Al heb ik het regelmatig over de oprechte speciale vriendschap van Christenen voor Israël en het Joodse volk. Ook al ben ik echt van mening dat de Joods-christelijke relaties zelden beter zijn geweest. Het is natuurlijk geen geheim dat dit niet altijd zo was. Een van de meest uitdagende gebeurtenissen in de intellectuele geschiedenis van beide religies gebeurde zo'n 760 jaar geleden.
Pablo Christiani was een Jood die zich tot het christendom had bekeerd. Hij sloot zich als monnik aan bij de Dominicaanse Orde. Na van zijn Joodse vrouw te zijn gescheiden, nam hij zijn kinderen met geweld weg van hun moeder en bekeerde hij hen tot het katholicisme. Daar bleef het niet bij, want Pablo had een nieuw doel voor ogen: de vernietiging van de Talmoed. In het jaar 1242 had Nicholas Donin, een andere Joodse bekeerling, de verbranding van de Talmoed in Frankrijk teweeggebracht. Christiani had nu soortgelijke plannen voor Barcelona.
Openbare debatten
Gedurende de Middeleeuwen hield de katholieke Dominicaanse Orde van Predikers "debatten" om Joden ervan te overtuigen dat het christendom de ware religie was. Deze ‘disputaties’, of geforceerde debatten tussen christenen en Joden, waren echter verre van onpartijdig aangezien de uitkomst altijd al vooraf bepaald was. Het doel van deze disputaties was om Joden te bekeren door het Jodendom te vernederen.
De vertegenwoordiger van het Jodendom, vaak een rabbijn, was altijd in gevaar. Want hoe kon een Jood het Jodendom verdedigen zonder fundamentele dogma’s van de Kerk tegen te spreken? Iets waar de straf voor godslastering en ketterij op stond. Maar hoe overtuigend de Jood ook was, de uitkomst was altijd hetzelfde: het Jodendom werd veroordeeld, en het christendom werd als de ware religie uitgeroepen.
Dit was precies wat Pablo Christiani in gedachten had toen hij in 1263 koning Jacobus I (1208-1276) van Aragon overhaalde om hem toe te staan de Joden uit te dagen. Jacobus beval maar al te graag een debat, dat zou plaatsvinden in het koninklijk paleis in Barcelona. Hij riep de meest vooraanstaande rabbijn in Spanje, rabbijn Mosje ben Nachman (1194-1270) op om het Jodendom te vertegenwoordigen. Deze rabbijn, beter bekend als de Ramban (afkorting voor Rabbi Mosje Ben Nachman) of Nachmanides, was geen gewone man. Hij was een arts van beroep, en was een van dat soort mensen die uitblinken in alles wat ze maar doen. Hij was de leidende rabbijn in Catalonië en, ondanks zijn religieuze en medische verplichtingen, vond hij tijd om meer dan vijftig boeken te schrijven; voornamelijk over de Bijbel, de Talmoed, over filosofie en Joodse mystiek. Dit zijn werken die wij vandaag de dag nog steeds bestuderen.
Tegenwoordig zien we helaas steeds meer Joden die vervreemd zijn van hun achtergrond en geestelijke erfenis, die vaak hun antizionistische – of regelrecht antisemitische – opvattingen vooraf laten gaan met: “Als een Jood…”.
Dispuut van Barcelona
Hij was achter in de zestig toen hij het bevel van de koning ontving. Voor zijn deelname aan het debat stelde Nachmanides echter twee eisen: 1) dat hij vrijuit moest kunnen spreken, en 2) dat de koning niet aan het debat zou deelnemen. Hij wilde namelijk niet in discussie gaan met de vorst (en alle gevolgen van dien te riskeren). Het vier dagen durende ‘Dispuut van Barcelona’ begon op 20 juli 1263 en werd bijgewoond door de koning, zijn koninklijke entourage en de leidende geestelijken en edelen van Spanje. Pablo Christiani was de belangrijkste vertegenwoordiger van de Dominicanen, terwijl Nachmanides de enige was om het Jodendom te vertegenwoordigen. Vandaag de dag staat er nog maar weinig overeind van het originele 11e-eeuwse koninklijke paleis in Barcelona. Maar wat de middeleeuwse grootsheid ook was, het intimideerde de rabbijn bij lange na niet.
Pablo Christiani had het ongeluk dat hij geen minder vooraanstaande tegenstander had gekozen. Wat op zich al de arrogantie van de bekeerde monnik liet zien: om te denken dat hij een van de meest geleerde rabbijnen van de 13e eeuw zou kunnen uitdagen. Het was vanaf het begin duidelijk dat geen van beide disputanten de ander zou overtuigen. We hebben het hier namelijk niet over een eerlijke rechtbank waar het bewijs onafhankelijk en verifieerbaar was. Het was een religieus dogmatisch geschil waarbij elke partij vastzat in hun opvattingen. Maar het was een intellectuele mismatch; Christiani was misschien de woordvoerder van de gevestigde kerkelijke orde, maar Nachmanides had verreweg de scherpere geest.
Ik vroeg mij altijd af hoe het simpele publiek erin slaagde om vier dagen lang op te letten, terwijl Christiani en Nachmanides de ene na de andere Talmoedische uitspraken en citaten uitwisselden. De sfeer werd echter steeds vijandiger. Tegen het einde van de derde dag smeekten de Joden van Barcelona -uit angst voor de wrok van de Dominicanen- de rabbijn om het debat te staken. De christelijke menigte werd steeds dreigender, en dus smeekte Nachmanides de koning om het te beëindigen. Jacobus liet het debat nog een dag voortduren en stopte het toen.
Verrassende uitslag
Iedereen was geschokt toen de koning het debat tot een gelijkspel uitriep. Het was een vooraf besloten feit dat de kerk zou winnen... Wat voor de Kerk nog verontrustender was, was dat de koning 300 dineros (goudstukken) aan Nachmanides gaf als beloning. De koning verklaarde daarbij dat hij "nooit iemand had gehoord die zo ongelijk had, en zijn onrechtvaardige zaak zo nobel had verdedigd." Dit was weliswaar het dichtstbij als de koning maar kon komen om te zeggen dat rabbijn Mosje ben Nachman had gewonnen.
Al kon het natuurlijk nooit te mooi zijn om waar te zijn. Op de Sjabbat na het debat bezocht de koning de Sinagoga Major de Barcelona (misschien wel een van de oudste synagogen in Europa) om daar het evangelie te prediken... samen met Pablo Christiani, Raymundus van Penyafort (1175-1275) en andere vooraanstaande katholieke geestelijken. Maar terwijl koning Jacobus zich inderdaad aan zijn woord hield door de immuniteit van rabbijn Mosje te handhaven, wilden de Dominicanen de konings onpartijdigheid niet accepteren. Met hulp van paus Clemens IV overtuigden ze Jacobus om rabbijn Mosje ben Nachman permanent te verbannen. Nachmanides vestigde zich in 1267 voor de rest van zijn leven in het Heilige Land. Daar hielp hij bij het herstel van het Joodse leven en de vestiging in, wat tegenwoordig bekend staat als, de 'oude stad van Jeruzalem'. Hier richtte hij de oudste nog steeds functionerende synagoge van de stad op, dat nog steeds bekend staat als ‘de Ramban synagoge’.
(tekst gaat verder onder afbeeldingen)
Als een Jood…
Tegenwoordig zien we helaas steeds meer Joden die vervreemd zijn van hun achtergrond en geestelijke erfenis, die vaak hun antizionistische – of regelrecht antisemitische – opvattingen vooraf laten gaan met: “Als een Jood…”. Alsof het feit dat ze van Joodse afkomst zijn hun verwrongen zelf-hatende manier van denken rechtvaardigt. Laat Pablo Christiani nu een voorbeeld zijn voor al deze ‘Als-een-Jood’ Joden:
"Als een Jood" gebruikte Christiani zijn religieus-Joodse opvoeding en onderwijs om te proberen het Jodendom te ondermijnen en de religie uit te roeien. "Als een Jood" probeerde hij de Joden van de Provence te bekeren. "Als een Jood" hielp Christiani de koning van Aragon ervan te overtuigen dat hij kon bewijzen dat het christendom de superieure religie was. "Als Jood" gebruikte Christiani Joodse bronnen om te argumenteren dat het Jodendom achterhaald en verkeerd was. "Als Jood" hoopte hij dat de angst van rabbijn Mosje ben Nachman om de koning te beledigen, hem ervan zou weerhouden Christiani's argumenten te ontkrachten. Maar "als Jood" had hij het ook mis.
Na het mislukken van het dispuut ging Christiani, "als een Jood", met koninklijke goedkeuring door met het censureren van de Talmoed, en het verwijderen van passages die door de Kerk als beledigend werden beschouwd. 'Als een Jood' ging hij op zendingsreizen, met brieven van koninklijke bescherming. Hij dwong Joden overal om naar zijn toespraken te luisteren en zijn vragen te beantwoorden, zowel in synagogen als waar hij maar wilde. "Als Jood" eiste hij zelfs dat zijn Joodse toehoorders de kosten van zijn zendingsreizen dekten. "Als Jood" ging hij naar paus Clemens IV om de Talmoed te vernietigen, en overtuigde hij koning Lodewijk IX van Frankrijk om Joden te dwingen gele badges te laten dragen.
Het trieste verhaal van Pablo Christiani zou moeten dienen als een herinnering dat het niets nieuws is dat er mensen zijn die hun Joodse achtergrond misbruiken. Ze misbruiken hun achtergrond als een beroep op autoriteit om het merendeel van het Joodse Volk te ondermijnen. Kritiek op Joden of op de Staat Israël vooraf laten gaan met "als een Jood", dat is niet het schild dat men denkt dat het is. Het laat alleen maar zien hoe werkelijk onwetend ze eigenlijk zijn van hun eigen geschiedenis.