Sluiten

Zoeken.

Israëls heropening van de grenzen en de twaalf verspieders

Door Yoel Schukkmann - 

15 juni 2021

Israëls heropening van de grenzen en de twaalf verspieders

Twee weken geleden opende Israël voor het eerst sinds de coronacrisis haar grenzen weer... slechts een paar dagen voordat we het Thora-gedeelte ‘Sjelach lecha’ lazen in de synagogen. We lazen over het verhaal van de twaalf verspieders. Een stukje Joodse geschiedenis die, door elke generatie heen, toepassing heeft gehad op onszelf. Wat heeft het verhaal van de verspieders te maken met de heropening van de grenzen?

Opening van de grenzen

Met de pandemie is het toerisme hier in Israël heel erg omlaag gegaan. De grenzen waren al sinds maart 2020 gesloten voor buitenlanders. Maar na meer dan een jaar, landde op 27 mei de eerste groep buitenlandse toeristen in Israël. De regering begon haar grenzen te openen na een sterke daling van het aantal besmettingen. Dit heeft de weg vrijgemaakt voor Israël om gevaccineerde buitenlanders het land binnen te laten en de toeristische sector nieuw leven in te blazen, hoewel men voorzichtig blijft met mogelijke nieuwe virusvarianten.

Sinds twee weken mogen kleine groepen gevaccineerde buitenlandse toeristen - maximaal 30 personen – het land in. Het Ministerie van Toerisme verwacht dat zo’n 20 van dit soort groepen uit verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland, onder een proefprogramma zullen komen tot 15 juni. Het ministerie hoopt dan vervolgens het aantal groepen uit te breiden en in juli individuele gevaccineerde toeristen toe te laten.

Toeristen zijn verplicht om negatieve PCR-tests te laten zien voordat ze vliegen en om een nieuwe test te doen op het vliegveld in Tel Aviv. Groepen moeten ook serologische tests ondergaan in hun hotel om te bewijzen dat ze antilichamen hebben. Ze zullen in quarantaine moeten totdat de resultaten terugkomen. Dit is meestal binnen een paar uur.

Sinds twee weken mogen kleine groepen gevaccineerde buitenlandse toeristen - maximaal 30 personen – het land in.

Kort na 16.00 uur landde United Airlines-vlucht 90 vanuit Newark, New Jersey met twaalf christelijke pelgrims. Mannen en vrouwen van verschillende leeftijden die theologie studeren aan het Concordia Seminary in St. Louis, Missouri. Ze werden verwelkomd door de Minister van Toerisme, Orit Farkash-Hakohen, die zei: "Jullie zijn de eerste van, wat ongetwijfeld, veel toeristen zullen zijn die terugkeren naar het Heilige Land."

Zien van het Land?

De Thora vertelt ons dat Mozes twaalf verspieders naar het land Kanaän stuurt. Veertig dagen later keren ze terug met een enorme tros druiven, een granaatappel en een vijg, en brengen verslag uit over een goed en overvloedig land. Maar tien verspieders brachten een slecht verslag. Ze waarschuwden dat de bewoners van het land reuzen waren en krijgers die "sterker dan wij" zijn; alleen Kaleb en Jozua stonden erop dat het land wel kon worden veroverd, zoals G-d dat had bevolen. In reactie op de zonde van de verspieders zei G-d tegen Mozes (Num. 14:23) dat, “al degenen die in opstand kwamen, het land niet te zien zullen krijgen”.

Toen ik nog een jesjiwa-jongen was, vertelde een van de rabbijnen van mijn jesjiwa ons altijd om de parasja (wekelijkse Thora-gedeelte) te ‘lezen met een recente krant ernaast’. Omdat we er altijd iets van kunnen leren. Als dit zo is, wat kunnen we dan leren van dit gedeelte? Misschien is onze les te vinden in een vraag dat rabbijn Alter (1847-1905) stelt in zijn boek ‘Sefat Emet’, wat er met "het land niet zien" wordt bedoeld. “De tien zondige verspieders hebben het land al gezien!” schreef hij. “Ze hebben er 40 dagen lang doorheen gereisd om verslag uit te brengen aan Mozes.” Als wij vandaag om ons heen kijken, kunnen we rabbijn Alter misschien beter begrijpen.


Vakantie

Er zijn mensen die naar Israël op vakantie gaan en hun tijd doorbrengen in de prachtige restaurants, 5-sterren hotels, het zien van alle historische bezienswaardigheden en allerlei leuke dingen doen. Er zijn zelfs veel buitenlandse studenten -die hier studeren- die op een late donderdagavond gevonden kunnen worden in een bar, of een andere uitgaansgelegenheid in Jeruzalem. Misschien trekken ze wel door het land, of duiken ze in de zee. Ze zien het land. Ze genieten van de ervaring. De vraag is: van welke ervaring genieten ze? De ervaring van het zijn in een seculier land Israël; of van het zijn in het Land Israël, in al haar heiligheid, waar de Thora van spreekt?

Wanneer je naar Israël komt om alle leuke dingen te zien, dan heb je het Land niet echt gezien.

— rabbijn Alter

Ik was een aantal jaren geleden in Boro Park, een vooral ultraorthodoxe Joodse wijk in New York. Tijdens een gesprek met iemand die daar woonde, vertelde deze persoon mij toen: "Erets JIsraël (het land Israël) is leuk om te bezoeken, om op vakantie gaan. Niet om te wonen! We hebben alles hier. Waar heb ik het Erets JIsraël voor nodig?”

Zien voor wat het echt is

Dit is precies wat rabbijn Alter zegt, namelijk dat wanneer al deze ‘leuke dingen’ is waarvoor je naar het land Israël bent gekomen, dan heb je ‘het land’ niet echt gezien.

Natuurlijk zagen de verspieders het land op dezelfde manier zoals wij dat doen. Ze zagen de bergen, valleien, de zee, bomen, mensen, enzovoort. Maar dat is niet waar het land Israël echt om gaat. Erets JIsraël zien betekent de ‘inhoudelijke waarde’ van het land te zien. Om het te herkennen als een plaats dat wordt geregeerd door G-ddelijke leiding, een land waarop G-ds ogen altijd gericht zijn; “De ogen van Hasjem, Uw G-d, zijn erop gericht vanaf het begin van het jaar tot het einde van het jaar” (Deut. 11:12).

Als men restaurants, musea, bars, en historische bezienswaardigheden wil zien, kunnen deze ook in Rome of China gevonden worden. Het is waar dat Israël al deze dingen ook heeft, maar die zijn slechts de kers op de taart. Het belangrijkste is echter om de ‘heiligheid’ te zien en te ervaren. De Joodse traditie leert ons dat Kaleb de andere verspieders tijdelijk verliet om de graven van de aartsvaders (Abraham, Izaak, en Jacob) in Hebron te bezoeken. Hij bezocht een ‘begraafplaats’ en kwam alsnog terug met een geweldig verslag over het land. Waarom? Het antwoord is: omdat hij tijdens zijn reizen geen graven zag. Hij zag de heiligheid van het land. De andere verspieders, zagen en brachten de mooiste vruchten terug, maar alsnog zagen ze er niets in; want als je blind bent voor de heiligheid van het land, dan is er in werkelijkheid niets te zien.

Gelukkig kan ik zeggen dat de meeste mensen die ik spreek, wel inderdaad voelen dat er ‘iets’ is.
In onze gebeden zeggen wij drie keer per dag: “Mogen onze ogen Uw terugkeer naar Zion zien”. Moge we allemaal altijd de heiligheid van het Land kunnen zien en ervaren, en alles in het juiste perspectief te zien.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda