Sluiten

Zoeken.

De prijs voor vrede tussen Israël en de Arabieren

29 september 2020

F200915GPO01

President Trump en Netanyahu samen met ministers van de VAE en Bahrein bij het Witte Huis. Foto: Avi Ohayon/Flash90

Het lijkt erop dat Joodse en zionistische ambtenaren die onlangs op het gazon van het Witte Huis bijeenwaren om het verdrag tussen Israël en de VAE- Bahrein te tekenen, vanaf het podium alleen maar woorden van vrede en vriendschap gehoord hebben. Maar de Arabische leiders die tijdens de ceremonie het woord voerden, zeiden iets heel anders.

Bedankt?

De minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten, Abdullah bin Zayed al-Nahyan, begon president Donald Trump en zijn helpers overdadig te bedanken: Allen werkten hard en welgemeend, zijn oprecht ten aanzien van het vredesprincipe en streefden ernaar deze belangrijke prestatie te realiseren.

Daarna keerde hij zich tot de premier van Israël, Benjamin Netanyahu, de man die verondersteld wordt zijn vredespartner te zijn, de leider van het land waarmee de VAE betrekkingen aanknoopt. Men zou verwachten dat de minister al-Nahyan eveneens Netanyahu bedankt zou hebben voor zijn harde werken om vrede te bewerkstelligen.

Niets daarvan. In plaats daarvan bedankte hij Netanyahu voor het stilleggen van de annexatie van de Palestijnse gebieden. Tjonge! Niet alleen onthield al-Nahyan gepaste dankbetuiging aan de Israëlische leider om vrede na te jagen, nee, hij verklaarde ronduit heel Judea en Samaria tot 'Palestijnse gebieden', waaronder zelfs de gebieden waar uitsluitend Joden wonen.

In plaats daarvan bedankte al Nahyan premier Netanyahu voor het stilleggen van de annexatie van de Palestijnse gebieden.

Auschwitz-grenzen

Bahreins minister van Buitenlandse Zaken Abdullatif Al-Zayani gaf op eigen manier Israël een klap in het gezicht. “Dames en heren,” kondigde hij aan, “de overeenkomst van vandaag is een belangrijke eerste stap…” Een eerste stap op weg naar regionale vrede? Een eerste stap richting meerdere Arabische regimes die Israël accepteren?

Nee, een eerste stap om Israëls grondgebied terug te brengen tot de onverdedigbare bestandsgrenzen van vóór 1967. “Het is nu onze verantwoordelijkheid om actief en volhardend te werken aan een tweestatenoplossing,” proclameerde al-Zayani. Met andere woorden: nu gaan we een Palestijnse staat vestigen die Israël afscheept met slechts een gebied rond Kalkilya van ongeveer 14.5 km breed.

Herinnert u zich hoe Abba Eban (Israëlische minister in de jaren zestig van de vorige eeuw) de bestandsgrenzen van vóór 1967 noemde? “Auschwitz-grenzen.” Omdat ze zo smal waren dat Israël het gevaar liep totaal weggevaagd te kunnen worden. Amerikaanse pro-Israëlgroepen haalden deze uitdrukking voortdurend aan. Dat gebeurt nu niet meer zo vaak.

Lees het dagboek

van de opperrabbijn

Stil aan de Joodse kant

De Joodse en zionistische ambtenaren op het grasveld bij het Witte Huis zouden niet helemaal blij geweest kunnen zijn met al dat gepraat over Palestijnse gebieden en Palestijnse Staat. Maar het leek erop dat ze stil bleven terwijl ze geacht werden iets te zeggen. Sommigen excuseerden zich zelfs. Eén persoon uit de politiek rechtervleugel - of het midden - suggereerde dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de VAE en Bahrein deze opmerkingen maakten om alleen radicale elementen in de Arabische wereld tevreden te stellen. Nota Bene! Het was nog niet zo lang geleden dat rechtse groepen de spot dreven met Joods links dat z’n hart ophaalde aan dit soort rationalisaties.

Joods rechts gebruikte het excuus “de radicalen tegemoet te komen” om links belachelijk te maken. Omdat het een excuus was dat de absurditeit van heel het linkse gedachtengoed openlegde.

Als Arabische leiders oprecht de legitimiteit van Israëls bestaan accepteerden, dan zouden ze eerst enkele van hun miljoenen oliedollars inzetten om vredesonderwijs te promoten.

Anti-Israël

Als ‘gematigde’ Arabische leiders extremistische opmerkingen moeten maken om de radicalen tegemoet te komen, betekent dit dat grote massa’s Arabieren vast blijven houden aan hun radicale anti-Israël denkbeelden. Anders gezegd: ze zijn niet klaar voor vrede – en daarom zou elk vredesverdrag met Israël ondertekend door een Arabische leider, elk moment verbroken kunnen worden. Om wat voor reden dan ook.

Als Arabische leiders oprecht de legitimiteit van Israëls bestaan accepteerden, dan zouden ze eerst enkele van hun miljoenen oliedollars inzetten om vredesonderwijs te promoten. Ze zouden het lesmateriaal in hun scholen veranderen: geen onderwijs meer in Jodenhaat, in plaats daarvan onderwijs over vreedzaam samenleven met Joden. Ze zouden de Israël-haat-propaganda uitroeien waarvan hun nieuwsmedia doordrenkt zijn. Die haat doordringt trouwens eveneens hun hele cultuur.

Voorwaardelijke vrede

Op dit punt zouden ze openlijk kunnen uiten wat ze waarschijnlijk geloven in plaats van extreme opmerkingen maken om ‘de radicalen tevreden te stellen.’ Dan zouden Arabische leiders vrede sluiten op dezelfde basis waarop alle normale redelijke landen vrede sluiten: ‘vrede in ruil voor vrede’. Niet trek je terug tot ‘Auschwitz-grenzen’ om vrede te krijgen. Niet geef je rechten op jullie eeuwige thuisland op voor vrede. Nee, gewoon vrede voor vrede zoals men dat vanouds kent.

Maar dat is niet wat het verdrag tussen Israël en de VAE inhoudt. Dit is Israël die concrete concessies doet over soevereiniteit en bouwen, in ruil voor ambassades en handel. Misschien dat verschillende pro-Israël groepen denken: dat is een aanvaardbare prijs. Maar ze zouden zich niet voor de gek moeten laten houden. Concessies aangaande soevereiniteit en het bouwen – dat is de prijs. Dat is precies wat de leiders van de VAE en Bahrein zeiden op het gazon van het Witte Huis. Geloof hen.

Dit artikel is geschreven door Moshe Phillips en stond maandag 21 september 2020 op de website van Israel365 News. Vertaling: Evelien van Dis.

Boeken en bijbel-

studiematerialen

Doneren
Abonneren
Agenda