Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Waarom wel Nicea?

Door Kees de Vreugd - 

29 december 2025

Nicea

Fresco van het Concilie van Nicea. | Foto: Wikimedia Commons

Onlangs werd gevierd dat het 1700 jaar geleden was dat het Concilie van Nicea bij elkaar kwam. Dit concilie was de eerste kerkvergadering waar kerkelijke vertegenwoordigers uit het hele Romeinse Rijk bij elkaar kwamen (hoewel het zwaartepunt wel in het oosten lag).

Eenheid

Het concilie was samengeroepen door keizer Constantijn om de eenheid in zijn rijk te bewaren. Al eerder (in 321) had hij het christendom tot staatsgodsdienst verheven en de zondag als nationale rustdag ingevoerd. Het concilie koppelde Pasen los van Pesach. Nadrukkelijk nam de kerk onder keizerlijke leiding afstand van het Jodendom. Onder de 318 ‘vaders van het concilie’ was geen bisschop meer uit de ‘besnijdenis’. ‘Nicea’ markeert het moment dat de kerk volledig ‘heidenchristelijk’ is geworden.

Of toch niet?

Paasdatum

De vaststelling van de paasdatum moest de strijd beslechten tussen degenen die vasthielden aan 14 nissan, de vooravond van Pesach, en degenen die zondag als dag van de opstanding centraal stelden en dus Pasen op zondag vierden. In de westerse kerk is de regel voor de vaststelling van de paasdatum geworden de eerste zondag na de eerste volle maan na de lente-evening. Zo is het in Nicea vastgesteld. De Grieks-orthodoxe kerk wijst erop dat het concilie er nog een bepaling aan toevoegde waar het Westen zich niet aan houdt: het christelijke Pasen moet altijd gevierd worden ná Pesach. Vandaar dat orthodox Pasen soms een maand later valt dan westers Pasen. De band met Pesach is dus in de orthodoxe traditie niet helemaal doorgesneden, al is hij vooral negatief gemotiveerd.

Zondag

De instelling van de zondag als rustdag ging vergezeld van een anti-Joodse motivatie. Toch ziet het Jodendom daarin een verborgen zegen: daardoor blijft de sabbat, die ook teken van Gods verbond met Israël is, de exclusieve rustdag van Israël en hebben de volken hun eigen rustdag.

Kortom, al is het misschien met een kromme stok geweest, God heeft er toch een rechte slag mee geslagen.

Dogma en confessie

Het christologische dogma dat zich vanaf Nicea 325 uitkristalliseerde en ook uitdrukking vond in de belijdenis van Nicea-Constantinopel (381), grenst het belijden af naar twee, of misschien zelfs drie kanten: Marcion en Arius, en het docetisme. Marcion had gesteld dat de God van het Oude Testament een andere, lagere god was dan de God van het Nieuwe Testament en wilde van het Oude Testament af. Van het Nieuwe Testament accepteerde hij alleen het evangelie van Lukas en brieven van Paulus. Bij Arius ging het om de godmenselijkheid van Jezus. Het docetisme leerde dat Jezus alleen een schijnlichaam had en niet lichamelijk aan het kruis is gestorven (een gedachte die ook in de islam terugkomt).

Tegenover Marcion werd beleden dat er één God is, die de Schepper is van hemel en aarde en die gesproken heeft door de profeten. Hij is de Vader van onze Here Jezus Christus. Daarin wordt dus de eenheid van God beleden en wordt ook aan het Oude Testament als heilige Schrift vastgehouden.

Tegenover Arius werd beleden dat Jezus geen vergoddelijkte mens was, een soort Griekse halfgod, maar het Woord dat is vleesgeworden: waarachtig God en waarachtig mens.

Hij is dus ook als mens gestorven en opgestaan, dus niet in een schijnlichaam, maar een mens van vlees en bloed. De belijdenis benadrukt de historische werkelijkheid van Christus, van Zijn lijden en sterven, en van Zijn opstanding.

Ten slotte verdient de verwachting van de wederkomst en het koninkrijk in de belijdenis aandacht. De woorden van de engel Gabriel worden nagesproken: wiens rijk geen einde heeft.

Kortom, al is het misschien met een kromme stok geweest, God heeft er toch een rechte slag mee geslagen: de eenheid van God, de eenheid van de Schriften van Oude en Nieuwe Testament, en de eenheid van de Messias in komst en wederkomst zijn vastgehouden als fundament voor de eenheid van de hele kerk. Daar moeten we niet gering over denken.

Kees de Vreugd

De auteur

Kees de Vreugd

Kees de Vreugd is theoloog en werkt bij Christenen voor Israël waar hij onder meer hoofdredacteur is van het blad Israël en de Kerk.

Doneren
Abonneren
Agenda