Sluiten

Zoeken.

Petrus over de toekomst van Israël

Door Geert-Jan van der Spek - 

20 oktober 2020

Bijbelstudie Petrus

Johannes en Petrus lopen rond 15.00 uur naar de tempel. Ze willen traditiegetrouw meedoen met het namiddaggebed. Bij de Jaffapoort zien ze een verlamde bedelaar zitten. Petrus pakt de man vast en zet hem in Jezus’ Naam op zijn voeten. Meteen na zijn genezing loopt hij met de twee discipelen de tempel binnen om God te prijzen. De mensen die hem herkennen staan verbaasd. Ze kennen hem niet anders dan als de verlamde bedelaar.

Petrus ziet de mensen met ontzag naar hem kijken. De algemene gedachtegang was dat wonderen alleen plaatsvinden bij een rechtvaardig en vroom persoon. Petrus wil het misverstand (dat het wonder door zijn vroomheid zou komen) uit de wereld helpen. En hij voelt dat dit een kans is om te getuigen van de Messias.

Dienaar

In het traditionele middaggebed wordt God aangeroepen als de God van Abraham, Isaak en Jacob. Petrus gebruikt deze frase en zegt dat dezelfde God tot wie ze straks gaan bidden een dienaar heeft. De term dienaar was bekend uit het boek Jesaja. Iedereen wist dat daar het volk Israël mee wordt bedoeld. Maar Petrus gebruikt de term dienaar ineens voor één persoon: Jezus. Hij noemt Hem ‘de Heilige’ en ‘de Rechtvaardige’, twee termen die doorgaans voor God zelf worden gebruikt. En hij legt uit waarom de Messias gekruisigd is (niemand had ooit gehoord van een gekruisigde Messias). Alsof Petrus zijn luisteraars nu nog niet genoeg geschokt heeft, voegt hij er ook nog aan toe: En jullie hebben Hem nog gedood ook!

Alsof Petrus zijn luisteraars nu nog niet genoeg geschokt heeft, voegt hij er ook nog aan toe: En jullie hebben Hem nog gedood ook!

Het zijn maar een paar zinnen, maar ze moeten een schok teweeg hebben gebracht. God heeft Zijn Messias gezonden, maar wij hebben het gemist. Sterker nog, we hebben Hem gedood! Niemand had rekening gehouden met het feit dat als God Zijn Messias zou sturen, sommigen van het Joodse volk zélf de boot zouden missen.

Onwetendheid

Petrus slaat vervolgens een andere toon aan. Hij benoemt dat zijn ‘broeders’ uit onwetendheid gehandeld hebben. Daarmee geeft Hij een uitweg uit de situatie, want onopzettelijke zonden kunnen vergeven worden volgens de wet (Lev. 22:14). Hij roept het volk dan ook op zich te bekeren; te veranderen van gedachten over Jezus. Als ze dat niet doen, zondigen ze alsnog opzettelijk en worden ze uit het volk uitgeroeid (vgl. Num. 15:30-31).

Boeken en bijbel-

studiematerialen

En dan zegt hij iets opvallends. Als het Joodse volk zich wél bekeert komt Jezus terug en zal Hij de overgebleven profetieën vervullen: Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de Heer een tijd van rust doen aanbreken en zal hij de messias zenden die hij voor u bestemd heeft. Dat is Jezus, die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld.

Samenhang

Er is blijkbaar een samenhang tussen de bekering van Israël en de wederkomst van Jezus. Later brengt Paulus Israëls bekering in verband met de opstanding (Rom. 11:15, 25, 26). De wederkomst van Jezus brengt tijden van rust. In de brief aan de Hebreeën staat dat Gods volk straks een sabbatsrust zal ervaren (Heb. 4:9).

Hiermee wordt het Messiaans vrederijk bedoeld. Jezus noemt dat de wedergeboorte van de wereld. Hij zegt daarover tegen Zijn discipelen: In de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, zullen jullie ook zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël besturen (Math. 19:28).

Israël tot volle zegen voor de wereld

In het vrederijk zullen alle dingen hersteld zijn. De genezing van de verlamde bedelaar was daar een voorproefje van. Israël zal dan eindelijk, dankzij hun Messias, tot volle zegen zijn voor de wereld.

Petrus sluit zijn toespraak af met deze mooie zin: U bent kinderen van de profeten en van het verbond dat God met onze vaderen sloot, toen Hij tegen Abraham zei: En in uw Nageslacht zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden.

GJ van der Spek

De auteur

Geert-Jan van der Spek

Geert-Jan studeerde Theologie aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Tijdens een studiereis naar Israël raakte hij onder de indruk van het land, de mensen en hun geloof.

Doneren
Abonneren
Agenda