Toen ik het bericht las dat de AVRO het Eurovisie Songfestival zal boycotten als Israël daaraan meedoet, gingen mijn gedachten terug naar het begin van de Tweede Wereldoorlog. Voordat de Duitsers hem daartoe opdracht gaven, ontsloeg AVRO-directeur Willem Vogt zijn Joodse medewerkers.
Een van die ontslagen Joodse medewerkers is sportverslaggever Han Hollander. Vanaf 1928 doet hij voor de AVRO-radio verslag van de interland voetbalwedstrijden.
In zijn boek ‘Han Hollander, de eerste radiostem van het Nederlandse voetbal’ schetst Govert van Brakel een boeiend portret van deze legendarische verslaggever. Aan Han Hollanders glanzende carrière komt een abrupt einde wanneer hij ontslagen wordt, omdat hij Jood is.
Hartog (Han) wordt op 5 oktober 1886 in Deventer geboren. Hij is het tweede kind van Simon Hollander en Frouwke Hollander-Hoogstraat. Zijn broer Karel is de oudste. Na Hartog volgen nog twee broers en vier zussen. Ze wonen op de bovenverdieping aan de Walstraat, de armoedigste straat in het centrum van Deventer. Vlak bij de synagoge.
Vader Simon verdient zijn geld met handel in lompen, prullaria en tweedehands boeken. Hij is een bekende verschijning in Deventer. Elke dag trekt hij er met zijn handkar op uit. Moeder Frouwke leeft haar kinderen het geloof voor. Op vrijdagavond dekt ze de eettafel met een wit laken en wordt er kippensoep gegeten. Ze voert een koosjere keuken.
Er wonen een paar honderd Joden in Deventer. In de volksmond heten ze ‘hak-, pak- en zak-Joden’. Ze staan op de markt, handelen in lompen of hebben een winkeltje. Han gaat op Joodse les en op 13-jarige leeftijd wordt hij bar mitswa, ‘zoon van het gebod’.
Vanuit Engeland komt een nieuwe sport overwaaien: voetbal. Han en zijn broer Karel zijn meteen enthousiast. Ze richten een eigen voetbalclub op, die de naam ‘Go Ahead’ zal krijgen. Deze club voetbalt tegenwoordig nog steeds in de Eredivisie onder de naam ‘Go Ahead Eagles’.
Han werkt jaren bij de Spoorwegen maar op een gegeven moment wil hij wat anders. Hij wordt sportjournalist bij De Telegraaf in Amsterdam. Dagelijks schrijft hij over uitslagen, voorbeschouwingen en wedstrijdverslagen. Na enige tijd wordt hij verliefd op Leentje, dochter van koopman Wolf Smeer en Ettje Smeer-Slager, geboren op 6 oktober 1886 in Amsterdam.
Als ze genoeg gespaard hebben, kunnen ze trouwen. Het burgerlijk huwelijk is op 24 juli 1912 in Amsterdam. De inzegening vindt plaats in de synagoge in Deventer op 30 juli. Het wordt een groot feest met de hele familie erbij. Het geluk van Han en Leentje wordt compleet als op 25 oktober 1915 een dochter wordt geboren. Froukje Esther heet ze, naar haar beide grootmoeders.
Maar vandaag lijkt het soms wel of we in de jaren dertig van de vorige eeuw leven. We zien het weer gebeuren: Boycot en uitsluiting.
Begin 1928 neemt Willem Vogt contact met hem op met de vraag of hij voor de AVRO-radio verslag wil doen van de interland voetbalwedstrijden. Vanuit zijn commentaarpositie in de ‘Dakhut’ bovenop het Olympisch Stadion doet hij daarna vele jaren verslag van de wedstrijden.
Als in 1936 de Olympische Zomer Spelen in Berlijn beginnen, gaat Han er als verslaggever naar toe. Als bewijs van dank voor zijn medewerking krijgt hij van Hitler een medaille. Hij is er zo trots op dat hij hem inlijst en aan de muur ophangt.
Op 10 mei 1940 begint de Tweede Wereldoorlog. Op 15 mei staan de Duitsers op de stoep van het AVRO-gebouw in Hilversum. Ze nemen de hele radioprogrammering over. Een paar dagen later krijgt Hollander een telefoontje van Vogt om hem te zeggen dat hij ontslagen is, want ‘er was toch geen sport meer op de radio’. Een bewering waar niets van klopt.
Het treft hem als een mokerslag. Inmiddels worden er steeds meer maatregelen tegen de Joden genomen. Vrienden dringen er daarom op aan dat Han en Leentje gaan onderduiken. Maar daar wil hij niets van horen. Er zal hem niks gebeuren, want hij heeft immers de medaille van Hitler? Dat is zijn vrijwaringsbewijs tegen het onheil dat andere Joden wél treft.
Maar de medaille van Hitler kan Han niet redden. Op 14 september 1942 worden Han en zijn vrouw opgepakt en naar Westerbork getransporteerd. Leen gaat in de ziekenbarak werken. Han doet administratief werk.
Enkele maanden later worden ze overgeplaatst naar het Heidelager. Daar wonen de bewakers van het Kamp. Han en Leen zijn bevoorrecht want ze krijgen een eigen kamer met veel privacy en voldoende te eten. Wel is er de angst om hun dochter Froukje en haar man. Ze weten niet dat die inmiddels al vergast zijn in Auschwitz.
Lang genieten ze niet van hun bevoorrechte positie. De spanningen tussen Nederlandse en Duitse Joden lopen soms hoog op. Op een gegeven moment heeft Leen ruzie met een Duitse Jodin en scheldt haar flink uit. Dat komt kampcommandant Gemmeke ter ore en hij kent geen genade. Ze gaan direct op transport, eindbestemming Sobibor. Daar aangekomen worden ze meteen vergast. Beiden zijn 56 jaar.
Voor zijn gedrag in de oorlog moet Willem Vogt zich na de oorlog verantwoorden bij een speciale zuiveringscommissie. Hij krijgt een milde terechtwijzing. Daarna gaat hij gewoon weer aan de slag bij de AVRO.
Na de bevrijding dachten velen: die dingen gaan nooit meer gebeuren. Maar vandaag lijkt het soms wel of we in de jaren dertig van de vorige eeuw leven. We zien het weer gebeuren: ‘Verboden voor Joden’ en ‘Koopt niet bij Joden’. Boycot en uitsluiting.
Maar in Psalm 2 lezen we: "Die in de hemel zetelt, lacht; de Heere spot met hen". De Allerhoogste blijft trouw aan Zijn beloften aan Zijn volk. Want Israël is Zijn oogappel (Zacharia 2:8 en 9). Wat er ook gebeurt.