Waarom het misschien tijd is voor Joden om Europa te verlaten
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
8 juli 2025
Er voltrekt zich een stille, maar diep voelbare verschuiving in het Europese landschap. Joden voelen zich steeds minder thuis, steeds minder veilig. De vijandigheid groeit — op straat, op sociale media, in de politiek en in het publieke debat. De haat is niet nieuw, maar de intensiteit, de schaamteloosheid en de normalisatie ervan zijn dat wel. Is dit geen teken aan de wand? Een wake-up call om onze ogen te openen en onze harten te richten op het land waar we werkelijk thuishoren?
De recente woorden van de Britse journalist Allister Heath in The Daily Telegraph leggen een dieper liggend fenomeen bloot. Hij stelt dat het ongemak over Israël niet werkelijk over politiek, grenzen of nederzettingen gaat, maar over iets veel fundamenteler: Israël zelf — en wat het vertegenwoordigt.
Geen logica
Israël is een afwijking. Het zou volgens alle wetten van de geschiedenis en logica niet moeten bestaan, laat staan bloeien. Geen olie. Nauwelijks natuurlijke hulpbronnen. Een piepkleine bevolking. Omringd door vijanden. Gehaat in de Verenigde Naties. Onder vuur van terreurgroepen. Veroordeeld door influencers, boycotbewegingen, academici. En toch bloeit het. Niet ondanks deze omstandigheden maar juist te midden van alle negativiteit.
Het is dit wonderlijke succes dat de wereld niet begrijpt — en misschien ook niet wil begrijpen. Hoe kan een volk dat verdreven werd, vervolgd, vergast, geplunderd — opstaan uit de as en een natie bouwen die vooroploopt in defensie, medische innovatie, landbouw, cyberbeveiliging, en humanitaire operaties?
Het antwoord durft men niet onder ogen te zien. Want als de Joodse wederopstanding werkelijk waar is, als Israël geen toeval is, maar een vervulling van oude beloften, dan stort een wereldbeeld in. Dan is G’d geen fabel. Dan is geschiedenis geen toeval. Dan is het Joodse volk geen reliek van het verleden, maar een levend getuigenis van iets eeuwigs.
Dát is wat velen niet kunnen verdragen.
Als Israël geen toeval is, maar een vervulling van oude beloften, dan is G’d geen fabel.
Felle reacties
In Europa groeit de weerzin. De Joodse burger wordt geassocieerd met Israël en Israël wordt geassocieerd met alles wat verkeerd zou zijn in de wereld. Antizionisme is het respectabele jasje geworden voor oeroude Jodenhaat. In steden als Parijs, Londen, Amsterdam en Berlijn durven Joden hun keppel niet meer te dragen. Sjoels worden bewaakt door militairen. Joodse scholen hebben beveiligingshekken nodig met de marechaussee tot de tanden bewapend erom heen. En wie zich uitspreekt voor Israël wordt besmeurd, gecanceld of bedreigd.
De reacties op Israëls militaire zelfverdediging zijn disproportioneel fel en selectief. Geen andere natie wordt zo beoordeeld op morele perfectie, terwijl het zich verdedigt tegen barbaren. Geen ander volk wordt zo gerelativeerd in zijn lijden, zo gewantrouwd in zijn vreugde, zo afgewezen in zijn recht op zelfbeschikking.
De grote vraag is: moeten we blijven hopen dat het overwaait, dat het verbetert? Of is het tijd om de realiteit onder ogen te zien?
De terugkeer
Voor velen klinkt de suggestie om Europa te verlaten als capitulatie. Maar dat is het niet. Het is een terugkeer, geen vlucht. Niet uit angst, maar uit waarheid. Uit erkenning van wat Allister Heath zo scherp beschrijft: dat het bestaan van Israël niet slechts een politiek project is, maar een manifestatie van iets diepers — van roeping, bestemming en verbondenheid.
De geschiedenis is niet voorbij. Ze begint opnieuw. In Jeruzalem.
De geschiedenis van het Joodse volk is geen rechte lijn, maar een cyclus. Ballingschap en terugkeer. Verstrooiing en hereniging. Wij zijn niet de eersten die de tekenen zien. De profeten voorspelden het al: "En Ik zal u verzamelen uit de volken en u brengen naar uw land" (Ezechiël 36:24).
Israël roept ons. Niet alleen als toevluchtsoord, maar als thuis. Als het enige land ter wereld waar Jood-zijn geen risico is, maar een zegen. Waar Joodse kinderen op school leren over onze geschiedenis, onze feesten, onze taal — zonder zich te verontschuldigen. Waar het bestaan van Israël niet wordt betwijfeld, maar gevierd.
Het begin van iets eeuwigs
De tekenen zijn er. Wie ze wil zien, ziet ze. De Joodse geschiedenis leert ons dat we niet mogen wachten tot het te laat is. We hebben nu de kans om vrijwillig te gaan — niet pas als het moet. We hebben een land dat ons verwelkomt, dat ons nodig heeft, en dat getuigt van onze missie in de wereld.
Ja, het is spannend. Ja, het is pijnlijk om te vertrekken. Maar misschien is het tijd om afscheid te nemen van een Europa dat afscheid aan het nemen is van ons.
De terugkeer naar Israël is geen capitulatie, maar een wederopstanding. Geen zwakte, maar kracht. Geen einde, maar het begin van iets eeuwigs. Misschien is dat wel precies wat de wereld niet kan verdragen — en wat wij juist wél mogen omarmen.
Want wie durft te geloven dat het Joodse volk nog steeds leeft met een roeping, die weet: de geschiedenis is niet voorbij. Ze begint opnieuw. In Jeruzalem.