Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Samenleving

Terug naar overzicht

Roosje uit Elburg

Door Marianne Glashouwer - 

19 juni 2024

2021 CVI website (2)

Ster aan de muur van een voormalig Joods huis in Elburg. | Foto: M. Glashouwer

‘De struikelstenen op het trottoir voor de huizen van Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord zijn, vind ik niks’, zegt mijn Joodse vriendin. ‘Eeuwenlang zijn de mensen over ons heengelopen en nu gebeurt dat weer. Ik vind het afschuwelijk’. In het vestingstadje Elburg hebben ze het anders aangepakt. Geen struikelstenen op het trottoir, maar sterren aan de muur van de voormalige Joodse huizen.

Op een zomerse dag wandelen we door Elburg met een groep deelnemers aan onze excursie naar de sjoel. Onze gids leidt ons langs plekken waar voor de Tweede Wereldoorlog Joden woonden. We staan stil bij het huis van Heintje aan de smalle gracht. Voordat Heintje wordt weggevoerd, geeft ze nog snel haar planten water. ‘Als de planten straks droog zijn, dan ben ik al weer terug’, zegt ze. Heintje wordt weggevoerd en komt nooit meer terug om voor haar planten te zorgen.

Joop Cohen

Joop Cohen is een knappe, vrijgezelle man. Hij maakt de beste gehaktballen van Elburg. Daar staan de mensen voor in de rij. Als je aan de beurt bent kun je zo’n gehaktbal kopen voor vijfentwintig cent per stuk. Als Joop in 1942 een oproep krijgt om zich te melden, duikt hij onder. Het verzet maakt de Duitsers wijs dat Joop is overleden. Daarna wordt hij zogenaamd begraven. Maar in zijn kist ligt niet het lichaam van Joop, maar geweren die daarin door het verzet verborgen zijn.

Tot ieders verbazing duikt Joop na de oorlog weer op. Hij was toch overleden en begraven? Joop mag nog vele jaren van het leven genieten. Na zijn dood op 26 maart 1974 wordt hij in hetzelfde graf begraven dat het verzet in 1942 zogenaamd voor hem gegraven had. Samen met onze gids bezoeken wij aan het eind van onze wandeling langs Joods Elburg zijn graf op de Joodse begraafplaats, aan de rand van het oude Elburg. Op zijn graf zien we twee zegende handen, omdat Joop een Cohen was, een priester.

000 0

Het graf van Joop Cohen. | Foto: M. Glashouwer

Rosa

Maar voordat we bij het graf van Joop Cohen komen, lopen we eerst aan de overkant van de gracht. Tegenover het huis van Heintje, komen we bij Beekstraat 38. Daar woonde de orthodox Joodse veehandelaar Mozes Vecht met zijn vrouw Diena van Hamburg, en hun kinderen.

Als oudste van zes kinderen wordt op 8 juli 1881 Rosa geboren. Rosa is de oogappel van haar vader en hij noemt haar liefkozend Roosje. Ze groeit voorspoedig op, maar op een gegeven moment verandert haar leven dramatisch. Roosje wordt verliefd op een niet-Joodse jongen. Haar vader is zeer gekant tegen deze relatie. Daarover is ze heel verdrietig en uit teleurstelling verlaat ze het ouderlijk huis en gaat ze een opleiding tot verpleegster volgen. Op 24 april 1907 slaagt ze voor het verpleegstersexamen in het Israëlitisch Ziekenhuis van Rotterdam.

Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, besluit Roosje om naar het front in België te gaan om gewonde soldaten te verplegen. Haar vader en moeder, die in 1903 uit Elburg vertrokken en naar Amsterdam verhuisden, zijn daar erg op tegen. Maar Roosje gaat haar eigen weg en ze gaat werken in een veldhospitaal in Antwerpen. Daar worden de soldaten binnengebracht die ernstige granaatwonden hebben. Vaak moeten hun ledematen geamputeerd worden en volgt een lange revalidatie. Om de soldaten wat afleiding te bezorgen, vraagt Roosje - via een advertentie in de krant - aan de mensen in Elburg om wat tijdschriften en kranten te sturen.

Nadat op 10 oktober 1914 de Duitsers Antwerpen bombarderen, moet het hospitaal waar Roosje werkt ontruimd worden. Een week later zet ze haar werk voort in het hospitaal in Veurne Een naargeestig gebouw, waar de gewonden, bij gebrek aan bedden, op stro op de grond liggen. In Veurne ligt het hoofdkwartier van het Belgische leger. Daarom liggen stad en hospitaal regelmatig onder vuur.

Begin 1915 zijn de bombardementen zo hevig dat de patiënten geëvacueerd moeten worden. Ook Roosje moet vertrekken. Terwijl ze over de Markt naar haar kamer loopt om haar koffer te halen, wordt ze getroffen door een granaatscherf, die haar rechterbeen afrukt. In allerijl wordt ze naar het hospitaal in De Panne gebracht, waar ze haar been amputeren. Door hevig bloedverlies sterft ze, 33 jaar oud. Ze wordt met militaire eer begraven in Adinkerke in België.

Rosa Vecht is een van de weinige inwoners van het neutrale Nederland die in de Eerste Wereldoorlog sneuvelen. Haar overlijden blijft dan ook niet onopgemerkt. Alle landelijke dagbladen besteden aandacht aan het dappere sterfbed van ‘het meisje met de gazelleogen’.

000 0

Foto: M. Glashouwer

Haar diepbedroefde ouders plaatsen een overlijdensadvertentie in de krant:

...

‘Tot onze groote droefheid ontvingen we het bericht dat onze lieve Dochter, Zuster en Schoonzuster

Zuster Rosa Vecht,

Verpleegster bij het Belgische Roode Kruis, op 28 Januari j.l. bij het verrichten van haar liefdewerk op het slagveld te Veurne ernstig gewond werd en dienzelfden nacht aan de gevolgen is overleden.

Namens de familie M. Vecht, St Anthoniebreestraat 86, Amsterdam’

...

Na de oorlog wordt haar stoffelijk overschot overgebracht naar de Nederlands-Israëlitische begraafplaats in Muiderberg en herbegraven. Vrijwilligers uit Elburg verzorgen daar trouw haar graf.

In haar geboortedorp Elburg is een straat naar haar vernoemd en siert een plaquette met haar foto haar geboortehuis op Beekstraat 38. We zijn diep onder de indruk van het moedige leven en de onverschrokken inzet voor de vrijheid van de Lage Landen door ‘het meisje met de gazelleogen’, Roosje uit Elburg.

Marianne Glashouwer

De auteur

Marianne Glashouwer

Marianne Glashouwer is spreekster van Christenen voor Israël. Ze is bekend van de Evangelische Omroep en schreef diverse boeken.

Doneren
Abonneren
Agenda