De problematische relatie tussen Jordanië en Israël
Door Yochanan Visser -
9 mei 2023
Dit artikel analyseert de relatie tussen Israël en het koninkrijk Jordanië en laat zien dat er sprake is van volstrekt eenrichtingsverkeer. Dat is al het geval sinds het overlijden van koning Hoessein, de vader van de huidige koning Abdullah II. Hieronder meer over de wijze waarop Jordanië opereert tegen Israël.
De relatie tussen Jordanië en Israël is al geruime tijd niet optimaal, om maar een eufemisme te gebruiken. Ondanks de pogingen van de vorige Israëlische regering om koning Abdullah II te paaien door economische overeenkomsten die in de eerste plaats voordelen hadden voor Jordanië.
Water
Sinds augustus 2021 levert Israël bijvoorbeeld 50 miljoen kubieke meter water extra aan Jordanië. Dit water is afkomstig uit het Meer van Galilea. De overeenkomst over het leveren van extra water kwam tot stand tijdens een geheime ontmoeting tussen de toenmalige Israëlische premier Naftali Bennett en de Jordaanse koning. Het geheime karakter van deze ontmoeting zegt veel over de houding van Jordanië - dat het tweede Arabische land was dat een vredesovereenkomst met Israël sloot. Sinds Abdullah II aan de macht kwam, karakteriseerden deze geheime ontmoetingen de relatie die Jordanië onderhoudt met het Joodse buurland.
In het najaar van 2022 deed Yair Lapid, de toenmalige interim-premier van Israël, een nieuwe poging om Jordanië te paaien. Ook dit keer was water het lokmiddel dat tot verandering in de relatie met Jordanië had moeten leiden. Esawi Frey, die toen Israëls minister van regionale coöperatie was, tekende een akkoord waarbij Israël 200 miljoen kubieke meter ontzilt drinkwater aan Jordanië zou gaan leveren. In ruil voor het water zou Jordanië grootschalige zonne-energie projecten aanleggen in de woestijn in het zuiden van het land. Volgens het memorandum dat Frey tekende, zou Jordanië een hoeveelheid van 600 megawatt elektriciteit aan Israël gaan leveren. Dat dit ook een duidelijke Israëlische poging was om een betere relatie met Jordanië te ‘kopen’ is simpel aan te tonen. Israël had bijvoorbeeld in de Arava woestijn zelf een dergelijk project kunnen aanleggen. De Joodse staat heeft meer technologische kennis op het gebied van zonne-energie in huis dan Jordanië.
Jordaanse ophitising
Al deze ‘goodwill’ gebaren hebben echter geen enkele positieve verandering teweeg kunnen brengen in de houding van Jordanië tegenover Israël. Het tegendeel is waar. Tijdens de recente golf van Palestijns geweld, rond vermeende Israëlische pogingen om de status-quo op de Tempelberg te veranderen, was Jordanië de voornaamste Arabische criticaster van Israël.
Begin april leek Abdullah zelfs op te roepen tot een heilige oorlog tegen Israël. Tijdens een bezoek van een delegatie van de Palestijnse Autoriteit aan Amman, zei hij dat “het de plicht van iedere moslim is om Israël af te houden van escalaties op de heilige plaatsen in Jeruzalem”.
In het najaar van 2022 hield de Jordaanse koning verder een redevoering voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin hij soortgelijke retoriek gebruikte tegen Israël. Tijdens die toespraak beweerde Abdullah, onder andere, dat Israël de christelijke heilige plaatsen in Jeruzalem bedreigde.
Jordanië heeft ook geen geheim gemaakt van het feit dat men tegen de zogenaamde Abraham Akkoorden tussen Israël, Marokko en enige Arabische Golfstaten is. Abdullah weigerde om een Jordaanse delegatie naar het Negev Forum te sturen vorig jaar. Deze vredesconferentie was mede door Yael Lempert, de nieuwe Amerikaanse kandidaat voor het ambassadeurschap in Jordanië, georganiseerd. Lempert wist Abdullah niet over te halen om ook een Jordaanse delegatie naar de vredesconferentie te sturen. De koning eiste dat ook een PA-delegatie zou worden uitgenodigd, naast de Arabische staten die een vredesovereenkomst met Israël hebben.
De vijandigheid van Jordanië tegenover Israël blijft niet beperkt tot retoriek en politieke rellen, maar komt ook op andere wijze tot uiting.
Diplomaat als smokkelaar
Het meest recente voorbeeld was de arrestatie van een Jordaanse diplomaat die bij de Allenby grensovergang met Israël werd aangehouden. Imad al-Adwan had in zijn auto meer dan tweehonderd vuurwapens verborgen die bestemd waren voor Palestijnse terroristen. Tijdens zijn ondervraging door de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst Shin Beth bekende al-Adwan dat hij sinds februari 2022 tenminste twaalf keer smokkelwaar Israël had binnengebracht. Het betrof niet alleen wapens maar ook illegale goederen zoals sigaretten, goud en zelfs exotische vogels.
Volgens sommige ingewijden was het motief van de Jordaanse diplomaat niet politiek. Het zou al-Adwan om geld te doen zijn. Hij had voor het smokkelen van de wapens een grote som geld ontvangen, volgens zijn eigen bekentenis. Dat geld zou waarschijnlijk door Iraanse agenten aan hem zijn betaald. De Islamitische Revolutionaire Garde (IRG) van Iran beweerde recentelijk dat het wegen had gevonden om, ondanks de aanwezigheid van het Israëlische leger in “bezet Palestina”, wapens te leveren aan de Palestijnse terroristen.
Na de arrestatie van al-Adwan deed de Israëlische regering direct een poging om een crisis met Jordanië af te wenden. Eli Cohen probeerde zijn Jordaanse collega Ayman Safadi te bellen, maar zijn telefoontjes bleven onbeantwoord. Safadi heeft ook een reputatie van virulent anti-Israëlische acties en verklaringen en hitste de massa in Jordanië op tijdens de meest recente Tempelbergcrisis.
al-Adwan is nu weer terug in Jordanië omdat de regering in Jeruzalem besloot hem uit te leveren. Dit, ondanks het feit dat er geen wederzijdse uitleveringsovereenkomst tussen Israël en Jordanië bestaat. Ook dit toont aan dat Israël er alles aan doet om een werkbare relatie met het Arabische buurland te blijven onderhouden.
De regering in Amman beweert nu dat al-Adwan voor zijn misdaden zal worden vervolgd in Jordanië. Men zou, naar eigen zeggen, al begonnen zijn met de arrestatie van de handlangers van de Jordaanse diplomaat. Er kan echter weinig waarde worden gehecht aan de beloftes en woorden van de Jordaanse regering. Koning Abdullah heeft de reputatie dat hij in het geval van Israël de wet aan zijn laars lapt.
Weigering om terrorist uit te leveren
Een goed voorbeeld daarvan is de voortdurende controverse rond de uitlevering van Ahlam Tamimi. Zij is een vrouwelijke Palestijnse terrorist die verantwoordelijk is voor de dood van 15 Israëli’s. Tamimi was het brein achter de aanslag op een Sbarro pizzeria in Jeruzalem in 2001. Zij werd tot 15 maal levenslang veroordeeld, maar werd in 2011 vrijgelaten onder de zogenaamde Shalit deal. Dit was een gevangenenruil tussen Israël en Hamas, waarbij meer dan duizend Palestijnse gevangenen werden vrijgelaten in ruil voor de gekidnapte Israëlische soldaat Gilad Shalit.
Na haar vrijlating ging Tamimi in Jordanië wonen, waar zij met open armen werd ontvangen. Aangezien Israël Tamimi had vrijgelaten ondanks de protesten van velen, werden er andere wegen bewandeld door met name twee families van de slachtoffers van de Sbarro aanslag. Deze twee families hadden aliyah gemaakt vanuit de Verenigde Staten. Vooral Arnold Roth en zijn vrouw Frimet, die hun 16-jarige dochter Malka verloren bij de Sbarro aanslag, waren actief in de VS om gerechtigheid te krijgen voor hun dochter. Nadat zij een rechtszaak bij een Amerikaanse rechtbank wonnen, vroeg de Amerikaanse regering om uitlevering van Tamimi. De regering van Abdullah weigerde echter en beweerde dat de uitleveringsovereenkomst die Jordanië met de VS sloot niet uit te voeren was. Waarom? Omdat het Jordaanse parlement de overeenkomst niet had geratificeerd, zei de regering in Amman.
Lempert heeft nu beloofd dat, wanneer zij de nieuwe Amerikaanse ambassadeur zal worden in Amman, zij alles op alles zal zetten om Tamimi uitgeleverd te krijgen. Echter toen zij in de Senaat tijdens een ondervraging over haar kandidaatschap onder druk werd gezet door senator Ted Cruz, bleek dat deze belofte loos is. Wanneer de Amerikaanse relatie met Jordanië schade zou oplopen door de druk over de uitlevering van Tamimi, dan zouden de Amerikaanse belangen prevaleren. Zoveel werd duidelijk uit de woorden van Lempert.
Onder Abdullah blijft Jordanië dus een veilig oord voor elementen die vijandig staan ten opzichte van Israël, of zelfs Israëlisch bloed aan de handen hebben.