Sluiten

Zoeken.

Nieuwjaarsfeest van de Bomen (Tu Bishvat)

Door Petra van der Zande - 

28 januari 2021

F210127DC58

Ultraorthodoxe Joden gebruiken een traditionele maaltijd op de avond voor Tu Bishvat. Foto: David Cohen/Flash90

“Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt; al wat hij doet, zal goed gelukken.” Psalm 1:3 (HSV)

Nieuwjaarsfeest van de Bomen

Toe Bisjvat – de 15e van de maand sjevat. Niet alleen is het een nieuwjaarsfeest van de bomen, maar markeert ook het einde en nieuwe begin van het agrarische belastingjaar met betrekking tot troemot en ma’asorot – de tienden van fruit. Volgens Leviticus 19:23 mag de eerste drie jaar na planting geen fruit van de boom worden gegeten. In vers 24 wordt opgedragen om de boomvruchten uit het vierde jaar naar de Tempel te brengen. Ma’aser sjenie was een tiende van graan, wijn en olijfolie, maar als de afstand tot Jeruzalem te groot was, kon men de waarde van de tienden gebruiken om in Jeruzalem iets te kopen en te nuttigen tijdens een pelgrimsfeest. De ma’aser anie was het tiende deel voor de armen.

In de 16e eeuw organiseerde de kabbalistische Rabbi Luria van Safed een Tu Bishvat seder waarin de vruchten en bomen van Israël een symbolische betekenis kregen. Vandaag de dag wordt de seder ook door vele niet religieuze Joden gevierd met een speciale Haggada.

“Een boom mag alleen in het veld staan, een man alleen in de wereld, maar geen enkele Jood is alleen op zijn feestdagen.”

— Abba Kovner

Zeev Wolf

Zeev Wolf Yavetz maakte in 1887 met zijn gezin alija en ging in Yehud wonen. Hij werkte in de wijngaard van de mosjav tot Baron Edmund de Rothschild hem aanstelde als hoofd van zijn school in Zichron Ya’akov. Een Europees gebruik was om op 1 mei een boom te planten. Rabbi Yavetz besloot iets betekenisvol te doen ter ere van het Joodse nieuwe jaar van de bomen. Op Tu Bishvat 1890 plantte hij samen met zijn studenten jonge boompjes aan de rand van de agrarische kolonie. Het werd een jaarlijkse traditie die door buurtscholen en dorpen werd overgenomen en in 1908 ook door de Joodse Onderwijzers Unie. Uiteindelijk werd het Joods Nationaal Fonds verantwoordelijk voor de landelijke bomenplantdag. In de beginjaren werden in Noord-Israël voornamelijk eucalyptusbomen geplant om de door moerassen veroorzaakte malaria te bestrijden.

Na zijn bezoek in 1921 aan Risjon Letsion bracht Winston Churchill verslag uit aan het Engelse Parlement:

“… van de meest onherbergzame grond, aan alle kanten met dorheid omgeven en de meest miserabele vorm van cultivatie, werd ik naar een vruchtbaar en florerend landgoed gereden waar de schaarse aarde goede landbouwgewassen voortbracht. Vervolgens reden we naar de wijngaarden en ten slotte naar de meest prachtige, luxueuze sinaasappelboomgaarden; alles was in 20-30 jaar ontwikkeld dankzij de inspanning van de Joodse gemeenschap die daar woont.”

Bomen zijn heel erg belangrijk voor het Joodse volk. Dankzij die eerste pioniers werd het dorre land weer productief. Het bekende kinderboek De gulle boomvan Shel Silverstein illustreert hoe we elkaar nodig hebben en hoe belangrijk ‘geven’ is. We mogen delen wat wij hebben, ook al is het maar een boomstomp.

Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda