Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Planten voor morgen

Door Tal Hartuv - 

4 augustus 2023

2021 CVI website (30)

In deze tijd waarin de mensheid erop gebrand lijkt om de natuur te vernietigen, heeft Israël niet alleen zeer strenge wetten voor de bescherming van flora en fauna, maar is het ook het enige land ter wereld met een positieve groei van bomen.

Het maakt niet uit over welk land we het ook hebben, het belang van bomen kan niet worden overschat. Bomen geven ons zuurstof, zorgen voor voedsel, geven boeren inkomsten en zorgen ervoor dat een vitaal ecosysteem kan functioneren - zonder welke we niet zouden overleven.

Bomen planten

Sinds de geboorte van de staat Israël heeft het Joods Nationaal Fonds ervoor gezorgd dat er in het hele land bomen worden geplant. In een gebied van slechts 22.000 vierkante kilometer dat slechts een kleine natuurlijke mediterrane bebossing bevat, hebben burgers van de kleine staat meer dan 250 miljoen bomen geplant! Elk jaar komen er in heel Israël ongeveer 20.000 dunams bos bij. Er zijn nu ongeveer duizend picknickplaatsen in het hele land, schaduwrijke recreatiegebieden en parken die elke week door tienduizenden Israëli's worden bezocht. Het JNF heeft zelfs een project waarbij het publiek wordt aangemoedigd om een boom te planten ter nagedachtenis aan overleden familie, vrienden en geliefden. Het planten van bomen is een betekenisvolle en traditionele Joodse manier om het leven van een persoon te herdenken en ervoor te zorgen dat hun herinnering nooit sterft.

Door het mediterrane klimaat en de verschillende rots- en bodemsoorten hebben zich door de eeuwen heen, sinds de oudheid, verschillende bossen en struikgewas kunnen ontwikkelen. Voordat de Israëlieten zich in het land vestigden, was het land bedekt met vele bossen waartussen wilde dieren zoals zwijnen, antilopen en herten leefden. Veel deskundigen en onderzoekers getuigen van het feit dat het land Israël toen nog meer bebost was dan nu. Met de komst van de Israëlieten in het Beloofde Land en de natuurlijke groei van de bevolking ontstond er een grote vraag naar land voor bewoning en landbouw, wat na verloop van tijd tot ontbossing leidde.

Na een ballingschap van tweeduizend jaar begon het Joodse volk aan het einde van de 19e eeuw terug te keren naar het land. Het was toen dat het idee van een terugkeer naar het leven daar en het planten van bomen onlosmakelijk met elkaar verbonden raakten. In die jaren werden tuinen geplant, maar vooral ook veel bomen om de moerassen droog te leggen. Het waren de jaren waarin de vlakte van Jizreël vorm begon te krijgen en waarin de kustgebieden bewoonbaar werden. Helaas werden er in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog veel bomen verwoest door de heersende Turken, die er duizenden omhakten om spoorwegen aan te leggen en hun pelgrimstreinen naar Mekka van brandstof te voorzien.

Martelarenbos

Ondanks het droogleggen van de moerassen en het verschijnen van enkele tuinen en kleine gebieden met bomen, waren er door de Turkse ontginning van het land geen belangrijke grote bossen.  Een van de eerste grote nationale boomplantprojecten vond plaats enkele maanden nadat de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 was afgelopen. De reden was tweeledig: om het toekomstige Arabische vijanden moeilijker te maken de nieuwe gemeenschappen rond Jeruzalem aan te vallen en om de slachtoffers van de Holocaust te herdenken. Dit enorme project dat bekend werd als het Martelarenbos bestond uit het planten van viereneenhalf miljoen Aleppo dennenbomen en anderhalf miljoen cipressen ter nagedachtenis aan de zes miljoen Joodse mensen die vermoord werden door Nazi-Duitsland en hun collaborateurs.

Er zijn wereldwijd meer dan honderd soorten dennenbomen, waarvan er vier soorten in Israël groeien. De Aleppo-den werd gekozen voor het Martelarenbos omdat het de enige den in Israël is die in het wild groeit en zich spontaan en buitengewoon snel kan vermenigvuldigen. De dorpen rond Jeruzalem moesten verdedigd worden, dus snelle groei was noodzakelijk. De Aleppo-den was de enige boom die aan de eisen kon voldoen. De cipres werd gekozen vanwege traditionele redenen. Mediterrane culturen identificeren de cipresboom vaak met het hiernamaals. Dit komt omdat de boom groenblijvend is (als symbool voor het eeuwige leven) en grofweg de vorm van een kaars heeft. In het Jodendom staat de kaars symbool voor de ziel. Het Jodendom gelooft dat wanneer een ziel/persoon deze wereld verlaat, hij een donkere leegte achterlaat. Een kaars dient daarom om dit licht te vervangen. De kaarsvormige cipressen helpen ons om onze dierbaren nooit te vergeten, een idee dat is ontleend aan de Bijbeltekst: "De geest van een mens is een lamp van de Heere".

Overal in het Martelarenbos staan nu kleine en smaakvolle stenen gedenktekens ter nagedachtenis aan de verschillende Joodse gemeenschappen die tijdens de Holocaust werden uitgeroeid. Dit thema van herdenking door bomen werd ook overgenomen door Yad Vashem om de 27.000 Rechtvaardigen onder de Volkeren te eren - de niet-Joodse mensen die dapper probeerden Joden te redden met gevaar voor eigen leven. Veel van deze Rechtvaardigen hebben een boom in Yad Vashem, anderen hebben hun naam op een plaquette staan. Dit is volledig te wijten aan ruimtegebrek en heeft geen betrekking op wie grotere eer verdiende. De gekozen boom is een Johannesbroodboom. De johannesbroodboom heeft zaden die altijd precies hetzelfde wegen, van welke boom ze ook komen. In de oudheid werden de zaden daarom gebruikt als gewichtsmaat. In de Bijbel was het idee van 'gelijke maat' een metafoor voor eerlijkheid en rechtvaardigheid. De rechtvaardigen die hun leven riskeerden om hun Joodse buren te redden, herstelden een maatstaf van rechtvaardigheid in de wereld door op te staan tegen het kwaad.

Planten in de woestijn

Israël heeft een woestijnklimaat. Hoewel exotisch en bijna magisch, is de woestijn ook gevaarlijk. De oprukkende hitte dreigt weilanden te verwoesten en het leven uit te roeien. In zo'n omgeving hebben bomen dus extra voordelen omdat ze zowel mens als dier schaduw bieden en de dreigende woestijn op afstand houden.

Een voorbeeld van het benutten van de woestijn is Yatir Forest, slechts een paar kilometer ten noorden van Beër Sjeva, de hoofdstad van de Negev. Met een oppervlakte van 30 vierkante kilometer en meer dan 4 miljoen bomen is Yatir het grootste aangeplante bos in Israël. Dennen, cipressen, tamarisken, johannesbroodbomen, vijgenbomen, olijfbomen, jujubebomen, acaciabomen en eucalyptusbomen zijn dicht op elkaar geplant.  Dit houdt niet alleen koolstof vast in de lucht, maar de nabijheid van de bomen vermindert ook de verdamping van de weinige neerslag. Neerslag veroorzaakt door ochtendmist en dauw wordt beschermd zodat de bomen zoveel mogelijk vocht krijgen. Ondanks het pessimisme van veel experts werd Yatir Forest een toonbeeld van hoe de ongewenste verwoestijning op de berghellingen ten noorden van Beër Sjeva een halt toegeroepen kan worden.

Het is geen verrassing dat in de Bijbel de boom de metafoor is voor een rechtvaardig leven. Geen enkele verwijzing is bekender dan die in de allereerste psalm, waar de psalmist ons vertelt dat als we de geboden van God gehoorzamen, we zullen zijn als een boom die geplant is aan waterbeken, “die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt en al wat hij doet, zal goed gelukken.”

Kay-Wilson_avatar

De auteur

Tal Hartuv

Tal Hartuv groeide op in het Verenigd Koninkrijk, maar maakte alija naar Israël waar ze onder meer werkte als gids. In 2010 overleefde ze een gruwelijke aanslag waarbij haar vriendin,...

Doneren
Abonneren
Agenda