Sluiten

Zoeken.

Waarom bakken Joden na Pesach sleutelvormige broden?

Door Yoel Schukkmann - 

2 mei 2022

Shlissel challa

Op de eerste sabbat na Pesach bakken Joden traditioneel challes in de vorm van een sleutel. Waarom eigenlijk?

Nu Pesach weer achter de rug is, hebben we genoeg tijd gehad om een nieuwe voorraad bloem, gist en andere producten met chameets (zuurdesem) in te slaan. We hoeven we geen matzes meer te eten. Eindelijk kunnen we weer de heerlijke zelfgebakken challes van mijn vrouw eten.

Sleutels

Challa (meervoud: challot, of challes in Jiddisch) is de Hebreeuwse naam voor de traditionele broden waarmee elke sabbatsmaaltijd wordt geopend. Meestal zijn deze gevlochten in een lange vorm. Echter, op de eerste sabbat na Pesach hebben veel chassidische Joden, of families die oorspronkelijk uit een chassidische omgeving komen, de gewoonte om een ​​challa in de vorm van een sleutel te bakken. Dit is wat in het Jiddisch 'sjlissel challe' (sleutel challa) wordt genoemd. Sommigen maken voor het bakken een indruk van een sleutel bovenop de challa. Sommigen leggen een stukje deeg in de vorm van een sleutel bovenop de challa, anderen bakken een echte sleutel in de challa zelf, of men bakt de hele challa in de vorm van een sleutel.

Een simpele reden hiervoor is dat chameets tot deze week verboden was. Tot nu toe zat het achter slot en grendel. Maar voor de sabbat na Pesach is het ons weer toegestaan en dus openen we alle sloten met een sleutel. De chassidische rebbe van Apta, rabbijn Avraham Yehoshua Heshel (1748-1825), gaf een meer uitgebreide reden. Hij schreef dat onze voorouders, na veertig jaar in de woestijn te hebben doorgebracht, het manna bleven eten totdat ze het Omer-offer (gerstoffer) hadden gebracht op de tweede dag van Pesach. Vanaf die dag aten ze geen manna meer, maar voedsel dat in het land Israël was gegroeid. Omdat ze zich nu zorgen moesten gaan maken over hun levensonderhoud -in plaats van dat het hen elke ochtend door G-d Zelf werd gegeven- is de ‘sleutel challa’ een vorm van gebed tot G-d om de poorten van ons levensonderhoud te openen.

De 'sleutel challa' is een vorm van gebed tot God om de poorten van ons levensonderhoud te openen.

Rabbijn Yehoshua Horowitz (1848-1912) gaf nog een reden om dit soort challes op deze datum te eten. Elke Hebreeuwse letter heeft een numerieke waarde. Alef = 1, Beet = 2, enzovoorts. Wanneer we alle letters van een bepaald woord of zin op deze manier optellen, geeft dit ons de unieke numerieke waarde ervan; en vaak ook een verborgen boodschap. Rabbijn Horowitz schreef dat toen onze voorouders de ballingschap van Egypte verlieten, ze het Pesachoffer brachten, die toen de ‘Pesach Mitsrajiem’ (Pesach van Egypte) werd genoemd. Op deze sabbat na Pesach bakken we bloem, kemach in het Hebreeuws, wat dezelfde numerieke waarde heeft als het woord 'Pesach'. Dan doorboren we de challes met een sleutel, of bakken we ze in de vorm ervan. Sleutel, maftee’ach in het Hebreeuws, heeft ook weer dezelfde numerieke waarde als ‘Pesach Mitsrajiem’ (Pesach van Egypte).

Behalve deze redenen zijn er nog veel meer redenen waarom we dit, misschien nogal grappige, gebruik hebben. Maar in plaats van ze allemaal op te sommen zal ik een verhaal delen dat ik, nog niet zo lang geleden, ook met enkele van mijn leerlingen heb gedeeld.

De vallende sleutels

Op de eerste avond van Pesach stond de koster van de belangrijkste synagoge van Praag ooit op het punt zijn seder (vooravond van Pesach) te beginnen, toen hij iets hoorde vallen. Hij stond op om te zien wat het was en zag dat zijn grote sleutelbos op de grond was gevallen. Als koster had hij namelijk sleutels van allerlei verschillende plekken en voorwerpen. Hij hing snel alle sleutels weer aan de spijker en ging terug naar zijn eettafel. Maar op het moment dat hij de seder opnieuw probeerde te starten, vielen de sleutels weer op de grond. Hij probeerde nogmaals, maar weer vielen ze van de spijker.

Omdat dit iedere keer weer gebeurde, schrok de man er natuurlijk van en ging hij naar de opperrabbijn van Praag om zijn advies te vragen. Rabbijn Judah Loew (1512-1609), beter bekend als de Maharal van Praag, adviseerde hem om terug naar huis te gaan en elke sleutel individueel op te hangen. Toen de koster thuiskwam hing hij elke sleutel afzonderlijk aan de spijker, om te zien welke de oorzaak was van dit vreemde verschijnsel. Geen van de sleutels viel... totdat hij de sleutel van de Aron haKodesj (heilige ark) ophing; de grote kast waar de Thorarollen worden bewaard. Hij probeerde het opnieuw op te hangen, en weer viel het van de spijker. Iedere keer wanneer hij het probeerde viel het weer.

Na dit gehoord te hebben zei de rabbijn meteen tegen de koster om naar de synagoge te gaan, om te zien of er iets ongewoons was in de Aron haKodesj. Bij het openen van de heilige ark vond de koster een fles wijn die daar voor kiddoesj was achtergelaten. Maar toen merkte hij dat de rode wijn in de fles dikker en brokkeliger was dan normaal. Na beter te kijken zag hij tot zijn schok dat de fles gevuld was met bloed...

De rabbijn droeg hem op om de fles goed schoon te maken om er zeker van te zijn dat er geen bloedsporen meer in zaten. Hij zei dat de koster het bloed moest vervangen voor goede rode wijn en de ark weer op slot moest doen. Daarnaast mocht de koster niemand vertellen wat er die avond was gebeurd. Weer deed de man precies zoals hem verteld was en ging hij terug naar huis. Deze keer, toen hij de sleutels aan de spijker terughing, vielen ze er niet af. De volgende dag stormden een grote groep niet-Joden de synagoge binnen tijdens het ochtendgebed. Ze werden geleid door een priester en hadden ook soldaten met zich meegenomen. De Joden van Praag werden ervan beschuldigd een niet-Joods kind te hebben vermoord. En wonder boven wonder wist deze groep toevallig ook dat er een fles met zijn bloed ergens in de synagoge moest zijn.

De Joden van Praag werden ervan beschuldigd een niet-Joods kind te hebben vermoord.

Dit veroorzaakte, begrijpelijkerwijs, nogal wat opschudding onder de Joden in de synagoge. De soldaten zochten overal en iedereen, terwijl de priester regelrecht naar de Heilige Ark ging om het te openen, alsof hij er zeker van was dat hij daar iets zou vinden. Maar rabbijn Loew stopte hem en zei dat hij hem niet zou toestaan ​​zijn onreine handen op de heiligste plaats van de synagoge te leggen. Nu riep de priester de soldaten om naar voren te komen, omdat hij er zeker van was dat de fles daar zou zijn. “We zien dat de rabbijn mij niet toelaat daar te zoeken,” riep hij uit, waarna de rabbijn zelf de deuren opende en hen de Thorarollen liet zien. Natuurlijk merkte de priester de fles al snel op, "daar is de fles bloed die we zoeken!", verklaarde hij nu triomfantelijk. Maar de Joden ontkenden dit natuurlijk en zeiden dat het slechts een gewone fles wijn was. De soldaten onderzochten de inhoud, en bevestigden dat het inderdaad wijn was. De in verlegenheid gebrachte antisemitische priester en zijn volgelingen waren nu gedwongen om de Joodse gemeenschap met rust te laten. Het plan van de priester was verijdeld...

Om dit wonder te herdenken, zei rabbijn Juda Loew dat ze eigenlijk op de eerste avond van Pesach sleutels in de matza zouden moeten stoppen. Maar omdat dit uiteraard onmogelijk is, herdenken we deze wonderbaarlijke redding op de eerste saabbat na Pesach, door een sleutel in de challa voor sabbatsavond te bakken.

Ontwerp zonder titel

De auteur

Yoel Schukkmann

Yoel Schukkmann groeide op in Nederland, waar hij chassidisch werd, wat wij zouden noemen 'ultra-orthodox' Joods. Hij verhuisde daarom in zijn tienerjaren naar Israël om in een jesjiewa te leren....

Doneren
Abonneren
Agenda