Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Joodse wereld

Terug naar overzicht

Dagboek: Positieve ontmoetingen

Door Opperrabbijn Binyomin Jacobs - 

7 augustus 2025

Joden

Foto: Canva Pro

De negende van de maand Menachem Aw ligt weer achter ons. De verwoesting van beide tempels in Jeruzalem hebben we herdacht met vasten, op de grond zitten, treur… 9 Aw is/was de treurigste dag van de Joodse kalender. Het begin van de ballingschap (galoet) waarin we ons nog steeds bevinden.

En toch, hoe vreemd het ook moge klinken, ondanks de afschuwelijke beelden die ons bereikten van de gijzelaars, het summum van sadisme, het bijna onstuitbare antisemitisme, had ik de laatste dagen ook positieve ervaringen.

Positieve ontmoetingen

Tijdens een van mijn snel-wandelingen ontwaarde ik een groepje jongeren met, ik druk me netjes uit, een niet-zo-Nederlandse-afkomst. Ze waren met z’n vijven en twee scooters waarvan een op z’n kop stond en dus kennelijk pech had. Even in mezelf een snelle inschatting: omkeren en wegwezen? Doen of mijn neus bloed? Er negerend langslopen? Vriendelijk groeten? Ik verkoos het laatste en na een beleefde goede-middag-groet vroeg ik ze of ze hulp nodig hadden met het repareren van hun scooter.

Ze leken blij verrast door mijn vriendelijke bejegening en vroegen of ik verstand had van dynamo’s. Ik reageerde hierop positief, want ooit tijdens de natuurkundeles in de vijfde klas van mijn middelbare school was hieraan aandacht besteed. Van mijn technische dynamo-kennis hoefde echter geen gebruik gemaakt te worden want, terwijl mij naar mijn dynamo-technisch kunnen was gevraagd door een van de jongens, bleek dat ding alweer te werken, was de scooter weer berijdbaar en liep ik verder. Geen onvertogen woord, geen enkele nare blik, eigenlijk een en al beleefdheid en vriendelijkheid. Zo kan het dus ook.

Kom ik thuis, open mijn computer en wat lees ik in mijn inbox: Net zag ik op YouTube in een programma dat Rob Oudkerk had gezegd dat de Nederlandse Joden in Nederland niet meer veilig zouden zijn. Dat is een enge gedachte. Wat mag ik doen om ze te helpen? Ik laat het aan u over, u bent opperrabbijn. Groetjes, Annie. Geen idee wie Annie is, maar zo’n aanbod en zo’n blijk van medeleven doet goed.

Geen onvertogen woord, geen enkele nare blik, eigenlijk een en al beleefdheid en vriendelijkheid. Zo kan het dus ook.

Er wordt aangebeld, ik doe open en zie: de wijkagent die komt informeren naar ons welzijn en om ook gewoon even bij te babbelen. Hij was al twee keer eerder geweest, maar beide keren kon ik hem niet binnenlaten. De eerste keer had ik bezoek van een mijnheer die diep in de misère zat en van ver was gekomen om zijn verdriet te bespreken. De tweede keer was ik online in een lastig langdurig gesprek met een jonge Europese rabbijn over een gecompliceerd geval van wel/niet Joods van een jongeman die op korte termijn onder de choepa (trouwen) wilde gaan en nu plotseling geen Joodse moeder bleek te hebben.

Nu had ik dus wel de tijd en hadden we een goed en bijna pastoraal therapeutisch beveiligingsgesprek. Mijn kleinzoon uit het Hoofdgerucht, zoals de Telegraaf-columnist Rob Hoogland onze hoofdstad Amsterdam denigrerend noemt, was een paar dagen bij ons. Met zijn negen jaar jong was zo’n wijkagent in vol ornaat natuurlijk bijzonder interessant. Hij mocht het politie-jasje aan, op vele knopjes drukken en zelfs plaatsnemen op een heuse politiemotor. Het enige waar hij op de motor niet aan mocht komen was de sirene, maar alle andere toeters en bellen mocht hij in- en uitdrukken.

Beveiliger in opleiding, flitste door mijn hoofd. Van mij mag hij later zeker vrijwilliger worden bij Bij Leven en Welzijn (BLEW), de Joodse beveiligingsorganisatie die dag en nacht klaarstaat om waar nodig te komen beveiligen. Waar de politie niet de gelegenheid heeft om aanwezig te zijn, staat BLEW paraat. Het zal u verbazen, maar ooit was ik een van de eerste leden van BLEW, dat toen nog niet zo heette. Een aantal jongeren, waartoe ik ooit behoorde, zag het gevaar van het antisemitisme opkomen en besloot een stille eigen beveiligingsgroep op te richten om daar waar nodig aanwezig te zijn. De groep Stoppelman heette die voorloper van BLEW. Paul Stoppelman is nog actief als beveiliger, maar van die groep is natuurlijk nauwelijks nog iets of iemand over. Paul dus en mijn persoontje. Dit alles speelde ongeveer vijfenveertig jaar geleden en dus was ook ik nog zo’n vijfenveertig jaar jonger dan vandaag.

Ontzag voor de Eeuwige, onze G’d, de Schepper van de wereld. Maar ook ontzag voor overheid, voor politie, voor de medemens. En daar ligt een gigantisch probleem.

Geen ontzag meer

Licht na licht is niet echt opvallend, maar licht na duisternis wel. Na 9 Aw gaan we richting de hoge feestdagen. Ik moest gisteren al een artikel inleveren voor een krantje dat over een paar weken verschijnt, dus ik zit al met mijn hoofd in die periode van de hoge feestdagen, die in het Hebreeuws de ontzagwekkende dagen worden genoemd. Dagen die dus ‘ontzag’ moeten opwekken. Ontzag voor de Eeuwige, onze G’d, de Schepper van de wereld. Maar ook ontzag voor overheid, voor politie, voor de medemens.

En daar ligt een gigantisch probleem want er dreigt anarchie, naar politie wordt niet meer geluisterd. De periode dat op ethisch gebied alles mag en alles kan, heeft zich uitgebreid naar fysiek geweld. Beroepsdemonstranten overheersen onze eens zo rustige Nederlandse calvinistische samenleving waarin polderen het sleutelwoord was. De zwart-wit mentaliteit bestond nog niet. Extremisme was een woord dat waarschijnlijk nog niet eens was uitgevonden en altijd werd naar de gulden middenweg gezocht. Polarisatie was net zo onbekend als genderneutrale toiletten en dames mochten gewoon vrouwelijk zijn zoals ook de directeur van mijn lagere school gewoon de directrice was evenals de conductrice in de tram of trein.

Die tijden zijn voorbij, waarbij ik me wel blijf afvragen waarom de directrice directeur is geworden en niet de directeur gewoon directrice. Voor mijn moderne gevoel is dit tegen het beginsel van gelijkheid. Ik weet niet hoe Dr. Aletta Jacobs hierover gedacht zou hebben. Hoewel ze familie was, kan ik het haar niet meer vragen omdat zij op 10 augustus 1929 op 75-jarige leeftijd was overleden. Maar hoewel ik haar uiteraard nooit heb kunnen kennen, weet ik wel hoe de Jacobsen denken en dus ben ik er bijna geheel van overtuigd dat in haar feministische denken er gewoon twee toiletten hadden mogen blijven bestaan en de directeur en directrice vredig naast elkaar hadden mogen leven. Want Dr. Aletta Jacobs streed met faveure voor de rechten van de vrouw, maar een extremist was ze echt niet.


Jacobs website

De auteur

Opperrabbijn Binyomin Jacobs

Opperrabbijn Binyomin Jacobs werd in 1949 in Amsterdam geboren. Hij staat bekend als een bruggenbouwer en is een veelgevraagd spreker.

Doneren
Abonneren
Agenda