Optrekken naar Jeruzalem: Zullen de verenigde naties het Loofhuttenfeest vieren?
Door Kees de Vreugd -
6 oktober 2025
“Zeven dagen moeten jullie in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen” (Leviticus 23:42). Zo is het aan Israël opgedragen. Het wonen in de loofhut is een herinnering aan de tocht door de woestijn, waar God de Israëlieten in loofhutten liet wonen (vers 43).
Maar het Loofhuttenfeest is ook een oogstfeest, een feest dat het goede land viert waar God Zijn volk gebracht heeft. De ‘vier soorten’ (vers 40): de vrucht van de sierlijke boom (etrog) en de takken van palm, loofboom (mirte) en beekwilg, vertegenwoordigen het land Israël. Maar ten opzichte van de andere pelgrimsfeesten van Israël is het Loofhuttenfeest ook een feest van de toekomst, de Messiaanse tijd.
Nieuw
In die zin spreekt de profeet Zacharia (hoofdstuk 14) over het Loofhuttenfeest. De geschiedenis is in een nieuwe fase gekomen. De vijandschap van de volken tegen Israël en tegen Jeruzalem is voorbij. God heeft de vijanden verslagen. Hij heeft zichzelf de Heilige betoond voor de ogen van Israël en van de volken. God is Koning geworden in Jeruzalem.
En dan komen de volken. Nu komen ze niet meer om tegen Jeruzalem te strijden, zoals in het begin van Zacharia 14. Nu komen ze met een nieuwe opdracht. Waarom nu op dit feest?
Offers
De volkerenwereld was altijd al in beeld bij het Loofhuttenfeest. In Numeri 29 worden de speciale feestoffers beschreven. Op de eerste dag moeten dertien jonge stieren geofferd worden, op de tweede dag twaalf, op de derde dag elf, en zo verder, en ten slotte op de zevende dag zeven jonge stieren. In totaal zijn dat zeventig stieren. Zeventig is het getal van de volkerenwereld (volgens Genesis 10 en Deuteronomium 32:8). Die zeventig stieren werden volgens de Joodse uitleg gebracht voor de zeventig volken van de wereld om verzoening te doen.
De verenigde naties staan voor de keuze: samen optrekken om te strijden tégen Jeruzalem of aansluiten bij Israël in Jeruzalem, om God te aanbidden.
Israël en de volken
Pesach is het feest van de uittocht, waarin Israël als volk gevormd wordt. Dat wordt bekrachtigd in het verbond op de Sinai, waar de Thora gegeven wordt. Dat is het Wekenfeest (Sjawoe’ot). Die feesten accentueren dus het bestaan en de roeping van Israël onder de volken. Met het Loofhuttenfeest komt dat tot zijn bestemming. De volken mogen wandelen bij dat licht. Ze worden geroepen om naar Jeruzalem te gaan om zich neer te buigen voor de God van Israël en Zijn gezalfde Koning.
Dat is niet vrijblijvend. Loofhuttenfeest markeert het begin van het regenseizoen in Israël. Het gebed om regen, en dus om een voorspoedige oogst, wordt weer gebeden. Een volk dat niet naar Jeruzalem gaat, onthoudt zichzelf die zegen. En dat geldt evengoed voor een land dat niet van een regenseizoen afhankelijk is, zoals Egypte.
De verenigde naties staan voor de keuze: samen optrekken om te strijden tégen Jeruzalem (Zacharia 14:2), of aansluiten bij Israël in Jeruzalem, om God te aanbidden (vers 16).