Deze twee verzen bevatten een aankondiging van oordeel over Israëls vijanden en belofte van herstel voor het verworpen volk van God. In elke generatie staan er mensen op die het volk Israël willen uitroeien. Tachtig jaar geleden deed Hitler, als de grote leider van nazi-Duitsland, een grootscheepse poging om heel het Joodse volk uit te roeien. Nooit eerder in de geschiedenis werd zo’n groot deel van de wereld beïnvloed door de meest afgrijselijke Jodenhaat. Maar ook nooit is een wereldleider roemlozer ten onder gegaan en is een natie meer in oneer gevallen dan nazi-Duitsland. Wie Israël verslinden, zullen verslonden worden.

Hetzelfde zien we ook in deze tijd gebeuren. Met name de huidige regering van Iran komt er al decennialang voor uit dat het Israël totaal wil vernietigen. Inmiddels is Iran sterk vertegenwoordigd in Irak, Syrië, Libanon, Gaza en Jemen. In al deze landen gaat het in veel opzichten buitengewoon slecht.

Herstel ondanks tegenstand

Het Joodse volk is eeuwenlang verdreven geweest. Zo vaak moesten Joodse gemeenschappen weer wegtrekken omdat de vervolgingen te hevig werden. Zelfs na de Tweede Wereldoorlog bekommerden de landen van Europa en de Verenigde Staten zich nauwelijks om de overlevenden van de Holocaust. Deze overlevenden dachten – na alles wat er was gebeurd – dat de harten van de tegenstanders van de nazi’s gevuld zouden zijn met medelijden, maar in feite werden zij door niemand gewenst. In 1946 stond het Congres van de Verenigde Staten toe dat slechts 4760 van deze overlevenden zich binnen hun grenzen zouden vestigen. Nergens in de wereld waren zij echt welkom, ook niet in Nederland. Maar, ‘al noemen ze u: Verdrevene’ en ‘al vraagt niemand naar u’, de Heere zegt: ‘Ja, Ik zal uw herstel bevorderen, u van uw wonden genezen!’ Slechts drie jaar na het einde van de Holocaust kwam de staat Israël er. De Heere bevordert het herstel van Israël en geneest het volk van zijn wonden.

Dit was deel 3 in een reeks van 6 over profetieën die in onze tijd vervuld worden. Lees hier deel 2!