Sluiten

Zoeken.

'De ene goede daad leidt tot de andere'

Door Yoel Schukkmann - 

20 december 2023

WhatsApp Image 2023-12-12 at 20.24.20_2a4da3e4

Donuts uitdelen aan IDF-soldaten.

Het is alweer een tijdje geleden dat ik iets geschreven heb. En eerlijk gezegd wilde ik allang iets schrijven, maar elke keer dat ik een Word-bestand opende om te schrijven, gebeurde er wel weer iets anders dat mij er uiteindelijk van weerhield. We leven namelijk in zeer drukke tijden. Vooral sinds het uitbreken van de huidige oorlog lijkt het erop dat bijna iedereen het ineens veel drukker heeft dan voorheen.

Het klinkt misschien als een excuus om mijn eigen luiheid uit te leggen. Maar ik moet zeggen dat dit – Baroech Hasjem - echt waar is. Kijk om je heen hier in Israël en je zult Joden uit alle lagen van de bevolking zien die nauw betrokken zijn bij allerlei liefdadigheidsprojecten. Talloze mensen helpen ontheemde families en/of families van reservisten die zijn opgeroepen, en natuurlijk de soldaten zelf.

We leven werkelijk in een tijd waarin de bekende uitdrukking “Mi Ke’Amcha Jisraeel” (Wie is als Uw Volk Israël?) inderdaad van toepassing is. Met de talloze chesed (liefdadigheids) initiatieven die momenteel gaande zijn tijdens deze oorlog, zijn er zoveel organisaties en initiatieven ontplooid om onze soldaten te helpen. En ook wij konden hierin natuurlijk niet in achterblijven. Maar net als zoveel anderen, zijn wij slechts een van de vele onofficiële ‘sjeloechim’ (boodschappers) die hen helpen die hun leven riskeren om het Land Israël, het Joodse volk, en zelfs de hele beschaafde wereld te beschermen.

Grote organisatie?

Mijn vrouw vertelde iemand een paar dagen geleden nog: “Je hoeft geen grote organisatie te zijn, of geld te hebben, om mensen te helpen. Wij hebben beiden niet – je hebt alleen het hart ervoor nodig!”  Wij zijn geen officiële organisatie, en hebben zelfs geen officiële naam voor onze projecten. Wij zijn slechts wat men in de Joodse wereld ‘een kollel-familie’ noemt, die het op zich heeft genomen om onze soldaten op alle mogelijke manieren te helpen.

Zoals jullie weten, leer ik in een kollel (Joodse religieus leerhuis) en mijn vrouw is de liefhebbende moeder van enkele van de schattigste kinderen die je ooit zult ontmoeten. We wonen in een van de ultraorthodox Joodse wijken van Jeruzalem, en organiseren onze projecten vanuit ons kleine appartement, met kleine kinderen die constant om ons heen rennen (en het ook geweldig vinden om de chajaliem -soldaten- te helpen).

Behalve onze chauffeurs en buren die helpen met koken, hebben we geen andere officiële hulp. Niet financieel, noch fysiek. Daarom is alles wat wij doen alleen maar mogelijk met de steun van onze buren, verschillende Joodse gemeenschappen, en van zowel Joodse en niet-Joodse vrienden.

Wij geloven dat we altijd moeten onthouden dat G-d ook een “isj milchama” is (‘man’ van oorlog – zie: Exodus 15:3) en dat we oorlogen niet op de natuurlijke manier winnen, en niet alleen met wapengeweld. Maar alsnog hebben we de kracht van de Thora en Maasim Tovim (goede daden) nodig, en daarom moeten we ons partners voelen met onze soldaten; partners in deze oorlog, met het schild en de speer van de Beet Midrasj (leerhuis), liefdadigheid, en Maasim tovim (goede daden).

We zijn ervan overtuigd dat we in deze tijden allemaal meer zelfopoffering moeten tonen. De soldaten die in de frontlinie staan laten dit tot het uiterste zien. En dus moeten ook wij, die in het leerhuis zitten – of het nu in Israël is of in het buitenland is - allemaal onze Thorastudie en gebeden vermeerderen, en meer aan liefdadigheid doen met heel onze ziel, hart en kracht. We moeten alles doen wat in onze macht ligt om onze broeders, onze soldaten, te helpen.

Het verhaal achter ons initiatief

Toen deze oorlog op Simchat Thora begon, hadden wij gasten voor de feestdag-maaltijden, zowel ’s nachts als overdag. Sommige van onze gasten die 's avonds bij ons aten, aten overdag bij een Hatzalah-paramedicus. Halverwege hun Sjabbat/Jom Tov-maaltijd werd deze paramedicus opgeroepen om onmiddellijk naar het zuiden van het land te gaan om gewonden te behandelen, en om een veldhospitaal op te zetten. Dit is - naast de constante luchtalarmsirenes - hoe wij uiteindelijk achter de verschrikkelijke gebeurtenissen van het Simchat Thora-bloedbad, en het begin van de huidige oorlog kwamen.

Sindsdien ben ik betrokken met het helpen van onze soldaten met alles wat ze maar nodig hebben. Maar met name in alles wat met Sjabbat te maken heeft. Vanaf de eerste week van de oorlog kreeg ik verzoeken van zowel het legerrabbinaat, verschillende eenheden en individuele soldaten om te helpen met Sjabbat-benodigheden. Naarmate de tijd verstreek en er steeds meer reservisten werden opgeroepen, werd het duidelijk dat er ook een duidelijke behoefte aan maaltijden was – en vooral Mehadrin eten (bereid onder het meest strikte koosjere toezicht) voor ultraorthodox Joodse soldaten. Daarom hebben wij dit op ons genomen om hen hiervan te voorzien. Op dit moment helpen we verschillende bataljons en eenheden met versnaperingen (cakes, koekjes, nootjes, popcorn, enzovoort) en/of maaltijden voor Sjabbat. Daarnaast is er ook een handvol ultraorthodoxe soldaten op een afgelegen basis die wij helpen met maaltijden voor zowel Sjabbat als doordeweeks.

Sjabbatmaaltijden voor grotere groepen (bataljons of eenheden) krijgen we via een officiële grote chesed-organisatie, terwijl het eten dat we naar kleinere groepen soldaten sturen wordt gekookt door mijn vrouw en een aantal buurvrouwen.

Anoniem geven

Hoewel wij gezegend zijn dat we vele honderden soldaten kunnen helpen, weet geen van hen precies wie wij zijn. Onze geleerden zeggen dat G-d niet altijd voorziet in de behoeften van zij die het nodig hebben, zodat de rest van de gemeenschap de verdienste kan krijgen om hen te steunen. Dit wordt tsedaka genoemd, meestal ook vertaald als ‘liefdadigheid’, maar nauwkeuriger betekent het ‘rechtvaardigheid’ – simpelweg omdat het een fundamentele verplichting is. Dat wil zeggen: het juiste om te doen is om te geven.

Wij nemen dit zeer serieus en proberen daarom ook de halachische uitspraak van rabbijn Moshe Isserles (1530-1572), zoals hij schrijft in de Codex van de Joodse wet, te volgen dat: “Waar mogelijk, men moet proberen anoniem liefdadigheid te geven.”

Echter, als het bekendmaken van een grote donatie anderen juist aanmoedigt om ook te geven, dan moet er wel bekendheid aan worden gegeven. Dit is gebaseerd op de woorden van de profeet Daniël: ‘En de wijzen zullen stralen als het heldere uitspansel van de hemel, en zij die velen naar gerechtigheid leiden zullen voor eeuwig en altijd als de sterren zijn.’ - Daniël 12:3

Daarom ontvangen wij, hoewel we anoniem geven, toch video’s en foto’s van soldaten die wij helpen. En delen we deze weer met onze donateurs. Echter hebben veel plekken waar we pakketten naar toe sturen een beleid dat het maken van foto’s om veiligheidsredenen verbiedt. Desalniettemin vertrouwen wij op de goede harten van Ons Volk en onze niet-Joodse vrienden over de hele wereld, en zijn we zeker van hun hulp om zij die vechten voor het goed van de mensheid te blijven helpen in de toekomst.

Tekst gaat verder onder afbeeldingen.

Levensreddende donuts

Onze geleerden leren ons dat het doen van “de ene mitswa (goede daad) tot de andere leidt”. De bekende uitleg van deze woorden, is dat wanneer we één mitswa doen, G-d ons automatisch de gelegenheid zal geven om een andere te doen. Vorige week zagen wij hier zelf een perfect voorbeeld van:

Ter ere van Chanoeka hebben we ongeveer 950 verse donuts uitgedeeld aan soldaten in en nabij de frontlinies. Daarnaast hadden we ook een speciale levering voor een Chanoeka-ceremonie voor ‘eenzame soldaten’. Een ‘eenzame soldaat’ is een soldaat in de IDF zonder familie in Israël die hem of haar kan ondersteunen: denk hierbij aan een nieuwe immigrant, een vrijwilliger uit het buitenland, een wees of iemand uit een gebroken gezin.

Ik had heerlijke verse donuts besteld bij een bakkerij net buiten Jeruzalem. Omdat het een grote bestelling was, betekende dit ook dat de verzendkosten behoorlijk hoog waren. Daarom verzond de bakkerij het samen met een al bestaande bestelling van een kennis van mij in een andere wijk van Jeruzalem, die ook donuts stuurde naar andere legerbasissen en naar vluchtelingenfamilies uit zowel het zuiden als het noorden.

Om deze donuts te kunnen versturen moesten we ze eerst ophalen. Ik vroeg een vriend van mij, die ook een Hatzalah eerstehulpverlener is, of hij de donuts 's ochtends vroeg voor mij kon ophalen, aangezien ik geen auto heb. Een gunst die hij maar al te graag wilde doen. “Over het algemeen verlaat ik het huis rond half acht, maar nu zorg ik ervoor dat ik er rond deze tijd ben” vertelde hij mij. En dus vertrok hij die dag extra vroeg om onze donuts op te halen.

Toen hij echter door een bepaalde buurt reed -waar hij normaal gesproken niet zou zijn- kreeg hij een noodoproep op zijn Hatzalah-radio. Een man was bewusteloos gevallen... precies in de buurt waar mijn vriend zich op dat moment bevond. Hij draaide snel aan het stuur om en stuurde zijn auto in de richting van het noodgeval. Binnen twee minuten arriveerde hij ter plaatse en trof hij een 35-jarige man bewusteloos in een speeltuin aan. De man had een hartaanval gehad. Tegen de tijd dat andere eerstehulpverleners arriveerden, was mijn vriend de man al aan het behandelen. Uiteindelijk hebben ze hem gereanimeerd en slaagden ze erin hem ‘terug te brengen’, voordat ze hem met een ambulance naar het ziekenhuis brachten. Het was niets minder dan een wonder dat deze man dit overleefde. Het was letterlijk een kwestie van seconden.

Hoewel de donuts uiteindelijk een uur later werden opgehaald, was het leven van deze jongeman hierdoor gered. En hoewel hij het niet wist – en waarschijnlijk nooit zal weten – was het allemaal in de verdienste van mijn vriend die bereid was extra vroeg op te staan om donuts voor onze soldaten op te halen. Dit is het perfecte voorbeeld van “mitswa goreret mitswa” (de ene mitswa leidt tot de andere).

Maar de waarheid is dat ik onlangs tot nog een begrip van de verklaring van onze geleerden ben gekomen. Namelijk: het genot van het doen van een "mitswa been adam le’chaveero" (voor een ander mens) waar anderen baat bij hebben, is zo groot dat men meteen op zoek gaat naar aanvullende manieren om te helpen.

Ik ben van mening dat deze twee verklaringen elkaar niet hoeven uit te sluiten, maar dat ze elkaar eerder aanvullen. We zien dit tegenwoordig namelijk zo duidelijk overal om ons heen hier in Israel. Moge G-d elke initiatief en iedereen zegenen die Zijn kinderen helpt.

Dat we snel de vervulling mogen zien van de woorden “ve’sjoevoe banim le'gevoelam” (en de kinderen zullen terugkeren naar hun grenzen) – Jeremia 31:17.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda