Sluiten

Zoeken.

Neem je kinderen mee!

Door Yoel Schukkmann - 

28 februari 2022

Opvoeden kinderen

In de Thoralezing van deze Sjabbat lezen Joden over de hele wereld hoe Mozes het volk van Israël in de woestijn verzamelde en hun G-ds instructies over het maken van de Misjkan (Tabernakel) doorgaf. Op dit punt zien we iets heel interessants gebeuren: de Israëlieten doneren alle benodigde materialen in zo’n overvloed dat Mozes hen moest zeggen om te stoppen met geven. Het volk wilde G-d zo graag eren en ze wilden dicht bij Hem zijn, dat ze zelfs meer brachten dan wat er van hen werd gevraagd.

Maar als we naar het vers kijken, zien we nog iets interessants. In het Hebreeuws staat er in Exodus 35:29: Heevie’oe Bnee Jisrael Nidava LaHasjem. De kinderen van Israël brachten een gift aan G-d. Het woord Heevie’oe (zij brachten) is meervoud; wat betekent dat ieder individu dat zijn, of haar, gift bracht niet alleen kwam. Maar met wie kwamen ze dan?

Rabbijn Mordechai Hominer schrijft dat ze samen met hun kinderen kwamen, zodat de kinderen zouden leren wat het betekent om een ​​mitswa, een goede daad of G-ds gebod, te doen, en te zien hoe het door hun ouders werd uitgevoerd. Ze zagen het als een unieke kans om hun kinderen een belangrijke levensles te leren.

Onze kinderen

Mijn driejarig zoontje houdt ervan om mitswot, goede daden, te doen. Hij vindt het helemaal geweldig om, op z’n minst elke vrijdag voorafgaand aan de Sjabbat, tsedaka (liefdadigheidsgeld) te geven, of om zijn moeder te helpen met het bereiden van lekkernijen voor Sjabbat en zelfs om schoon te maken ter ere van de Sjabbat. Ook houdt hij ervan om zijn ouders te ‘helpen’ om andere kinderen te helpen de straat over te steken. Hij zoekt elke dag actief naar allerlei situaties om een ‘grote mitswa’ te doen.

Maar bovenal gaat hij graag samen met mij naar de synagoge op Sjabbat. Voor hem is de synagoge een heel bijzondere plek waar alleen Tatty’s (papa’s), grote jongens en boechriem (Jiddisch voor ‘jesjiewa-jongens’) komen. En aangezien hij nogal wat vrienden onder de vele jesjiewa-jongens van onze synagoge heeft, die ook vaak onze Sjabbat-gasten zijn, maakt dat het alleen maar aantrekkelijker voor hem om naar de synagoge te gaan.

Naar de synagoge of niet?

Hoewel ik mijn zoon wel meeneem naar de synagoge, denk ik dat een jong kind, vanaf het moment dat zijn voeten over die synagoge-drempel gaan, moet beseffen dat hij op een speciale en heilige plek is. Hoe langer we het eerste bezoek van een kind aan de synagoge uitstellen, des te meer hij zal begrijpen wat daar gebeurt en hoe positiever zijn lange termijngevoel voor zo'n plek zal zijn.

In tegenstelling tot de zondagschool in een kerk, heeft een orthodoxe synagoge hier geen Joodse versie voor kleine kinderen. En daarom, als een kind te vroeg naar de synagoge wordt gebracht, kan het als-het-ware zijn speeltuin worden. In zo’n geval is het heel moeilijk om zijn houding en gedrag later te veranderen; om hem het juiste gevoel van ontzag te geven dat al sinds zijn kinderjaren met de synagoge geassocieerd had moeten worden.

Een kind moet beseffen dat de synagoge een speciale en heilige plek is en geen speeltuin.

Ik ben hierom van mening, dat een bezoek aan de synagoge idealiter een beloning zou moeten zijn. En dus, telkens als mijn zoontje laat zien dat hij zich netjes kan gedragen, gunnen we hem een ​​bezoek aan de synagoge. De eerste keer dat ik hem meenam, rende hij rond -net zoals elk ander normaal kind van zijn leeftijd- en speelde hij luidruchtig. Dus waarschuwde ik hem voor de gevolgen. Maar natuurlijk luisterde hij niet en nam ik hem vervolgens enkele weken niet meer mee. Sindsdien, vanaf het moment dat ik hem weer naar de synagoge bracht, gedraagt ​​hij zich prachtig... bijna zoals de jesjiewa-jongen die hij zegt te zijn.

Daarom geloof ik, uit ervaring, dat zo’n benadering een bezoek aan de synagoge tot een echt kostbare ervaring maakt.

Perfecte leermomenten

Maar tegelijkertijd is het ook niet altijd even makkelijk voor mijzelf – of voor welke andere ouder dan ook – om onze kleine kinderen mee te nemen. En daarom brengen we onze kinderen ook vaak liever naar hun ‘kinderachtige’ plekken; zoals speeltuinen of dierentuinen. Maar zodra het om onze eigen zaken gaan- onze eigen zaken van goede daden en het dienen van G-d, laten we de kinderen liever thuis… omdat ze soms toch behoorlijk hinderlijk kunnen zijn.

In de weken voor Pesach hebben veel religieuze Joden de gewoonte om matzes te bakken in speciale matsa-fabrieken. Maar als we onze kinderen meenemen, moeten ze gewaarschuwd worden niet te dicht bij de oven te staan, of om de bakkers niet lastig te vallen. Als we Arba Minim kopen voor Soekot, willen we niet dat we moeten betalen voor die duurste etrog die onze kinderen zouden kunnen beschadigen. En wanneer we een soeka (loofhut) bouwen, willen we niet dat ze ons in de handen spijkeren. Evenzo, als we op Sjabbat -of een andere dag in de week- naar de synagoge gaan, willen we niet dat ze ons of de biddende mensen naast ons zullen storen in onze gebeden.

Maar in de Thoralezing van deze week leren wij dat dit prachtige leergelegenheden zijn om onze kinderen juist mee te nemen. Om ze -indien mogelijk- deel te laten nemen aan onze goede daden, of op zijn minst te laten zien hoe het gedaan wordt. Zelfs alleen maar getuige zijn van hoe wij G-ds geboden vervullen en goede daden doen, kan een diepe indruk op hen achterlaten die jaren later zijn vruchten af zal werpen.

Uiteraard zal er vooraf planning nodig zijn, om ervoor te zorgen dat het geen ramp wordt. Maar met een beetje nadenken en nog een beetje meer geduld, kan het goed worden gedaan… en moethet goed worden gedaan. Het is een leermoment dat zowel wij en onze kinderen niet mogen missen.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda