Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Poerim: een verborgen toekomst

Door Yoel Schukkmann - 

16 maart 2022

Poerim een verborgen toekomst

Tijdens Poerim wordt de boekrol van Esther gelezen.

Met alles wat er nu gaande is in Oekraïne, en al het lijden dat het veroorzaakt voor zoveel mensen, kan het voor sommigen moeilijk zijn om zich geen zorgen te maken over de toekomst. In moeilijke tijden als deze, vragen veel mensen zich vaak af waar G-d is. Als Joden geloven we dat onze Schepper alles onder controle heeft. En dat het onze taak is in deze gebroken wereld om dat wat wij als 'slecht', of ‘gebroken’, beschouwen te ‘repareren’.

Waar is G-d?

In Psalm 23 staat: “Hij laat mij rusten in grazige weiden, Hij leidt mij door stille wateren. Zelfs als ik in de schaduw van de dood loop, ben ik niet bang, want U bent bij mij”. Als we naar de Hebreeuwse tekst kijken, zien we dat wanneer alles rustig is -wanneer alles goed gaat- de Psalmist over G-d spreekt in derde persoon. Maar daarna, waarna het over moeilijke perioden spreekt, staat er kie atah iemadi; "U bent bij mij" - in tweede persoon.

Koning David vertelt ons hier dat wanneer alles goed gaat, G-d als-het-ware vanaf een afstand bij ons is. Maar wanneer we door ontberingen gaan, op momenten dat wij Hem het meest nodig hebben, dat is wanneer Hij echt persoonlijk met ons is.

Wanneer wij G-d het meest nodig hebben, dat is wanneer Hij echt persoonlijk met ons is.

Deze woensdagavond en donderdag is het Poerim in het grootste gedeelte van de wereld. Hier in Jeruzalem vieren we het een dag later. In de dagen dat de gebeurtenissen van dit feest plaatsvonden, waren de Joden ook in grote nood. Ze werden vervolgd door een regeringsfunctionaris die samenzweerde om hen uit te roeien. Ongetwijfeld dachten velen van hen er ook aan te vluchten voor Haman. Maar aangezien het grootste deel van de wereld die zij kenden werd geregeerd door Ahasveros, was dit geen optie.

Mordechais voorkennis

In het boek Esther staat: "Mordechai wist alles wat er was gebeurd, en Mordechai scheurde zijn kleren, trok een zak aan en legde as op zijn hoofd. Hij ging naar het midden van de stad en huilde met een luide en bittere kreet.” (Esther 4:1)

Maar wat wist Mordechai precies? Iets eerder lezen we dat boodschappers van de koning uitgingen naar het hele koninkrijk met het bevel om het decreet van Haman uit te voeren (3:12-15): “om alle Joden, zowel jong als oud, kleine kinderen en vrouwen, te vernietigen, te doden en te laten omkomen op één dag. Op de dertiende dag van de twaalfde maand, dat is de maand Adar, en hun bezittingen zal als buit worden ingenomen.” Iets verderop lezen we: "Het bevel werd uitgevaardigd in de hoofdstad Susan. De koning en Haman gingen zitten om te drinken, en de stad Susan was in opschudding".

Waarom moet de tekst ons vertellen dat Mordechai ervan wist? We zien hier duidelijk dat iedereen ervan wist. De hele stad was in opschudding. Mordechais kennis van dit kwaadaardige decreet zou niet eens de moeite waard zijn om hier te vermelden.

Medeleven voor anderen

Rabbijn Yehudah Aryeh Leib Alter (1847-1905) geeft een prachtige uitleg. Hij zegt dat Mordechai wist dat in de hemel het ‘tegenmiddel' voor dit decreet al aanwezig was. Er was zelfs geen kans dat het werkelijkheid zou worden. Maar toch ging hij rouwend en huilend de straat op, om mensen op te wekken om tot G-d terug te keren en om in hun pijn te delen. Het is juist omdat dit soort rechtvaardige G-dvrezende mensen het naar G-d uitroepen, dat zij het voorrecht hebben om kennis te nemen van G-d’s plan en de redding kunnen zien zelfs voordat het gebeurt.

Maar aangezien de meeste van ons niet op dit niveau zijn, zouden wij waarschijnlijk niet gemotiveerd zijn om te bidden voor onze problemen, als wij zouden weten dat alles toch het beste uit zal pakken. In dat geval zouden we geen noodzaak zien om ons te bekeren van onze slechte wegen, en zelfs om anderen te helpen. Als wij het lijden zouden begrijpen, dan zouden we niets doen om het te verhelpen. En dat is juist onze hoofdtaak in deze wereld: om de wereld te ‘genezen’ en om haar wonden te helen. Daarom verbergt G-d voor ons wat de toekomst in petto heeft en zien we alleen maar de sombere realiteit van het hier en nu. Dit zet ons ertoe om te bidden en erop te vertrouwen dat alles beter zal worden.

Moge G-d onze gebeden verhoren zoals in de dagen van Esther en Mordechai.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda