Woensdagavond begint Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. Voor mij betekent dat, zoals ieder jaar, en net zoals veel Joden in de hele wereld, een avond en dag in de synagoge. De diensten en liturgie zijn intens en indrukwekkend en raken me telkens opnieuw.
Het is de heiligste dag van het Joodse jaar: een dag van inkeer, vergeving en verzoening. Met jezelf, met anderen en met G’d. Eerlijk gezegd houd ik mijn goede voornemens lang niet altijd vol. Onaardig praten, te snel oordelen, of boos worden, het sluipt er soms in. Zeker in het ingewikkelde jaar dat achter ons ligt, was het een uitdaging om mijn denken in balans te houden, om te proberen iedereen te respecteren, ook degenen die anders denken, en te beseffen dat we vaak maar een deel van het verhaal kennen.
Te midden van verdriet en onschuldige slachtoffers, aan alle kanten, blijft er hoop. Hoop dat dingen zullen veranderen, en dat we overeind blijven in een wereld die hard kan zijn, maar ook zoveel schoonheid kent.
Ik denk terug aan 1973, toen op 6 oktober, op Jom Kippoer, Egypte en Syrië Israël aanvielen en er een oorlog uitbrak. Mijn vader besloot toen te stoppen met vasten: “Als G’d dit toelaat, doe ik niet meer mee.” Jaren hield hij dat vol. Maar toen hij en mijn moeder naar Israël verhuisden, veranderde zijn overtuiging: “Dit is het land dat G’d ons gegeven heeft. Het land van de wonderen.” Vanaf dat moment vastte hij weer ieder jaar op Jom Kippoer.
Met die gedachte ga ik Jom Kippoer in. Met het verlangen dat we in de wereld van vandaag manieren vinden om te zorgen voor vrede en veiligheid, voor iedereen. Dat de gegijzelden die worden vastgehouden snel terug mogen keren, en dat er geen onschuldige slachtoffers meer zullen vallen, aan welke kant dan ook.
Ik wens u een sjana tova oemetoeka (een goed en zoet nieuwjaar), vol hoop, verzoening en licht.