Sluiten

Zoeken.

Ezechiëls viool

Door Marianne Glashouwer - 

1 juni 2022

2021 CVI website (13)

Ezechiël staat te juichen bij zijn voetbalclub VVOG in Harderwijk. Hij doet het wel stilletjes, want hij hoort daar niet te zijn. Hij is Jood en daarom mag hij van de bezetter geen lid meer zijn van een niet-Joodse vereniging.

Zijn zoon Appie heeft met een paar vrienden de club opgericht op 1927. Maar sinds najaar 1941 mag Ezechiël geen lid meer zijn van zijn club, waar hij al die jaren hartstochtelijk bij betrokken is geweest. Hij trekt zich echter niets aan van het verbod. Iedere week gaat hij naar de wedstrijden kijken. Hij stelt zich dan verdekt op achter een muurtje met struiken, vlak achter het doel. Daar staat hij met zijn hoed op en een lange jas aan. Met de Jodenster erop.

Wielrennen

Ezechiël houdt ook van wielrennen. Vlakbij Harderwijk is het zogenaamde Belgenkamp, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog Belgische militairen geïnterneerd zijn. Zij leggen een wielerbaan aan. Ezechiël sponsort de wielrenners van harte. ‘Twee gulden vijftig van de vodden-marchant’, klinkt het bij de wielerbaan.

Als de Belgische militairen vertrekken, raakt de wielerbaan in verval. Enkele jaren later worden plannen gemaakt om een nieuwe wielerbaan aan te leggen. Ezechiël is meteen enthousiast en wordt lid van het organisatiecomité. De feestelijke opening vindt plaats op 26 juli 1934. Het wielerplezier duurt echter niet lang. In de Tweede Wereldoorlog worden steeds minder wedstrijden georganiseerd….

Ezechiël de Lange

Op een zonnige zomerdag maken mijn man en ik een stadswandeling door het mooie Hanzestadje Harderwijk. Tijdens onze wandeltocht belanden we bij de voormalige synagoge aan de Jodenkerkstraat 1. Daar ‘ontmoeten’ we Ezechiël. Op een wand in de synagoge zijn foto’s te zien van alle Harderwijker Joden. Ezechiël staat er ook bij en zijn vrouw Geertje.

Ezechiël de Lange wordt op 26 maart 1876 geboren in Apeldoorn. Geertje is de oudste dochter van Jozef Vleesblok en Sara Schaap. Zij wordt op 2 september 1871 geboren in Wildervank. Ezechiël en Geertje trouwen op 16 maart 1901 en vestigen zich in Harderwijk. We vinden hun aangrijpende geschiedenis in het boek ‘Joodse Harderwijkers, Herinneringen aan de Joodse gemeenschap’, van Anton Daniels en Nico de Bruijne, met medewerking van Edward van Voolen.

Net als zijn vader is Ezechiël koopman. Marchant. Hij handelt in lompen, metalen en oud papier. ‘Zeeg, de Jood’ wordt hij door de inwoners van Harderwijk genoemd. Met een handkar gaat hij bij zijn klanten langs. Zijn vrouw Geertje houdt zich aan de Joodse religieuze wetten, maar ze is niet orthodox. Haar motto is: ‘God is overal’. Dat doet mij denken aan het bekende, oude gezang 134 uit de Hervormde Bundel 1938: ‘Op bergen en in dalen, ja overal is God’! Wat wij ook meemaken in dit leven, God is erbij. Zo ervaart Geertje dat ook.

Geertje en Ezechiël krijgen zes kinderen: Joseph, Saartje, Salomon, Jonas (hij leeft maar achttien dagen), Betje en Abraham. Bijna het hele gezin komt om tijdens de Shoah. Alleen de jongste zoon Abraham (Appie) zal de oorlog overleven. Als de kinderen het huis uit zijn, gaan Ezechiël en Geertje apart wonen. Het huwelijk houdt geen stand. Geertje handelt in stoffen en kleding die ze zelf maakt. Ze gaat bij haar klanten langs met een kinderwagen vol met overhemden, broeken, borstrokken en kinderkleding.

Vioolleraar

Ezechiël woont nu alleen en hij gaat verder met zijn handel in lompen en metalen. Gelukkig heeft hij veel hobby’s. Hij is een liefhebber van voetbal en wielrennen. Maar hij houdt ook van muziek. Hij heeft een viool waar hij graag op speelt. Ook wordt hij lid van de symfonievereniging Crescendo. Als Crescendo in 1923 een muziekschool begint, geeft hij de leerlingen vioolles.

Als Ezechiël ’s avonds na het werk zijn viool oppakt, dan speelt hij het liefst het Kol Nidrei. Dat is Aramees en betekent: ’Alle geloften’. Dit Joodse gebed is in 1880 op muziek gezet door de componist Max Bruch. Het wordt in de synagoge uitgesproken bij het begin van Grote Verzoendag. Daarin wordt vergeving gevraagd voor geloften die het afgelopen jaar niet zijn nagekomen. De bladmuziek van Ezechiël, met de aantekeningen van zijn muziekleraar, zijn bewaard gebleven.

Als je het voor de Joden opneemt, dan wordt je soms zelf ook geraakt. Zo dachten de Nazi’s dat de componist Max Bruch Joods was, omdat hij dit Joodse gebed op muziek had gezet. Hij was geen Jood, maar zijn werken werden toen in Duitsland nauwelijks meer uitgevoerd.

Op 29 maart 1943 komt er het bevel dat in een aantal provincies geen Joden meer mogen wonen. Ze moeten naar Vught. Ezechiël kan het goed vinden met zijn overburen. Als hij het bevel krijgt om naar Vught te gaan, vraagt hij of hij bij hen mag onderduiken. De familie denkt er serieus over na. Uiteindelijk durven ze het toch niet aan, maar ze vinden het vreselijk dat ze Zeeg niet kunnen helpen.

Bij een andere familie geeft Ezechiël zijn viool in bewaring. Hij zal hem nooit meer terug zien.

Vermoord

In de oorlog komen Ezechiël en Geertje weer bij elkaar, want samen gaan ze naar Vught. Op 9 april 1943 komen ze daar aan. Vandaar gaan ze naar Westerbork. Op 11 mei vertrekken ze vanuit Westerbork naar Sobibor. Direct na aankomst op 14 mei worden ze vermoord. Ezechiël is 67 jaar oud, Geertje 71 jaar.

Ezechiëls viool heeft de oorlog overleefd. Zijn zoon Appie heeft hem bij de buren in Harderwijk opgehaald en hem aan zijn dochter gegeven. Wilt u de viool van Ezechiël zien? Dat kan! Ezechiëls kleindochter heeft hem geschonken aan het Stadsmuseum in Harderwijk. Daar is hij nu te bewonderen als een herinnering aan ‘Zeeg de Jood’.

Om je aan het denken te zetten…

Marianne Glashouwer

De auteur

Marianne Glashouwer

Marianne Glashouwer is spreekster van Christenen voor Israël. Ze is bekend van de Evangelische Omroep en schreef diverse boeken.

Doneren
Abonneren
Agenda