Sluiten

Zoeken.

Precisie, geduld, rust, vertrouwen en bescheidenheid sieren de religieuze mens

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

17 maart 2022

2021 CVI website (6)

Wat is religie precies? Hierover is veel geschreven en nagedacht. Religie is in de Westerse samenleving behoorlijk gemarginaliseerd, maar zeker niet verdwenen uit de moderne realiteit. Religie is moeilijk te omschrijven en in een areligieuze omgeving soms onmogelijk uit te leggen omdat religieuze mensen vaak een totaal ander begrippenapparaat hanteren of in een totaal verschillende wereld leven.

Weinig aansluiting

Religie wordt veel verweten. Het zou zich niet goed verdragen met de individualistische geest en liberale denk- en levenswijze, die nu door West-Europa waart. Religieuze mensen zouden paternalistisch en autoritair zijn, of niet aansluiten op de werkelijkheid. Religie werd ook vaak als ‘opium voor het volk’ bestempeld of als onwetenschappelijk.

Maar we kunnen het ook veel positiever bekijken als een enorme bron van inspiratie en zingeving aan dit aardse leven. Dit beantwoordt echter niet de openingsvraag. Wat is religie nu eigenlijk? Religie is volgens een goede vriend ‘het samen beleven van een aantal riten en symbolen’. Ik vind dit een mooie omschrijving, maar te sociaal beschreven. Het raakt de essentie van de religieuze beleving niet. Volgens mijn bescheiden mening moeten we voor de kern van de religie eenvoudig naar de Latijnse oorsprong van het woord ‘religie’ kijken.

Verbonden zijn

Religie betekent verbonden zijn. In eerste instantie verbonden zijn met G’d en daardoor ook verbonden met de G’ddelijke aspecten van onze medemensen. Er zijn volgens mij ook twee uiterst belangrijke aspecten aan religie, die weinig aandacht krijgen in het publieke debat. Allereerst betekent verbonden zijn met G’d dat wij ook een bepaalde deemoed en onderdanigheid moeten voelen tegenover het Opperwezen. Daarzonder is er misschien een sympathieke dialoog mogelijk met G’d, maar is er niet werkelijk sprake van G’dsdienst.

Religie betekent verbonden zijn, met G'd en daardoor ook met onze medemens.

Ten tweede moeten we G’ds woord uitermate serieus en precies nemen. We kunnen de exacte wensen van G’d richting de mensheid niet voor de volle 100% precies kennen. Een zekere benadering van onze nabijheid bij G’ds wil is zeker te vinden in de zeer nauwkeurige bestudering van onze heilige boeken.

Onderdanigheid en precisie

Een combinatie van beide religieuze eigenschappen – onderdanigheid en precisie - vond ik bij de beschrijving van de kleren van de priesters bij de inwijding van de Tabernakel in de Sinaï-woestijn.

Hierbij wordt de gedachte aangeduid, dat ook als we niet altijd assertief en luidruchtig zijn, we diepe indruk kunnen maken. Dit geldt in de wereld om ons heen, maar nog veel sterker in de religie. Aan het einde van het tweede boek van de Thora, het boek Exodus, wordt de bouw van het reizende Heiligdom besproken, maar ook de ‘dresscode’, de kledingvoorschriften van de kohaniem (priesters).

De mantel van de Hogepriester

Een van de kledingstukken van de Hogepriester was een soort mantel, helemaal van hemelsblauwe wol: "Aan de zoom van de mantel maakte men granaatappels van getweernde hemelsblauwe, purperrode en karmozijnkleurige wol. En men maakte ook zuiver gouden belletjes en plaatste de belletjes tussen de granaatappels op zijn zoom rondom, en gouden belletjes ertussen, rondom" (Exodus 39:24-25).

Ergens anders geeft de Thora aan dat het geluid van deze belletjes te horen moest zijn, telkens wanneer de Hogepriester het Heiligdom binnenkwam of verliet. Volgens de commentator Rasji (1040-1105) hadden de belletjes klepels en lagen de belletjes tussen de wollen granaatappels.

Waarom zou je belletjes dempen als ze geluid moeten maken?

Maar een andere commentator, Rabbi Mosje ben Nachman (1194-1270) vraagt zich af wat het nut van de wollen granaatappels was tussen de belletjes als deze rinkelen moesten. Hij meent dat de belletjes in de wollen granaatappels lagen. Maar dit beantwoordt zijn vraag niet. Een wollen omhulsel dempt het belgeluid en werkt contraproductief als het er om gaat om geluid te maken.

Toch geluid ondanks de demping?

Moeten we dan van een wonder spreken? Dat er ondanks de dempende werking van de wol toch geluid van de belletjes uitging? Zou dit dan een van de Tempelwonderen zijn geweest? Er gebeurden dagelijks tien wonderen in het Heiligdom volgens de Spreuken der Vaderen (5:8):

  1. Nooit heeft een vrouw een miskraam gehad door de reuk van het offervlees.
  2. Nooit was het offervlees bedorven.
  3. Nooit werd er een vlieg gezien in het slachthuis...
  4. Nooit bluste de regen het vuur van het opgestapelde hout op het altaar.
  5. Nooit sloeg de wind de rookkolom van de offers neer etc.

Maar al deze wonderen dienden een begrijpelijk doel. Als er geluid nodig was om de komst van de Hogepriester in de Tempel aan te kondigen, waarom werd er dan geen luide bel gebruikt? Waarom moest alles gedempt worden?

Weinig ruchtbaarheid en veel nederigheid

Deze paradox leert ons een belangrijke les. Wanneer wij iets voor G’d doen, dan hoeven we niet direct de voorpagina van de krant te halen. Zonder al die toeters en bellen kunnen we G’d veel beter op ingetogen wijze dienen. Rustig en nederig ‘zal het geluid van hem gehoord worden wanneer hij het Heilige binnengaat’. G’d zelf zorgt voor de publiciteit wanneer wij Hem oprecht dienen.

Wanneer wij iets voor G'd doen, dan hoeven we er niet direct de voorpagina van de krant mee te halen.

Met de ware geest, komt alles goed. Nederigheid is de les van de stoffen demping op de gouden belletjes.

Precies kijken wat G’d ons zeggen wil, kan tot belangrijke religieuze conclusies leiden. Bescheidenheid en deemoed blijven een belangrijk onderdeel van onze religieuze oriëntatie. G’ds woord blijft bij ons centraal, wat de ‘wereld’ ook over ons denkt.

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda