Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Palmpasen en de profetische zegen voor Juda

Door Klaas de Jong - 

7 april 2022

Palmpasen zegen voor Juda

“Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit,” vertelt ons de evangelist Mattheüs. Hij vervolgt met de opdracht die Jezus hen geeft: “Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me” (Mattheüs 21:2). Deze bekende woorden vormen de introductie van de triomfantelijke intocht van de Messias in Jeruzalem die met Palmpasen elk jaar wordt gevierd.

Het is een prachtige geschiedenis en Mattheüs wijst erop dat de profeet Zacharia al voorzei dat de koning op een ezel zou komen: “Hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.” De keus voor een ezel in plaats van een paard als rijdier is daarmee voor ons verklaard. Maar we zouden ons ook eens af moeten vragen waarom Mattheüs nogal omslachtig vertelt dat de ezelin met een veulen is vastgebonden.

Jezus verwijst naar de Thora

Als Jood verwijst Mattheüs steeds naar de Thora. Dat is ook hier het geval al zien we dat niet. Maar In de Talmoed (Berachot 56b) vinden we het volgende: “Wie een geplante wijnstok ziet in een droom die moet de komst van de Messias verwachten. Er is immers geschreven: ‘Hij bindt zijn jonge ezel aan de wijnstok en het veulen van zijn ezelin aan de edelste wijnstok.” Weet u al naar welke tekst in de Tora wordt verwezen?

Jakob zegent zijn twaalf zonen

Toen Jakob aan het eind van zijn leven was, liet hij zijn twaalf zonen bij zich roepen en zei: ‘Kom allemaal hier, dan zal ik jullie vertellen hoe het je in de toekomst zal vergaan. Kom hier en luister, zonen van Jakob, luister naar Israël, je vader” (Genesis 49:1-2). Het is goed om je te realiseren dat die zegenspreuken veel verder reiken dan het leven van de twaalf zonen zelf. Ze bestrijken de vele eeuwen tot de komst van de Messias!

De diepte van Jakobs profetieën maakt het ons niet makkelijk om zijn woorden te begrijpen. Daar komt nog de beeldende oosterse stijl van spreken bij. Jakob vergelijkt meerdere van zijn zonen met dieren om het karakter van elke stam aan te duiden. Voor moderne westerlingen is dit nogal verbazingwekkend. De vergelijking van Juda met een leeuw kunnen we nog wel waarderen evenals Naftali met een hinde in vrijheid. Maar hoe zit het met Issachar, de ezel, en waarom zijn er ezels in de zegenspreuk voor Juda?

Ezels met inzicht

Het probleem is dat wij een verkeerd beeld hebben van de ezel. Eeuwenlang hebben we dit mooie dier uitgemaakt voor domkop. Maar in de Bijbel is een ezel een vrijwel onmisbaar dier dat hoog gewaardeerd wordt. De zegen van Jakob is voor Issachar dan ook best positief. In 1 Kronieken 12 wordt iets moois over Issachar verteld. Uit die stam voegden zich tweehonderd man bij David “die inzicht hadden in de tijden om te weten wat Israël moest doen.” Ezels met inzicht!

Ezels in de zegen voor Juda

De zegen van Jakob voor zijn zoon Juda is heel bijzonder. Ik kan die lezen en herlezen en elke keer word ik er diep door geraakt. Elke keer ook heb ik het gevoel dat ik de diepte van de woorden niet kan bevatten. Jakob is vol vuur als hij begint met zijn zegen voor Juda. Wonderlijk eigenlijk want zijn lievelingszoon was Jozef, de eerstgeborene van Rachel en na de verdwijning van Jozef werd Benjamin zijn lieveling. Toch krijgt Benjamin maar een heel korte zegenspreuk waarin zijn karakter geschetst wordt als een wolf. Daartegenover is de spreuk voor Juda uitzonderlijk lang. Jakob weet dat Juda de koninklijke stam is waaruit de Messias zal voortkomen. Die wordt in de zegen voor Juda als Silo aangeduid.

Voorbereidingen

Jakob zei tot Juda: “Hij bindt zijn jonge ezel aan de wijnstok en het veulen van zijn ezelin aan de edelste wijnstok. ”In de profetie voor Juda wordt de ezelin met haar veulen vastgebonden aan de wijnstok. Jezus laat ze weer losmaken. Tussen de profetie en de intocht van Jezus in Jeruzalem zitten vele eeuwen. Maar heel subtiel legt het Woord van God het verband. Juda heeft als het ware de voorbereidingen gemaakt voor de intocht van de Messias in Jeruzalem. Is het niet treffend dat de Joodse eigenaar van de ezelin niet protesteert tegen het losmaken als hij hoort dat de Heer de ezels nodig heeft? Besefte hij dat de zegen voor Juda bij hem het vervolg kreeg?

Meer over de ezel is te lezen in mijn boek 'Waarom schiep God de ezel?'. Een boek voor werkers in het koninkrijk van God. Want van ezels kun je nog veel leren!

Klaas de Jong

De auteur

Klaas de Jong

Klaas de Jong is auteur en uitgever bij Uitgeverij Toetssteen.

Doneren
Abonneren
Agenda