Hij maait het gras op de begraafplaats
Door Opperrabbijn Binyomin Jacobs -
1 september 2020
Tot nu toe heb ik er geen aandacht in mijn dagboek willen besteden aan het volledig onverwachte overlijden van de zoon van mijn collega rabbijn en mevrouw Heintz uit Utrecht. 24 jaar jong! Reden? Weet ik niet. Misschien vond ik het ongepast of lag het voor mij te emotioneel. Hij woonde in Brooklyn New York en was manager van twee koosjere bekende pizza stores. Eind vorige week viel hij weg, na een kort ziekbed. Iedereen kende hem, want hij was gewoon heel vriendelijk en aardig. Een door en door goede jongen.
Het was dan ook niet verbazingwekkend dat honderden en honderden aanwezig waren, ondanks corona, bij zijn lewaja, begrafenis, op de Joodse begraafplaats waar ook de Lubavitscher Rebbe begraven ligt. 22 jaar geleden verloren wij onze 15-jarige zoon Awremmel zl. op 5 Elloel en nu op 6 Elloel werd Levi Heintz zl. uit het aardse leven weggerukt. De komende jaren kunnen wij dus aansluitend aan elkaar de jaartijden in acht nemen met de daaraan gekoppelde sjoeldiensten.
Zorg dat je er bent voor hen die getroost moeten worden. Dring je niet op en dring niet aan.
Hoe kan je de ouders tot steun zijn, vraag je jezelf bliksemsnel af? Troosten is nog niet aan de orde en überhaupt wat valt er te troosten? Verwerken heet zoiets. Er bestaan Joodse wetten en beschreven adviezen, afgeleid uit Thora en Talmoed, over ziekenbezoek. Maar ook over de begeleiding en bejegening van bloedverwanten bij onverhoopte sterfgevallen. Door die wetten heen voel ik een vette regel lopen: Zorg dat je er bent voor hen die getroost moeten worden. Maar nog belangrijker is: Dring je niet op en dring niet aan. Gun mensen de vrijheid om het verlies en het verdriet op een persoonlijke wijze te plaatsen en te verwerken! En ga vooral niet vertellen dat jij alles begrijpt want jij hebt hetzelfde meegemaakt!
Het klinkt logisch, maar is dat helaas niet. Zie het als volgt: ik ben bij de huisarts omdat ik pijn heb aan mijn grote teen. Nadat ik mijn pijn heb beschreven begint de dokter mij te vertellen dat hij ook pijn heeft aan zijn grote teen. Dat is natuurlijk zielig en ik zou hem best willen helpen, maar ik kom bij die huisarts om zelf geholpen te worden en ben eigenlijk, als ik het even ongenuanceerd mag zeggen, totaal niet in zijn teen geïnteresseerd. Gun mensen die verdriet hebben ruimte, probeer je in hun situatie te verplaatsen en schakel jezelf uit.
Toen wij vorige week op de begraafplaats waren vanwege de jaartijd (de sterfdag) van onze zoon, schrokken wij van het achterstallige onderhoud. Er schijnt geen geld beschikbaar te zijn om het gras te maaien. Persoonlijk vind ik dat niet zo erg. Wel hoog gras, niet hoog gras.
Maar sjabbatochtend na de sjoeldienst in onze privé tuintentsjoel/sjoeltenttuin bracht Blouma tijdens de sjabbatsmaaltijd het hoge gras ter sprake en vroeg onze gast of hij het misschien zou willen maaien. En zo heeft de begraafplaats in onze stad een begraafplaats die weer onderhouden gaat worden en waar het gras weer zal worden gemaaid.
Gun mensen die verdriet hebben ruimte, probeer je in hun situatie te verplaatsen en schakel jezelf uit.
Dit deed me trouwens denken aan die Ierse vrouw die haar zoon schrijft dat zijn vader een ongeluk heeft gehad. Hij was gevallen in een groot vat whisky. De brandweer moest hem uit het whisky-vat redden, maar, zo schrijft de moeder “je vader heeft zich kranig geweerd”. En daarna schrijft de moeder verder en vertelt dat z’n vader promotie heeft gemaakt. “Hij heeft nu achthonderd mensen onder zich. Hij maait het gras op de begraafplaats!”
Een zeer ervaren en kundig psycholoog in het Sinai Centrum heeft mij eens uitgelegd dat humor een mechanisme is om te overleven.