Sluiten

Zoeken.

Een eervolle Dodenherdenking in Baarn

Door Joanne Nihom - 

11 mei 2022

2021 CVI website (7)

Dodenherdenking in Baarn. Foto: Christine Schut

In Baarn werd dit jaar op een dierbare en eervolle manier aandacht geschonken aan de bewoners die in de jaren 1940-1945 werden vermoord.

Een paar weken geleden schreef ik hieroverIk had toen de bordjes alleen nog niet gezien. Onlangs was ik in Baarn en kwam ik ze overal tegen. Tijdens een ochtendwandeling, of op weg naar een winkel. Herinneringen aan gewone mensen zoals u en ik die vermoord werden, omdat …

De bordjes met hun namen, soms ook met foto’s, staan in de tuinen van de huizen waar zij ooit woonden. Tussen het groen, het gefluit van de vogels en het gelach van kinderen. Een verbinding tussen het verleden, het heden en de toekomst. Op 4 mei werden alle bordjes verzameld en neergezet bij het bevrijdingsmonument in het centrum van Baarn.

Blijven herinneren, blijven vertellen.

Tijdens de 4 mei herdenking hield Godfried van Run een speech:

Op zaterdag 11 juli 1942, bijna tachtig jaar geleden, stapte Richard Barmé om half vijf in de middag de woonkamer binnen en zei tegen zijn ouders en zusje dat hij die avond zou vertrekken. Hij wilde naar Engeland om vandaar te vechten tegen de Duitse bezetter. Het gezin Barmé was Joods; vader, moeder, dochter Rita en zoon Richard. Uit Duitsland gevlucht voor de nazi’s. Ze woonden eerst in Bloemendaal en vestigden zich in oktober 1940 in Baarn. Nassaulaan nummer 4.

Richards ouders schrokken. Richard was 17 jaar, zat nog op school. Het Baarnsch Lyceum? Ik denk van niet. Vanaf 1 september 1941 mochten Joden niet meer naar een reguliere school. Zij moesten naar aparte Joodse scholen. Die nacht vertrok Richard Barmé. Van tevoren vroeg hij zijn oudere zusje Rita te beloven niet ook in het verzet te gaan. Omwille van hun ouders.

Maar... Rita kon dat niet beloven. Ze zat al in het verzet.

Richard vertrok. In de late avond liep hij over het tuinpad, door het hekje, naar het station. Hij zou zijn ouders en zijn zusje nooit meer zien.

Richard had van het begin af aan strak omlijnde plannen. Hij wilde naar Engeland om vandaar terug te keren om te spioneren voor de geallieerden strijdmacht. En dat heeft hij gedaan. Na een tocht van bijna twee jaar kwam hij in maart 1944 in Engeland aan, kreeg daar een opleiding tot geheim agent en marconist. In november 1944 sprong hij uit een vliegtuig boven west Nederland en begon vanuit Rotterdam informatie te verzamelen en met een zender door te seinen naar Engeland. Heel gevaarlijk. Dat wist ook Richard. De zender kon gepeild worden door de Duitsers. En dat gebeurde. In januari 1945 wordt Richard gevangengenomen en op 5 maart 1945 voor het vuurpeloton gezet.

Richards naam staat op het bevrijdingsmonument.

Nooit heeft Richard geweten hoe het met zijn zusje Rita is gegaan. Rita was koerierster. In november 1942 hielp zij een Joodse familie naar Zwitserland te ontsnappen. Ongeveer langs dezelfde route die Richard die zomer had genomen. Maar het ging niet voorspoedig. Integendeel. Rita heeft België niet eens gehaald.

Ze werd nog voor de grens gearresteerd en verhoord in de beruchte gevangenis “Het Oranjehotel” in Scheveningen. En vandaar op transport gesteld naar Kamp Westerbork.

Op 10 december 1942 reed vanuit Westerbork een lange trein met houten veewagons vol mensen naar het vernietigingskamp Auschwitz. Daar werd Rita op 15 december 1942 vergast.

Rita’s naam staat op het bevrijdingsmonument en op het Joods monument.

Hun namen staan ook op één van de borden hier op het plein. Borden die de afgelopen maand in heel Baarn hebben gestaan. Borden die stonden bij de huizen waar deze mensen hebben gewoond. Zo stond er ook een bord voor Nassaulaan nummer 4.

Het project van de herdenkingsborden ontstond bij de vraag: wie herdenken we op 4 mei? Op de beide monumenten staan namen en leeftijd. Maar wie waren zij? Wat weten we van hen? En waarom staan er twee monumenten?

Als we teruggaan naar het ontstaan van deze monumenten dan komen we uit op 25 mei 1945. Dat is drie weken na de capitulatie van Duitsland. Op die dag staat in de Baarnsche Courant een oproep tot oprichting van een gedenkteken om, zo staat in de krant:

de herinnering aan onze medeburgers die leven en goed hebben ingezet voor onze vrijheid, levendig te houden.

De oproep heeft succes. Twee jaar later wordt het monument overgedragen aan de gemeente. Vandaag precies 75 jaar geleden. De heer Knol, één van de initiatiefnemers, hield toen een toespraak. Hij zei onder meer: Wanneer ooit iets tot stand is gekomen met medeleving en medewerking van de gehele bevolking, dan is het wel het monument waaromheen wij nu geschaard staan.

Er stonden geen namen op het monument, die kwamen in 2001. Maar het is duidelijk dat het ging om bijvoorbeeld Leendert Beerschoten, een soldaat die op 10 mei omkwam bij een Duitse luchtaanval. Of over Gerrit Aartsen, een Rode Kruissoldaat die gevangen zat in het ruim van een hospitaalschip dat zonk. Of de arts Samuel Meihuizen die Joodse onderduikers in zijn huis verstopte en als straf in een kamp werd uitgehongerd. Of Johannes Hovius, die omkwam toen hij als krijgsgevangene op een Japans schip zat. Of .... over Rita en Richard Barmé.

Maar dit monument was niet ter nagedachtenis aan de Joodse inwoners van Baarn die in de vernietigingskampen waren vermoord. Heeft toen niemand aan hen gedacht? Is er niet iemand opgestaan en heeft gezegd: wacht eens even, mijn buren waren Joden, zij zijn weggehaald en nooit meer teruggekomen, dit monument moet ook ter nagedachtenis aan hen zijn?

Waarschijnlijk niet. Baarn vormde overigens geen uitzondering. In heel Nederland verrezen bevrijdingsmonumenten. Maar over de genocide op de Joden werd gezwegen. Geen monument voor die talrijke Joden die gevlucht uit Duitsland in Baarn een veilig heenkomen hadden gezocht, zoals Gotthold en Rosa Rosen, Hermann Hirschfeldt, Walter en Trude Heinemann, Paul en Gerda Cohen. Of Joden die gevlucht waren uit andere delen van ons land, zoals de familie Van der Heijm. Of het Joodse gezin dat gewoon al voor de oorlog in Baarn woonde, zoals de familie Krant van de winkel in huishoudelijk artikelen aan de Brinkstraat.

De verklaringen hiervoor zijn even talrijk als wrang. Met het vertrek van de Duitse bezetter was het antisemitisme niet uit ons land verdwenen. De houding ten opzichte van de holocaust (ik denk dat het woord toen nog niet bestond), was er een van gebrek aan kennis en wellicht ook van gebrek aan wíllen weten wat er met de Joden in de oorlog was gebeurd. Dat zoveel Joden onder het oog van anderen waren weggevoerd en zo weinigen waren teruggekeerd, dat was een ongemakkelijke waarheid. Hier wilde men liever niet aan denken.

We moeten wachten tot 1995, vijftig jaar na de bevrijding, voordat het staatshoofd de vinger op de zere plek legt. In een voor die tijd gedurfde toespraak zegt koningin Beatrix dit:

Voor een juiste beeldvorming kan niet worden verhuld dat naast moedig optreden ook passief gedrag en actieve steun aan de bezetter zijn voorgekomen. Wanneer we vandaag ons ook bezinnen op de gruwelijkste volkerenmoord in de geschiedenis, ontkomen we niet aan een diep gevoel van schaamte.

En twee jaar geleden voegt haar zoon, koning Willem-Alexander op de Dam in Amsterdam daar een persoonlijke bekentenis aan toe: Medemensen, medeburgers in nood, voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund, al was het maar met woorden. Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat.

Wie herdenken wij op 4 mei? Op dit moment woedt er weer een oorlog in Europa. En de beelden lijken op de beelden van toen. Vernietiging van mens en goed. Van leven, van cultuur, van beschaving.

Dat is misschien wel het verband tussen al die categorieën van oorlogsslachtoffers. Als de overheid het leven en de vrijheid niet meer beschermt (of niet meer kàn beschermen), als de meest elementaire mensenrechten niet worden nageleefd, dan moeten we kiezen. Wat doen we wel, en wat doen we niet. En dan kunnen we alleen maar hopen dat we onze waardigheid en beschaving weten te behouden.

Zoals Richard en Rita Barmé dat deden. Niet ouder geworden dan 19 en 20 jaar.

joannenihom-cirkel

De auteur

Joanne Nihom

Onze journaliste Joanne Nihom woont al enige jaren in Israël. “Israël is voor mij thuiskomen, onderdeel zijn van een ongelofelijke uitdaging. Israël is voor mij het land, de zee, de...

Doneren
Abonneren
Agenda