeven jaar voor de laatste gebeurtenissen van het Poerimverhaal- zag Mordechai dat Joodse deelname aan het grote feest verkeerd was. Hij zag iets wat andere Joodse leiders niet zagen. Hij was in staat om te zien dat onze aanwezigheid bij het banket ervoor zou zorgen de dreiging van Haman op de Joden zou komen.

Slechts weinig mensen beseffen zich dat dit de situatie was waarin het Joodse volk zich in de tijd van Poerim bevond.

Het feit dat we ons gevleid voelden en het zelfs fijn vonden om voor dit feest uitgenodigd te worden, toonde aan dat we begonnen te geloven dat de ‘wolf’ belangrijker was voor onze overleving dan onze ‘Herder’. En het was precies deze houding, die onze G-ddelijke bescherming van de Herder als-het-ware verving voor de ‘natuurlijke’ bescherming tegen de wolven om ons heen.

Joodse leiders

De Thora zegt: “Volgens de wet die zij jou onderwijzen, en volgens het oordeel dat zij jou zeggen, zul je doen; je zult niet afwijken van het woord dat zij jou vertellen, zowel rechts als links.” (Deut. 17:11).

Het vers spreekt hier over de religieuze leiders van het Joodse volk; onze leidinggevende rabbijnen. Binnen het Jodendom zijn er verschillende soorten rabbijnen. Om het heel gesimplificeerd te zeggen, worden de meest geleerde rabbijnen over het algemeen gezien als het meest vooraanstaand. Dit soort rabbinale leiders worden niet tot leiders gemaakt door een verkiezing of commissie. Enkel en alleen door hun rechtvaardig leven, hun leren en kennis van de Thora dat hen kwalificeert tot leiderschap. Door de hele Joodse geschiedenis heen werden deze leiders altijd gekozen door de leidinggevende rabbijnen van de vorige generatie, en aanvaard door een meerderheid van de Thora-houdende Joden. Dit is hoe het Joodse volk sinds de tijd van Mozes haar leiders kiest.

Hoe moeilijk -en soms misschien onlogisch- het ook lijkt, moeten we de les volgen die onze voorouders ons op Poerim hebben geleerd. Zelfs in de verwarrende tijden waarin zij zich bevonden, stelden ze uiteindelijk hun vertrouwen in G-d, en luisterden ze naar de Thorageleerden, die zo met Hem verbonden waren dat ze ons volk in zo’n tijd konden leiden; ook al begrepen de ‘simpele’ mensen hun wegen niet altijd volledig. Het was alleen al door die daad -van het luisteren naar de geleerden- waardoor onze voorouders het verdienden om gered te worden.

Mogen ook wij waardig zijn om onze verlossing zeer binnenkort te zien!

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda