Chanoeka en de strijd tegen Napoleon Bonaparte
Door Yoel Schukkmann -
2 december 2021
Toen onze voorouders de Heilige Tempel in Jeruzalem heroverden, kwamen ze er tot hun schok achter dat alle olie om de menora aan te steken verontreinigd was. Uiteindelijk vonden ze alleen maar één kruikje koosjere olijfolie dat op wonderbaarlijke wijze acht dagen lang brandde. Dit zijn de grote lijnen van het Chanoeka verhaal waar u als lezer waarschijnlijk wel bekend mee bent.
Wat echter minder bekend is, is dat de Joodse wet stelt dat bij het uitvoeren van een avoda (dienst) dat voor het hele volk is, iets onreins deze ‘actie’ niet ongeschikt maakt. In andere woorden: als er geen andere mogelijkheid is om het op een 100 procent koosjere manier te doen, het nog steeds gedaan kan worden. Maar als dit het geval was; waarom hadden we op Chanoeka dan het wonder nodig dat de olie acht dagen lang bleef branden? Ze hadden namelijk gewoon de onreine olie kunnen gebruiken, omdat het aansteken van de menora werd gezien als ‘een dienst voor de gemeenschap’.
Rebbe Menachem Mendel Morgenstern (1787–1859) van Kotzk zei dat hoewel dit onder normale omstandigheden waar is, het in dit geval anders was. Dit ging namelijk om een nieuw begin. De Makkabeeën wilden dat de herinwijding van de Heilige Tempel perfect zou zijn, zonder maar enig greintje onreinheid, hoe koosjer het technisch gezien ook kon zijn. De Kotzker Rebbe zei dat dit zo’n krachtig concept was dat G-d het passend achtte om hier een wonder voor uit te voeren.
Napoleon Bonaparte
Op 2 december 1804 werd de Franse leider Napoleon Bonaparte gekroond tot keizer van Frankrijk. De kroning, die deze week precies 217 jaar geleden plaatsvond in de Notre Dame kathedraal in aanwezigheid van paus Pius VII, maakte de 35-jarige leider van Corsica de eerste Fransman in duizend jaar met de titel van Franse keizer. Dankzij deze legendarische keizer kregen de economisch en politiek gemarginaliseerde Joden, die opgesloten zaten in Europese getto’s, de vrijheid om de Europese samenleving te betreden.
Onder Napoleon kregen Joden godsdienstvrijheid, waarmee de emancipatie van Joden in Europa werd ingeleid.
Het Napoleontische burgerlijk wetboek werd in hetzelfde jaar opgesteld en was geschreven in een tijd waarin discriminatie hoogtij vierde. Het wetboek hielp de Joden te bevrijden door hun godsdienstvrijheid te verlenen, waarmee tegelijkertijd de emancipatie van Joden in heel Europa werd ingeleid. In de landen die de Fransen tijdens de Napoleontische oorlogen veroverden, emancipeerde Napoleon de Joden en introduceerde hij alle andere Franse Revolutionaire ideeën van ‘vrijheid en gelijkheid’.
Rabbijnse tegenstand
Deze veranderingen werden echter niet altijd als iets positiefs gezien door het toenmalige rabbijnse leiderschap. Er was zelfs een groot geschil of men de Franse keizer moest steunen of niet. Er waren veel vooraanstaande rabbijnen -buiten de invloedssfeer van Napoleon- die een fel standpunt tegen hem innamen.
Napoleon zag zichzelf namelijk als niets minder dan een ‘seculiere messias’. “Ik ben geroepen om het aangezicht van de wereld te veranderen; tenminste dat geloof ik”, schreef hij aan zijn broer. "Als ik een volk van Joden zou regeren, zou ik de tempel van Salomo herbouwen!", merkte hij een andere keer op. Maar Napoleon geloofde in niets anders dan in macht en in zichzelf. "Als ik verplicht was een religie te hebben", zei de Franse keizer eens, "dan zou ik de zon aanbidden - de bron van al het leven - de echte god van de aarde."
Napoleon zag zichzelf als niets minder dan een 'seculiere messias' en geloofde alleen in macht en in zichzelf.
Dit waren sentimenten die veel rabbijnen niet konden verdragen. Het is waar dat miljoenen geëmancipeerd zouden worden, waaronder ook Joden… maar tegen welke prijs? Voor de rabbijnse tegenstanders van Napoleon was er geen excuus om een man te steunen en via hem een revolutie, wiens legitimiteit en machtsbasis was geworteld in een ontkenning van het goddelijke. Een ideologie die het bestaan van één G-d ontkende, was niets minder dan een vernietigende dreiging van alles waar het Joodse volk voor staat en daarmee dus de vernietiging van het Joodse volk zelf. Hoewel de materiële toestand van de Joden onder de beloofde vrijheid zou verbeteren, zouden hun geestelijke omstandigheden zeker verslechteren.
Chanoeka
De rabbijnse tegenstanders van Napoleon vonden in de Chanoeka-gebeurtenissen precies de les die zij probeerden over te brengen. Net zoals hun eigen oorlog tegen de Franse ‘Messias’, was ook de oorlog die de Makkabeeën voerden, voor de ziel van het Joodse volk.
Onder de Griekse onderdrukking waren de Joden in het land Israël gezonken naar de diepten van onder andere ‘Sjabbat-overtreding en het niet-besnijden van hun zonen’. Maar het begon hier niet mee. Het begon met zeer subtiele insluitingen van de Griekse cultuur in de Joodse levensstijl. Na jaren van debat en geschillen tussen de verschillende groeperingen binnen het Joodse volk of deze kleine insluitingen schadelijk waren voor de Joodse identiteit of niet, sijpelde de anti-Thoracultuur geleidelijk naar binnen… met verwoestende resultaten.
Dit is precies de les van Chanoeka, die net als in de dagen van de Makkabeeën en de dagen van de Napoleontische oorlogen, ook vandaag de dag nog steeds zo erg relevant is. Houd de olie puur, zelfs als het alternatief technisch gezien 100 procent koosjer is. Technisch koosjer vandaag leidt tot overduidelijk niet-koosjer morgen.