Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Van wie is het land Israël?

Door Karel van der Plas - 

18 september 2025

Kaart Israël

Foto: Canva Pro

De oorlog tussen Israël en Hamas woedt nog steeds. En ook alle pro-Palestijnse betuigingen gaan door. Wie door de wirwar van media- en nieuwsberichten doorkijkt, ziet een oude vraag liggen die er al was bij de oprichting van de staat Israël: van wie is dat land nu eigenlijk?

Het unieke van het land

God zelf noemt in Ezechiël 20 het land Israël "een sieraad onder al de landen" (vers 6 en vers 15; volgens ook Jeremia 3:19). Maar waarom? Is de natuur zo buitengewoon? Is zijn klimaat uniek? Ligt het op een bijzondere plek? Nee, het land is in de eerste plaats bijzonder omdat de God van hemel en aarde erover spreekt als ‘Mijn land’ (Leviticus 25:23; volgens ook Jozua 22:19). En dat is even uniek als opmerkelijk. De Schepper van de hele aarde – "heel de aarde is van Mij" (Exodus 19:5) – noemt één land op deze aardbol specifiek Zijn land. Wanneer Israël in dit land afgoden dient, is God ook boos op hen "…omdat zij Mijn land ontheiligd hebben: zij hebben Mijn eigendom met de dode lichamen van hun afschuwelijke afgoden en hun gruweldaden vervuld" (Jeremia 16:18, volgens ook 2:7). Wanneer zij deze dingen blijven doen "…dan zal Ik hen wegrukken uit Mijn land, dat Ik hun gegeven heb" (2 Kronieken 7:20).

Dit maakt het land Israël per definitie heilig. Het is heilig in de grondbetekenis van het woord: apart gezet. Apart gezet van alle andere landen is dit het land dat God het Zijne noemt (volgens onder andere Psalm 78:54).

De plaats van het paradijs

Het land Israël is volgens de Joodse traditie de plaats van het paradijs. In Genesis 2 lezen we over een bron die ontspringt in de hof. En deze paradijselijke bron lijken we meer tegen te komen in de Bijbel. Zo beschrijft de profeet Ezechiël in één van zijn profetieën dat hij wordt meegenomen naar het land Israël, naar de berg Moria (Ezechiël 40:2), om daar onder de tempel een bron te zien ontspringen die uitmondt in een rivier (Ezechiël 47). Zo spreekt ook Zacharia over levend water wat zal stromen uit Jeruzalem (Zacharia 14:8) en vermeldt Joël dat bij het aanbreken van het Koninkrijk van God een bron ontspringt uit het huis van de Heere (Joël 3:18). En ook Johannes, zo lezen we in het boek Openbaringen, ziet in een visioen deze bron in Jeruzalem (Openbaring 22:1). Sterker nog, hij ziet zelfs de Boom des Levens weer staan bij de rivier (vers 2). Het is alsof we weer terug zijn op de plaats waar het allemaal begon, terug in het paradijs waarmee de Bijbel opent.

Apart gezet van alle andere landen is dit het land dat God het Zijne noemt.

Het land van God

Als dit inderdaad de plaats van het paradijs is, dan is het niet vreemd dat als God begint met Zijn reddingsplan, Hij Abraham roept en meeneemt naar díé plaats. Het land Israël, de berg Sion, het is niet alleen de plek waar het begon – niet voor niets wordt Jeruzalem de 'navel der aarde' genoemd (Ezechiël 38:12) – het is ook de plaats waar de mens als het ware de navelstreng doorknipte. En het is precies die plaats waar God Abraham mee naar toe neemt en hem vraagt zijn zoon Izak te offeren (Genesis 22:2). Het zal de plek worden waar de tempel verrijst en bovenal de plaats worden waar de Messias stierf en met hét Offer de vloek van Adam verbrak.

Dit, en alleen dit, is de plek die God koos als Zijn woning en waar Hij 'Zijn naam’ heeft doen laten wonen. Profetisch sprak Mozes, direct nadat ze door de Rode Zee waren getrokken, de woorden: "U leidde in Uw goedertierenheid dit volk, dat U verlost hebt. U leidde hen zachtjes door Uw kracht naar Uw heilige woning. (…) U zult hen brengen en hen planten op de berg die Uw eigendom is, Uw vaste woonplaats, die U gemaakt hebt, HEERE, het heiligdom, Heere, dat Uw handen gesticht hebben" (Exodus 15:13,17). De Israëlieten waren niet zomaar op weg naar een land, maar naar Zijn land en naar Zijn woning. En dat was niet alleen toen, dat geldt ook voor nu en voor straks – precies zoals Ezechiël al voorzag: "Dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten" (Ezechiël 43:7).

Van wie is het land?

In de eerste plaats is het land Israël dus het land van God. In de tweede plaats is het God zelf die dit land vervolgens aan het Joodse volk geeft. Vanaf het moment dat God Abraham roept, herhaalt Hij talloze keren dat "heel land Kanaän" (onder andere Genesis 17:8), "al het land dat u ziet" (Genesis 13:15), wordt gegeven "aan uw nageslacht" (onder andere Genesis 15:18) en wel "als eeuwig bezit" (onder andere Genesis 17:8). Ongeacht wat men denkt of voelt, ongeacht wat de christelijke theologie leert of de Verenigde Naties zeggen, de belofte is duidelijk; tot in eeuwigheid – niet zolang het Oude Testament duurt – is het land Kanaän – niet een figuurlijk land of de universele aarde – gegeven aan het volk Israël.

God gaat de geschiedenis in als de God ván Israël. Hij geeft Zijn land aan Zijn volk om door hen heen – en vanuit dat land – de wereld te zegenen. Dat deed Hij, dat doet Hij en dat zal Hij ook in de toekomst doen: "Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem" (Jesaja 2:3).


Karel van der plas

De auteur

Karel van der Plas

Karel van der Plas is Hoofd Educatie bij Christenen voor Israël. Daarnaast is hij ook spreker. 



Doneren
Abonneren
Agenda