Sluiten

Zoeken.

Toeristen zijn geen spionnen

Door Opperrabbijn Binyomin Jacobs - 

22 juni 2020

antiracismedemonstratie-1

Een antiracismedemonstratie. - Foto: Brett Morrison / CC2.0 Flickr.com

Het Joodse Volk stond klaar om Kanaän binnen te trekken, het Beloofde Land. Maar alvorens aan die G’ddelijke opdracht gehoor te geven, werden de twaalf stamhoofden vooruitgestuurd om het land in kaart te brengen. U kent (hopelijk!) de geschiedenis. Tien van de twaalf stamhoofden maakten een reisverslag dat dermate negatief was, dat de goegemeente in opstand kwam tegen hun grote leider Mozes en weigerde om het Beloofde Land binnen te trekken. Resultaat: als straf verbleven de Joden veertig jaar in de woestijn. (Er wordt verteld dat als gevolg van die veertig jaar woestijn Joden zoveel last hebben van platvoeten!)

Wat ging hier mis? Mozes had ingestemd om niet onvoorbereid naar Israël te gaan, maar eerst een beschrijving van het Beloofde Land te laten maken. Waar lagen strategisch bezien de zwakke plekken, welke vruchten groeiden er en hoe was de bevolkingssamenstelling? De les: zelfs als het duidelijk is welke richting G’d wil dat ik opga, dan nog moet ik de normale weg bewandelen: Wij mogen nooit op wonderen vertrouwen.

Om het oude verhaal te actualiseren: Ook corona komt van Boven. Maar dat mag niet tot gevolg hebben dat ik afwachtend achteroverleun. Er moet gezocht worden naar medicatie, naar vaccin en wij moeten ons houden aan de regels om de ziekte te voorkomen. Zelfs als we weten dat alles van Boven komt.

Spionnen of toeristen?

Mozes gaf dus opdracht aan de stamhoofden, allen door en door betrouwbaar, om het land Kanaän in kaart te brengen. Ten onrechte worden deze stamhoofden ‘Verspieders’ genoemd in de diverse vertalingen. Een verspieder is een spion. Hij verblijft ergens voor kortere of langere tijd, verbergt zijn ware identiteit en als hij de benodigde informatie heeft verzameld, verdwijnt hij. Aan de hand van zijn informatie wordt een plan van aanpak gemaakt. Omdat de spion weet waartoe zijn spionage moet leiden, is zijn observatie sterk gekleurd en is de facto een plan van aanpak.

En dat ging hier verkeerd. De opdracht luidde “in kaart brengen”, als toeristen, niet als spionnen.

We worden in de hele wereld geconfronteerd met beeldenstormen, rellen tegen de politie, plunderingen. Een mondiale strijd tegen discriminatie. Hoe gaan we hiermee om? Zwichten voor schreeuwende menigte? Onze ogen sluiten? Ontkennen? Generaliseren? Verzwijgen?

Er wordt duidelijk aangegeven, gedemonstreerd, dat er, en ik beperk me tot ons land, sprake is van discriminatie. Daar moet zorgvuldig naar geluisterd worden. Eerst moet er door de overheid, op zeer korte termijn, onderzoek worden gedaan. Waar vindt in ons land discriminatie plaats? Op straat? Bij sollicitatie? Op de werkvloer? Op school? In de AZC’s? Wie worden er gediscrimineerd en wie discrimineren? Als daarin duidelijkheid is verkregen, moet er gekeken worden hoe dit (en wat mij betreft keihard!) moet worden aangepakt. Ieder moet zich in ons land veilig kunnen voelen.

Les van de ‘verspieders’

De stamhoofden hadden de opdracht om het land te beschrijven. Zij moesten als toeristen door het land trekken. Maar in plaats daarvan werden zij spionnen, kwamen nog voordat het land Kanaän in kaart was gebracht, met adviezen. Daar ging het fout!

Als er statistieken worden gemaakt waar en bij wie het coronavirus optreedt, dan is het, nadat de statistieken klaar zijn, aan de overheid om, na overleg met deskundige medici, verdere aanpak te bepalen. Het kan niet zo zijn dat zij die de statistieken hebben vastgesteld, de toeristen, de aanpak gaan bepalen.

Demonstranten tonen dat er problemen zijn, zij vragen hiervoor aandacht. Maar of beelden wel of niet gesloopt moeten worden, of het politiecorps aangepast moet worden, welke straf er komt op discriminatie……dat is niet aan de demonstranten, maar aan de overheid. Nederland is geen anarchie, maar een multiculturele democratie!

Deze les van de “Verspieders” kwam spontaan in mij op, afgelopen Sjabbat bij de voorlezing uit de Thora. Ik had dit eigenlijk niet met u willen delen. Neen, ik had uitgebreid willen schrijven over de zorg die mij bekroop toen ik vandaag het NIW las, het enige Joodse Magazine. Vanuit vele hoeken van de Joodse Gemeenschap weerklonk de grote zorg.

Betogingen tegen racisme. En wie zijn schuldig? We horen het alweer en zelfs in koren: De Joden. Israël! Het herinnert akelig aan een verleden dat geleid heeft tot……Ik citeer Tamarah Benima in haar column in het NIW: “Het houdt mij uit de slaap. Vooral ook omdat het op een nieuw 1917 of een nieuw 1933 kan uitlopen. Zeg niet dat het zo’n vaart niet zal lopen.”

Genoeg voor vandaag. Mijn kinderen komen op bezoek (voor Vaderdag of doen we daar niet aan?)

Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. Deze stukken worden dagelijks geplaatst op CIP.nl

Vul hier uw eigen inhoud in.

Jacobs website

De auteur

Opperrabbijn Binyomin Jacobs

Opperrabbijn Binyomin Jacobs werd in 1949 in Amsterdam geboren. Hij staat bekend als een bruggenbouwer en is een veelgevraagd spreker.

Doneren
Abonneren
Agenda