Sluiten

Zoeken.

Europa's grootste digitale uitgeverij staat op de bres voor Israël

Door Yoel Schukkmann - 

22 juni 2021

Axel-Springer

Duitse mediagigant Axel Springer hing de Israëlische vlag op na antisemitische demonstraties. Foto: Hananya Naftali

Met al het nare Europese nieuws rondom Israël en het stijgende antisemitisme, is het natuurlijk ook belangrijk om te spreken over de positieve gevallen wanneer deze gebeuren. En gelukkig zijn deze er ook! Zo was Axel Springer, Europa’s grootste digitale uitgeverij, deze week in het nieuws. Deze hingen in mei de Israëlische vlag op voor het hoofdkantoor, na antisemitische uitingen bij pro-Palestijnse demonstraties in Duitsland; waaronder marsen naar synagogen, het schreeuwen van antisemitische leuzen, aanvallen op Joodse instellingen en het verbranden van Israëlische vlaggen.

Nieuwe baan

Tijdens een videoconferentie met hun 16.000 werknemers sprak Mathias Döpfner, CEO van Axel Springer SE, vorige donderdag over de klachten die hij had gekregen over het hijsen van de Israëlische vlag buiten het hoofdkantoor van het bedrijf in Berlijn. “Na deze weken van verschrikkelijke antisemitische demonstraties, hebben we besloten om op het hoofdkantoor van ons gebouw naast de Europese, Duitse, Berlijnse vlag de Israëlisch vlag een week op te hijsen als een gebaar van solidariteit”, zei hij. “We accepteren dit soort agressieve antisemitische bewegingen niet.” Nadat sommige werknemers hem vertelden dat ze niet wilden werken voor een bedrijf dat ‘zoiets doet’, antwoordde hij, “Ik denk dat dat ook een goed punt is. Zo iemand past niet bij dit bedrijf en zijn waarden. Het is heel eenvoudig.”

Döpfner benadrukte zijn positie heel duidelijk: “Ik denk, en ik ben heel eerlijk tegen u, dat iemand die een probleem heeft met een Israëlische vlag die hier na een week van antisemitische demonstraties wordt gehesen, een nieuwe baan moet zoeken”. Bij de ‘vijf essentiële waarden’ schrijft Axel Springer op haar website: “Wij steunen het Joodse volk en het bestaansrecht van de staat Israël”.

Koning Balak

Deze week lezen wij in de synagogen het thoragedeelte over Balak. Hierin lezen wij hoe koning Balak, van Moab, boodschappers stuurt naar de niet-Joodse profeet Bileam en hem vraagt om het Joodse volk te vervloeken. Op het vers “Misschien zal ik oorlog tegen hen kunnen voeren, en hen uit het land kunnen verdrijven” (Num. 22:6) merkt de Midrasj (een bundeling van Joodse overleveringen) op dat Balak alleen maar vroeg om de Israëlieten buiten het land te houden. Balak zou het perfecte voorbeeld geweest zijn voor Axel Springers boze werknemers, of voor alle andere anti-Israëlactivisten. "Ik ben niet antisemitisch", zou hij gezegd hebben. "Ik ben alleen maar antizionistisch."

Balak maakte de fundamentele fout door te denken dat het Jodendom alleen maar een religie is en geen nationaliteit. Een religie maakt geen aanspraak op een land. Men kan, waar dan ook op de wereld, elke afgoderij beoefenen dat men maar wilt, en het is allemaal hetzelfde. Het maakt niet uit waar ze zijn. Maar dit is niet het geval in het Jodendom. Nachmanides (1194-1270) in zijn commentaar op het Thoragedeelte ‘Acharee mot’ en rabbijn Shmuel Bornstein (1855–1926) op deze weeks Thoragedeelte schrijven bijvoorbeeld dat het Jodendom zonder het land Israël ‘niet compleet’ is.

Iemand die een probleem heeft met een Israëlische vlag die hier na een week van antisemitische demonstraties wordt gehesen, moet een nieuwe baan zoeken.

— Mathias Döpfner, CEO van Axel Springer SE

De Thora zegt dat toen Bileam onderweg was naar Balak een engel zijn weg versperde. Maar hoewel hij de engel niet zag, zag zijn ezel hem wel. Deze weigerde daarom om verder te gaan en stootte Bileams been drie keer tegen een muur. Rasji (1040-1105) schrijft dat deze drie keer een toespeling was op de drie pelgrimsfeesten (Pesach, Sjavoeot, Soekot). G-d zei tegen Bileam dat hij een volk dat de drie [pelgrims-]feestdagen van het jaar viert, niet kan verslaan. Alle commentatoren vragen: “Wat is zo bijzonder aan deze feestdagen dat de inspanningen van Bileam gedoemd waren te mislukken? Waarom zijn deze belangrijker dan elke andere mitswa (gebod) die we doen?

Rabbijn Aryeh Yehuda Leib Alter (1847-1905) antwoordt in zijn boek ‘Sefat Emet’ dat we tijdens de drie pelgrimsfeesten als volk allen samen te voet opgaan naar “de plaats die Hasjem heeft gekozen”. Een daad waarmee we laten zien hoe centraal en belangrijk de stad Jeruzalem, en de plaats van het Heilige is, voor ons als volk.

Eenheid

Op het vers “Want vanaf hun begin zie ik hen als bergtoppen, en ik zie ze als heuvels” (Num. 23:9) legt Rasji uit dat Bileam naar onze ‘wortels’ keek. De aartsvaders Abraham, Izaak, en Jakob die worden vergeleken met steile bergtoppen, en de aartsmoeders (Sara, Rebekka, Rachel en Lea) met heuvels. Zo zei Bileam dat toen hij terugkeek naar de oorsprong van het volk Israël, hij zag dat ze zo stevig verankerd waren als rotsen en heuvels, omdat ze trouw waren aan hun voorouders. Rabbijn Alter geeft ook een meer letterlijke betekenis aan dit vers. Hij schrijft dat Bileam uitkeek over de bergen en valleien van het land Israël, en toen hij uitkeek naar het land; naar haar karakter en haar ziel, zag hij ook het karakter en de ziel van het Joodse Volk.

Dat is toen hij erachter kwam dat het Joodse volk één is met het land.
Iets wat Balak en Axel Spinger’s boze (voormalige) werknemers niet begrepen.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda