Sluiten

Zoeken.

Een sprankje hoop

Door Petra van der Zande - 

21 december 2023

Sprankje hoop

“Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen en naakt zal ik daarheen terugkeren. De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!” Job 1: 21

In Israël worden ongecompliceerde bevallingen door verloskundigen in het ziekenhuis gedaan, want thuisbevallingen zijn een uitzondering. Drie vrouwen vertellen hoe zij Israëls eerste traumatische dagen beleefden.

Het Soroka ziekenhuis in Beersheva heeft een van de drukste kraamafdelingen van het land met meer dan 50 geboorten per dag van zowel Joodse als Bedoeïenen moeders. In de nacht van 6 op 7 oktober was redelijk rustig op de afdeling zodat verloskundige Galit Nachmias haar patiënten wat meer aandacht geven. Met haar gebrekkige Arabisch communiceerde zij met twee Arabische vrouwen, een uit Nabloes, de ander uit Bethlehem.

“Ik hielp hen bevallen en dacht dat die goede daad aan mij en andere Israëli’s wel zou worden teruggedaan. Heel optimistisch dacht ik dat de wereld op deze manier zou verbeteren,” zei ze.

Galit’s dienst eindigde op 7 oktober om 6.30 uur. Doordat ze in mosjaav Yesha bij de Gaza strook woonde, maakte ze zich in eerste instantie niet zo druk over het luchtalarm. Snel bracht ze de laatste baby die tijdens haar dienst was geboren naar de beveiligde babykamer.

Op weg naar haar auto, belde haar man: “Kom alsjeblieft niet naar huis! Er wordt op straat geschoten.”

Als Galit de telefoon niet beantwoord had, was ook zij op weg naar huis door terroristen doodgeschoten.

Galit bleef die ochtend in haar privékliniek in Beersheva.

Haar 20-jarige zoon Itai, soldaat in de IDF Multidimensionale eenheid, kwam tijdens Soekot naar huis. Vanwege een speciale cursus op 8 oktober had Itai had zijn legeruitrusting en wapen mee naar huis genomen. Op 7 oktober, rond acht uur s‘morgens, werd iedereen met een wapen opgeroepen om mosjaav Yesha te verdedigen tegen geïnfiltreerde terroristen. Met nog twee mannen voegde Itai zich bij twee bewakers van het nabijgelegen Mivtachim. Ze hadden geen enkele kans tegen de 20 terroristen die hen opwachtten.

Het duurde een hele tijd voordat Itai’s vader hoorde dat zijn zoon vermoord was. Ondanks het gevaar van beschietingen en raketaanvallen ging hij op zoek naar het lichaam van zijn zoon.

Itai werd op woensdag 11 oktober begraven. Na zeven dagen rouw moest Galit weer aan het werk. Ze ontving veel steun van collega’s en patiënten en was dankbaar dat ze veel over Itai kon praten. “Op die manier herdenk ik mijn zoon, zodat hij en alle anderen die ons hebben verdedigd niet tevergeefs zijn gestorven,” aldus Galit.

“Mijn taak is om nieuw leven op de wereld te brengen. Als ik het kwaad laat overwinnen, wat blijft er dan voor ons over? Ik laat de dood van mijn zoon niet tevergeefs zijn.”

— Galit Nachmias

Verloskundige Smadar Buzaglo werkt in het Shamir (Assaf Harofeh) Medisch Centrum in Be'er Yaakov - niet ver van Tel Aviv. In de nacht van 6 op 7 oktober was het ook op die kraamafdeling relatief rustig.

Niemand kon vermoeden dat de sirenes, die op 7 oktober om 6.30 uur afgingen, ieders leven zou veranderen.

Die ochtend, ontving Smadar zwaar gestreste en angstige zwangere vrouwen. Ze kwamen naar de afdeling, of ze al dan niet weeën hadden. Sommigen kwamen herhaaldelijk opdagen, maar in plaats van hen naar huis te sturen mochten ze op de afdeling blijven waar ze zich veilig voelden. Sommigen deden er alles aan om niet op 7 oktober te bevallen omdat het in hun ogen een vervloekte dag was. Ook het feit dat de Joodse rouwperiode, de shiva, verband houdt met het getal zeven, maakte hen van streek.

“Terwijl ik een nieuw leven op de wereld hielp brengen stroomden de tranen over mijn wangen, omdat ik wist dat soldaten burgers en kinderen vermoord waren en mensen gegijzeld. Het was vreugde vermengd met ontzettend veel pijn.”

— Smadar Buzaglo.

Doordat de vrouwen voortdurend naar de verontrustende nieuwsberichten op tv keken, merkte Smadar dat de bevalling niet opschoot. Zodra ze t.v. uitschakelden en zich op de bevalling focusten ging het meteen beter.

Een aantal Joodse collega’s hadden moeite om met Arabische patiënten te werken, maar Smadar probeerde daarboven te staan.

“Ik zeg de vrouwen altijd dat ik er voor hen ben,” zei Smadar. “Op mijn beurt, geeft mij dat kracht om mijn werk te blijven doen. Ongeacht religie, ras of nationaliteit.”

Dr. Rappaport is eerstejaars arts-assistent verloskunde en gynaecologie in het Soroka ziekenhuis.

Onder zoveel zuidelijke patiënten en personeel — inclusief nabij de Gazastrook — was er bijna niemand die niet direct of indirect iemand kende die gewond, vermoord of ontvoerd was door de Hamas-terroristen.

“Er hing een loodzware, grimmige sfeer op de afdeling. Overal huilden mensen. Het verdriet was tastbaar in het hele ziekenhuis,” vertelde zij.

Tijdens haar 26 uurdienst van 8 op 9 oktober was Dr. Rappaport verantwoordelijk voor vrouwen met een risico zwangerschap. Haar afdeling kijkt uit op het helikopterplatform van het ziekenhuis. De hele dag was het een komen en gaan van legerhelikopters die gewonden afleverden en meteen weer opstegen. Soroka is zuid-Israëls centrale traumacentrum.

Zowel op de trauma- als de kraamafdelingen heerste chaos. Alle prenatale en postnatale moeders en pasgeborenen moesten van de gebruikelijke vijf afdelingen naar twee beveiligde ruimtes worden gebracht. De kamers en gangen stonden vol met bedden en baby wiegjes.

Tijdens luchtalarm moest Dr. Rappaport het interne onderzoek van haar patiënt meteen staken; vrouwen aan de weeën monitor lagen werden snel afgekoppeld. Er was maar 45 seconden om veiligheid te zoeken.

Zowel zwangere vrouwen met volledige bedrust als personeel moesten in allerijl oppas regelen voor hun kinderen die thuis waren omdat scholen gesloten waren. Iedereen maakte zich zorgen over echtgenoten die naar het front moesten. Er was zoveel stress bij vrouwen die op het punt stonden een baby te krijgen. Het zou het meest opwindende moment van hun leven moeten zijn, maar ze waren zo ontzettend bang.

"Het enige lichtpuntje van het werk hier is dat, iedere keer als je een geboorte meemaakt, het een sprankje hoop geeft.”

— Dr. Rappaport

Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda