Sluiten

Zoeken.

Jozef en zijn broers voor en na het overlijden van vader Jakob

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

10 januari 2022

Jozef en zijn broers

Jozef maakt zich aan zijn broers bekend. Foto: Gospelimages

Ondanks dat de Thora hier niet heel duidelijk over is, zijn er aanwijzingen dat Jozef zijn vader Jakob niet vaak bezocht. Jakob woonde gedurende de laatste 17 jaar van zijn leven in het land Gosen in Egypte.

Ontvoering verdoezelen

De verklaarders die de Thora zo lezen, leggen ook uit waarom. Jozef wilde niet in de problemen komen. Het zou niet onmogelijk zijn dat Jakob op een goed moment zou vragen hoe het nou gebeurd was dat hij in Egypte terechtgekomen was en uiteindelijk onderkoning was geworden.

Jozef zou dan de hele geschiedenis van zijn kidnapping en verkoop moeten opbiechten en zijn broers moeten beschuldigen van deze vreselijke misdaad. Om dit te voorkomen beperkte hij het persoonlijke contact met zijn vader. Of Jakob ooit precies geweten heeft wat er werkelijk voorgevallen was tussen de broers blijft onduidelijk. Hoe het ook zij: hoe het verder ging in de eerste Joodse familie in de mensengeschiedenis is minstens even interessant.

Wraak voorkomen

In Genesis 50 lezen we hoe de broers van Jozef – na de begrafenis van Jakob - probeerden te voorkomen, dat Jozef wraak op hen zou nemen:

“Toen de broers van Jozef zagen dat hun vader dood was, zeiden ze: als Jozef ons haat, zal hij ons zeker al het kwaad dat wij hem aangedaan hebben, vergelden.

Daarom lieten zij tegen Jozef zeggen: Uw vader heeft voor zijn dood deze opdracht gegeven: Dit moeten jullie tegen Jozef zeggen: Och, vergeef toch de overtreding van uw broers en hun zonde, want zij hebben u kwaad gedaan.

Maar nu, vergeef toch de overtreding van de dienaren van de G’d van uw vader. Jozef huilde toen zij zo tot hem spraken. Daarna gingen ook zijn broers naar hem toe. Zij vielen voor hem neer en zeiden: Zie, wij zullen u tot slaven zijn.

Jozef zei daarop tegen hen: Wees niet bevreesd, want sta ik soms op de plaats van G’d? Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar G’d heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden. Nu dan, wees niet bevreesd. Ikzelf zal jullie en jullie kleine kinderen onderhouden. Zo troostte hij hen en sprak hij naar hun hart.”

Jozef huilde

Jozef moest huilen omdat de broers hem verdachten van wraakgevoelens. Hij was zo hoog verheven dat hij totaal geen slechte gevoelens koesterde. Dat zij hem daarvan alleen al verdachten, vond hij shockerend. Hij keek alleen naar hun daden en de wending die G’d hieraan gaf door Jozef uiteindelijk onderkoning van Egypte te maken. Hij concludeerde: ook al bedoelden jullie het niet goed, G’d Die de hele wereld leidt, bedoelde het wel goed en daarmee is de zaak afgedaan.

Jozef moest huilen omdat de broers hem verdachten van wraakgevoelens.

Wat een G’dsvertrouwen en vertrouwen in de medemensen, die het in eerste instantie niet goed bedoelden maar dit later hebben bijgesteld en de relatie verbeterd hebben!

Maar was deze bewering van de broers, dat vader Jakob opdracht had gegeven om te vergeven en vrede te maken waar? Eerder in de Thora staat niets over deze opdracht van Jakob dus zou het zeer wel een leugentje om bestwil geweest kunnen zijn. Dit is misschien toegestaan om erger te voorkomen en grote ruzies en onaangenaamheden te vermijden. De broers wilden hun hachje redden en de mogelijke rancune van Jozef uit de weg ruimen. Na het overlijden van Jakob werden ze erg bang. Ze vreesden dat Jozef zich alleen ingehouden had zolang hun vader nog leefde. Jakob zou nooit hebben toegelaten dat Jozef wraak zou nemen op de broers. Dit lijkt de eenvoudige uitleg van de tekst.

Eenheid

Rabbi Jesaja Horowitz (1558-1628) meent echter dat het geen leugen was over het verzoek van Jakob. De broers kenden hun vader. Ze realiseerden zich dat hun vader wars was van elke broedertwist en alleen maar wilde dat zijn kinderen een eenheid zouden vormen. Hij wilde dat ze elkaar zouden liefhebben in plaats van elkaar te haten. Jakob zou zeker niet gewild hebben dat zij bang voor elkaar zouden moeten zijn.

Vader Jakob wilde absoluut dat de broers in eenheid zouden doorgaan na zijn dood. Het was dan wel niet zo duidelijk verwoord door Jakob, maar zeker helemaal in de geest van Jakob om zoiets te vragen. Daarom was het geen echte leugen van de broers. In hun woorden en daden kwamen overigens twee visies over de vraag van ‘hoe nu verder‘ naar voren. De broers wilden een soort totalitaire eenheid, maar Jozef stelde eenheid in pluriformiteit voor.

Vader Jakob wilde absoluut dat de broers in eenheid zouden doorgaan na zijn dood.

De broers kwamen na de begrafenis in het paleis van Jozef en knielden voor de onderkoning. Bij hun redevoering stelden de broers voor dat zij allemaal Jozefs leiderschap zouden volgen: “Zie, wij zullen u tot slaven zijn.” Maar dat vond Jozef geen goed idee. De twaalf broers die de twaalf stamvaders zouden worden, moesten zich niet aan een almachtige leidersfiguur onderwerpen. Iedereen moest zijn eigen persoonlijkheid ontwikkelen en zichzelf totaal op eigen wijze realiseren. In andere woorden: de broers propageerden een totale eenheid van denken en handelen binnen de eerste Joodse familie, die in Egypte tot een groot volk werd.

Regenboogcoalitie

Jozef propageerde een andere filosofie: niemand hoeft te buigen voor een ander. Hij stelde een pluriforme eenheid voor, een eenheid met verschillende kleuren en schakeringen. Laat iedereen zijn eigen individuele gaven en talenten ontwikkelen en zo bijdragen aan het geheel. Eenheid in verdeeldheid.

Op deze wijze wordt ons volk rijker en breder vertegenwoordigd. Over vele basale principes moeten we het zeker eens zijn, maar op andere gebieden moet iedereen zijn door G’d gegeven capaciteiten en talenten tot bloei brengen en daarin zijn vervulling en bestemming vinden. Jozef accepteerde het voorstel van de broers niet. Jakob zou nooit een eenheid van onderworpenheid aan een sterke leider hebben gewild, alleen een ‘regenboogcoalitie’.

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda